financieel management 2 opnieuw Flashcards

1
Q

waarom is financieel management belangrijk

A

omdat inzicht geeft in

  • wat levert een project op
  • wat is de hoogte van de belasting die ik moet betalen
  • op welke kosten kan ik besparen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de pijlers van financieel management

A
  • investeringen
  • kosten
    + vast
    + variabel
  • opbrengsten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een budget

A

het budget is het maximaal toegestane bedrag aan kosten, waarbinnen een taak moet worden uitgevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de soorten budgetten

A
  • activiteiten budget
  • resultatenbudget / investeringensbudget
  • kostenbudget
    + vast
    + variabel
    + gemengd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarvoor dienen budgetten

A
  • motivatiemiddel
  • controlemiddel
  • toekomstplannen
  • machtigingsmiddel
  • communicatiemiddel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een jaarrekening en wat omvat he

A
een jaarlijks eindverslag van de financiele istuatie van een ondernemen
omvat
- winst- en verliesoverzicht
- balans
- kasstroomoverzicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de twee soorten jaarrekeningen

A

inter (bedrijfseconomisch)

  • opgesteld door manangement
  • geen wettelijke eisen
  • werkelijke situatie

extern (fiscale)

  • verplicht
  • vereist wettelijke normen
  • bepaalt fiscale winst van de organisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een exploitatierekening

A

ook wel een resultatenrekening geeft inzicht ind e kosten en baten. hoeveel winst of verlies een bedrijf in de betreffende periode heeft gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het bassimodel voor de winst- en verliesrekening

A

omzet - kosten = winstsaldo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is het balans

A

balans is het evenwicht tussen activa (debet) en de passiva (credit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de activa

A

activa (bezittingen / baten)

vaste activa
- bezittingen die niet in 1 jaar in geld kunnen worden omgezet

vlottende activa
- bezittingen die binnen 1 jaar in geld kunnen worden omgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn de passiva

A

passiva (schulden / lasten)

eigen vermogen
- bestaat uit totale activa

lang vreemd vermogen
- kredieten of leningen die langer dan 1 jaar lopen

kort vreemd vermogen
- kredieten of leningen die korter dan 1 jaar lopen

overige passiva
- bijv. pensionvoorzieningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe bereken je de totale activa

A

totale activa = totale schulden + eigen vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is een kasstroomoverzicht

A

het kasstroomoverzicht geeft een totaalbeeld van het gebruik en de herkomst van de geldstromen van de organisatie in een bepaald tijdsbestek

het belangrijkste cijfer is de operationele activiteiten. dit omvat de kasstroom uit winstgevende activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

door middel van welke 3 onderdelen geeft het kasstroomoverzicht van de liquide middelen

A

1 operationele activiteiten
2 investeringen
3 financieringsactiviteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn ratio’s

A

funanciele ratios zijn de kerngetallen die veel gebruikt worden als financeel analyse instrument er is

  • rentabiliteit
  • liquiditeit
  • solvabiliteit
  • omloopsnelheden
17
Q

leg uit over rentabiliteit

A

geeft inzicht hoeveel winst een bedrijf maakt ten opzichte van het vermogen dat er geinvesteerd is
- nettowinstmarge (geeft inzicht hoeveel euro winst er is gemaakt per eur0 omzet)
nettowinstmarge = nettowinst / omzet

  • rentabiliteit totaal vermogen geeft weer hoeveel winst er is gemaakt ten opzichte van het totaal vermogen
    rentabiliteit totaal vermogen = nettowinst / totaal vermogen
  • rentabiliteit eigen vermogen geeft weer hoeveel winst er is gemaakt ten opzichte van het eigen vermogen
    rentabiliteit eigen vermogen = nettowinst / eigen vermogen
18
Q

leg ut over liquiditeit

A

geeft inzicht of een organisatie op de korte termijn kan voldoen aan de financiele verplichtingen

  • current ratio berekend liquiditeit inclusief voorraden. er wordt gestreefd naar een current ratio boven 1 maar liever boven 2
    current ratio = vlottende activa / kort vreemd vermogen
  • quick ratio berekend liquiditeit exclusief voorraden. dient ongeveer 1 te zijn
    quick ratio = (vlottende activa - voorraden) / kort vreemd vermogen
19
Q

leg uit over solvabiliteit

A

geeft inzicht of ene organisatie in het geheel aan zijn verplichtingne kan voldoen
solvabiliteit = eigen vermogen / totaal vermogen

20
Q

leg uit over omloopsnelheden

A

de omloopsnelheid debiteuren laat zien hoe snel een bedrijf gemiddeld een betaling ontvangt van een klant