Bewijsvoering (I) Flashcards

1
Q

Redenering in het positieve

A
  • Analogische inductie
  • Redenering met hypothesen
  • Falsificatietechniek
  • Waarschijnlijkheidsredenering
  • Tegenfeitelijke redenering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Redenering in het negatieve

A

Het zwijgen van de bron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Analogische inductie

A

Verhelpt een hiaat in de informatie door vergelijking met bronnen over analoge feiten die explicieter zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Redenering met hypothesen

A
  • Observatie - hypothese - analyse van de consequenties van de hypothese - Verificatie van de hypothese met andere feiten
  • Dialectisch proces
  • Bevestigen of verwerpen
  • Risico’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Falsificatietechniek

A
  • Zoeken naar weerlegging van hypothesen
  • Taalverdeling Sherlock Holmes vs. Dr Watsom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Deductie

A

Vanuit vooropgestelde ‘wet’ of hypothese zaken afleiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Inductie

A

Vanuit de observatie een algemene these voorstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Analogische inductie

A

Vanuit observatie van ondertussen bekende situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Abductie

A

Passende conclusie zoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Argumentum Ex Silencio

A

Een argument maken vanuit stilte is het uiten van een conclusie die gebaseerd is op de afwezigheid van verklaringen in historische documenten, in plaats van op hun aanwezigheid
-> Potentieel onthullend voor motieven van bron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly