Pijn Flashcards

1
Q

benoem de verschillende soorten pijn

A

nocicpetieve pijn

  • somatogene pijn (huid)
  • viserogene pijn (organen)

niet-nocicpetieve pijn

  • neurpatische pijn
    • perifere, bijvorbeeld diabetesneuropathie, posttruamtsiche neuralgie, radiculopathie
    • centrale, bijvorbeeld MS, post-stroke pijn, posttraumatische ruggenmergpijn
  • psychologische pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat gebeurt er bij een prikkel van de nocisensoren

A

door druk, chemisch, temp reageren de nocicpetieve neuronen door sturen van actiepotentialen door hun axonen die worden vai de primaire afferente zenuwen richting de dorsale hoorn van het ruggenmerg gestuurd.

pijndetectie is voorbehouden voor

  • A-delta vezels (snel, gemyeliniseerd)
  • C-vezel (trage, niet-gemyeliniseerd)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat gebeurt er met de nocicpetieve prikkel als deze het ruggenmerg heeft bereikt

A

als de prikkel via de primaire afferente neuronen (A-delta / C vezel) bij he truggenmerg komen worden ze convergeerd op tweedegraads afferente neuronen.

de Wide-dynamic-range-neurons (WDR-neuron) is de voornaamste neuronen die zorgen voor pijntransmissie. het WDR neuron vormen de primair stijgende of ascenderende banen (laterale spinothalamische banen) en eindigen in de thalamus. de thalamus verdeelt de nocicpetieve prikkels naar de somatosensorische cortex waar het sensorsiche discriminatieve aspect van pijn tot stand komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

benoem het sensorische discriminatieve aspect van pijn

A
  • locatie
  • duur
  • intensiteit van de prikkel

daarnaast wordt de nociceptieve input ook verdeeld naar andere subcoritale hersencentra als
- anterieure cingulate gyrus
- amygadala
- delen van de insula
ook de prefrontale cortex gebieden worden geactiveerd als
- geheugen
prikkelevaluatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

leg de bottem-up pijnmodulatie uit

A

pijnmodulatie binnen het pijnsysteem is deels bepalend of de pijnprikkel wordt doorgestuurd naar hogere centra binnen centrale zenuwstelsel (voor interpretatie)

de dorsale hoorn is de voornaamste plaats waar de inkomende pijnprikkel wordt gemoduleerd. deze modulatie wodt omschreven als de poorttheorie het openen ofsluiten van de poort wordt bepaald door de

  • aard
  • intensiteit van de prikkel

ook wordt het beinvloed vanuit de hoger gelegen hersendelen via descenderende banen. een open poort laat de nociceptieve prikkel verplaatsen om zo richtin g de hersenen omhoog te gaan een gesloten poort maakt dat de nociceptieve prikkels, niet of later worden waargenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

leg de top-down pijnmodulatie uit

A

de Diffuse Nocisch Inhiberende Controle DNIC is een mechanisme dat zorgt voor pijndemping. daarnaast vindt pijn modulatie ook plaats via descenderende banen. deze banen vinden hun oorsporng in veel gebieden in de hersenen als

  • peri-aqueductale grijze gebied PAG
  • rostroventrale medulla
  • locus caeruleus
  • hypothalamus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

leg uit wat er gebeurt met de pijndrempel bij inspanning

A

in rust in de pijndrempel bij gezonden mensen lager dan bij inspanning of net na de inspanning dit komt door

  • toename van centrale endogene opioïden (endorfine, adrenaline, noradrenaline) en groeifactoren
  • de door lichamelijke inspanning geactiveerde proprioceptieve / musclaire afferente een modulatie van de centrale descenderende pijninhibitoren op gang brengen (meer pijndemping)
  • door het verplaatsen van de aandacht kan de pijndrempel tijdens inspanning ook hoger zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

leg uit over hyperalgesie

A

er zijn twee vormen van hyperalgesie

  • primaire hyperalgesie
    • sensitisatie unimodale nocisensoren (substance P)
    • sensitisatie polymodale nocisensoren (postaglandine)
  • sencundaire hyperalgesie
    • vrijkomen van substance P in achterhoorn, substance P differentieert van de ene C-vezel naar de andere C-veze. als dit gebeurt in de achterhoorn ontstaat er secundaire hyperalgesie (refferd pain)

allodynie is niet het zelfde als hpyeralgesie. allodynie is het ervaren van pijn, zonder dat er sprake is van een pijnlijke prikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

leg uit wat sensitisatie is

A

er zijn twee soorten sensitisatie
- primaire sensitisatie
- zenuwuiteinden vertonen een versterkte responsiviteit. dit is een normaal fysiologisch proces na acute beschadiging
- centrale sensitisatie
- toegenomen gevoeligheid van de neuronen in het centrale zenuwstelsel. door centrale sensitisatie zullen stimuli met een lage intensiteit, aangebracht er hoogte van de huid of diepe spierweefsel, resulteren in nociceptieve input naar de hersenen en bijgevolg de perceptie van pijn brengen. centrale sensitisatie manifesteert zich o pverschillende manieren als
+ toename van de gevoeligheid van de ruggenmerg neuronen na een letsel
+ vergroting van de receptieve velden van deze neuronen
+ daling van de pijndrempel
+ vorming van nieuwe afferente input (anterieure cingulate cortex)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

leg uit wat de pijn(neuro)matrix is

A

de verschillende hersengebieden die betrokken zijn bij de verwerking van inkomende nociceptieve prikkels, samen met de beïnvloeding door stijgend een dalende banen, benoemd als het activeren van de pijnneuromatrix, pijnmatrix in het kort. ieder individu heeft een ingebouwde matrix van neuronen die geactiveerd worden om het symptoom pijn te produceren

veranderingen van de pijnmatrix bij centrale sensitisatie en chronische pijn
- verhoogde activiteiten van de hersengebiedn die betrokken zijn bij acute pijn
- veranderd patroon van hersengebieden die actief zijn bij de verwerking van de prikkel
- verbeterde efficiëntie van de verbindingen tussen de neuronen
deze drie veranderingen in de pijnmatrix is dat een potentieel niet-gevaarlijke boodschap als gevaarlijk (pijnlijk) wordt geïnterpreterd en dat nocicpetieve prikkels veel langere en internsere pijnsenstaties genereren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de veranderingen in het CZS bij chronische pijn

A

plasticiteit van het CZS

  • centrale sensitisatie
  • verhoogde prikkel-responsrelatie van de neuronen in de dorsale hoorn
  • verminderd functioneren van de descenderende nociceptief-nhiberende banen
  • versterkte werking van de nociceptief-faciliterende banen

verandering van de pijnnauromatrix

  • verhoogde activiteit van de hersenebieden die betrokken zijn bij acute pijn
  • veranderd patroon van hersengebieden die actief zijn bij de verwerking van de prikkel
  • verbeterde efficiëntie van de verbindingen tussen neuronen
  • wind-up fenomeen: vergrote hoeveelheid substance P in het cerebrospinale vocht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

benoem de verschillende gebieden in de hersenen die onderdeel zijn van de pijn neuromatrix

A
  • de thalamus
  • de somatosensorische cortex
  • de prefrontale cortex
  • de anterieure cingulate gyrus

deze en andere hersengebieden decoderen samen de hele boodschap die in de inkomend enociceptieve prikkel zit

  • vanuit welk lichaamsdeel zijn ze afkomstig
  • wat is de impact hiervan op mijn ADL
  • hoe vervelend is dit signaal
  • zijn er andere belangrijkere signale waaraan ik voorrang moet geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly