PD.6: Kliniek van een patiënt met COPD Flashcards

1
Q

Air trapping

A

Luchtwegobstructie leidt tot air trapping: lucht blijft erin, omdat er te weinig tijd is om tijdens de uitademing alles eruit te krijgen –> residuaal volume stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hyperinflatie

A

De longen rekken makkelijker uit, maar veren niet goed meer terug. Zo ontstaan grotere longen waarin ook na uitademing nog te veel lucht achterblijft (air trapping)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Packyears

A

1 packyear = 1 jaar lang 20 sigaretten per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aanvullende onderzoek

A

Longfunctie onderzoek (spirometrie)
X-thorax (afgeplat diafragma, vergrote longen, horizontale ribstand)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Co-morbiditeit

A

Depressie
Longcarcinoom
Diabetes mellitus
Myocardinfarct/AP
Gewichtsverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Behandeling

A

Luchtwegverwijders (salbutamol)
Stoppen met roken
Revalidatie
Zuurstoftherapie
Operatief
Transplantatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorwaarde longtransplantatie

A

Stoppen met roken
Behoud spierkracht en conditie
Long gaat gemiddeld 12 jaar mee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Non-invasieve beademing

A

Om toename CO2 af te laten nemen
Overdruk –> verbeter gaswisseling, ontlasten ademhalingsspieren
Tegendruk bij uitademen: alveoli worden open gehouden = betere oxygenatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly