HC.8: Pathologie van COPD

Question 1

Obstructief

Answer 1

Toename weerstand airflow door partiële of totale obstructie van de luchtweg
Kenmerk: verlaagde airflow (FEV1)

Question 2

Restrictief

Answer 2

Verminderde expansie van longparenchym
Kenmerk: verlaagde longcapaciteit (TLC)

Question 3

COPD

Answer 3

Chronic obstructive pulmonary disease
–> Combinatie emfyseem en chronische bronchitis

Question 4

Etiologie COPD

Answer 4

Roken
Luchtvervuiling
De meeste rokers krijgen geen COPD

Question 5

Definitie emfyseem

Answer 5

Dilatatie van luchtruimten distaal van de terminale bronchiolus door destructie van alveolaire septa, zonder belangrijke fibrose

Question 6

Vormen emfyseem

Answer 6

Centriacinair
Panacinair
Paraseptaal
Onregelmatig (irregulair)

Question 7

Centriacinair emfyseem

Answer 7

Proximaal gedeelte van de acinus aangedaan: respiratoir bronchiolus
Met name bovenvelden
Typische vorm van emfyseem bij rokers
Indien ernstig uiteindelijk gehele acinus aangedaan –> panacinair emfyseem

Question 8

Panacinair emfyseem

Answer 8

Gehele acinus aangedaan
Met name ondervelden
Typische vorm bij a1-antitrypsine deficiëntie
Eindstadium van centriacinair emfyseem

Question 9

Paraseptaal emfyseem

Answer 9

Langs pleura en septa
Bij littekens
Veroorzaakt pneumothorax bij ruptuur, vaak idiopatisch en bij jongere mensen

Question 10

Onregelmatig emfyseem

Answer 10

Niet specifiek, gevolg van verlittekening
Enige vorm van emfyseem met fibrose

Question 11

Pathogenese emfyseem

Answer 11

Productie en verminderde controle van zuurstofradicalen
Voortdurende chronische ontsteking met weefselschade
- Macrofagen omhoog
- Lymfocyten omhoog
- Neutrofiele granulocyten omhoog
- Activatie en productie van ontstekingsmediatoren –> toename van matrix degraderende enzym activiteit
Disbalans van protease-antiprotease systeem

Question 12

Definitie chronische bronchitis

Answer 12

Hoesten met slijmproductie gedurende perioden van tenminste 3 maanden in tenminste 2 opvolgende jaren

Question 13

Onderverdeling chronische bronchitis

Answer 13

Met ontsteking: mucopurulente chronische bronchitis
–> Weinig obstructie, opgeven van slijm
Met astmatische component: astmatische bronchitis
–> Aanvalsgewijze verergering
Met continue obstructie: chronische obstructieve bronchitis
–> Belangrijke emfyseem component

Question 14

Pathologie chronische bronchitis

Answer 14

Hypersecretie van slijm met mucostase in bronchiën
Hyperplasie van bronchiaal klierweefsel
Toename van slijmbekercellen, ten koste van trilhaarcellen
Squameuze metaplasie
Ontsteking
Fibrose

Question 15

Mucostase

Answer 15

Fibrose met vernauwing in bronchioli leidt tot obstructie

Question 16

Bronchiectasie

Answer 16

Secundaire afwijkingen
Permanente verwijding van bronchiën na chronische, destruerende ontsteking van de bronchus