Paleografie Flashcards

1
Q

Clio

A

De muze van de geschiedenis
=> Net zoals bijna elk vak een ‘muze’ heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Paleografie

A

De techniek waarmee we het schrift bestuderen en ontcijferen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Capitalis elegans

A

Een schrift uit de oudheid, een traag en zorgvuldig gevormd schrift voor prestigieuze auteurs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Romeins nieuw cursief

A

Het dagelijks gebruik en administratie
=> Door spontaniteit en veel grafische verbindingen moeilijk te ontcijferen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Schrifttypes verschillen door

A
  • Graad van cursiviteit
  • Modulus = formaat van het schrift
  • Ductus = Het aantal en de volgorde van de letterdelen
  • Verkortingssystemen
  • Versieringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Functies paleografie

A
  • Ontcijferen
  • Dateren en lokaliseren van ongedateerde teksten
  • Echtheidsproces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Echtheidsproces

A
  • Het schrift kan gebruikt worden om na te gaan of een tekst echt of vals is, of het net positief aan de juiste auteur toe schrijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Palimpsesten

A

Slecht leesbare teksten of overschrijfbare woorden verscholen onder nieuwere teksten op herbruikt perkament

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ontcijferen

A

Het ontcijferen van de vele alfabetten en letterbeelden
=> Om gesproken talen in schrift vast te leggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kalligrafie of geposeerd schrift

A

Het propere schrift, gebruikt voor officiële dingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Snelschrift of cursief schrift

A

Het schrift gebruikt om snel iets neer te pennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kerkelijke milieus, schriftvaders

A

Schreven met ronde e, cursief schrift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Unciaal schrift

A
  • Een schrift uit de oudheid, gebruikt in de kerkelijke milieus
  • Het geposeerde schrift voor mooie bijbels
    => Bestaat enkel uit hoofdletters
    => De schachten zijn gebogen en afgerond
    => Waarschijnlijk ontstaan uit het minuskelgeschrift
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wereldlijk milieu

A

Veel hoekigere letters, bijna alsof ze ergens un gekerfd moeten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Carolijnse minuskel, ‘Carolina’

A

=> Tijden van Karel de Grote, Karolingische tijden
= Geschrift uit de Karolingische renaissance in de 9de eeuw
=> Later, in de 15de - 16de eeuw, ging men op zoek naar het schrift van de oudheid
=> Men dacht dat carolina het geschrift was van de Oudheid
=> Werd het na te volgen standaard geschrift
=> Het geschrift van de boekdrukkunst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geposeerd Gotisch boekschrift

A

=> Men wil mooi schrijven, indruk maken, epateren
=> Combinatie van snelheid, efficiëntie en esthetiek
=> Mix van cursief en geposeerde vorm
=> Zorgde voor vele bastaardschriften in de Gotiek

17
Q

Humanistisch geposeerd schrift uit de 15de eeuw

A
  • Schriftbeeld uit de Oudheid
  • Wouden zo intelligent mogelijk overkomen
18
Q

Dateren en lokaliseren van ongedateerde teksten

A

= Door het vergelijken met gedateerde schriftstukken
=> Men legt een databank aan met morfologische en schriftechnische elementen uit elke periode
=> Dateren is altijd benaderend
=> Een scribent hanteert normaalgezien zijn hele leven het schrifttype dat hij aangeleerd heeft, past het wel een beetje aan aan zijn eigen schriftstijl

19
Q

Hoe schrift falsifiëren

A
  • Schrijven zogezegd een kopie
  • Proberen het oude schrift na te bootsen = contemporain falsum
    => De author doet alsof hij een tijdgenoot is van de oorsprong
    => Moeilijker om te ontdekken: Onhandigheid bij imitatie, niet kunnen imiteren van kleine grafische trekjes