De vormeigenschappen: Geschreven en ongeschreven bronnen Flashcards

1
Q

Motieven voor het schrijven van geschreven bronnen

A
  • Inlichten via een wetenschappelijk traktaat
  • Een visie of opinie opdringen
  • Een kroniek waar feiten in een bepaalde logica gegoten worden
  • Deelgenoot maken van eigen inzichten
  • Tekst aanbieden ter ontspanning
  • Een morele of godsdienstige visie opdringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Egodocumenten

A
  • Documenten waarin een ego zich opzettelijk of onopzettelijk onthult - of verbergt, bewust gecreëerd door de auteur zelf
  • Geven een beeld van wat de auteur buiten zichzelf heeft waargenomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kenmerken egodocumenten

A
  • Deze teksten verhullen en onthullen op hetzelfde moment – ze geven ons informatie, maar door die informatie te geven roepen ze automatisch andere vragen op
  • Vertonen een tendens naar teleologisering en rationalisatie
  • Leggen het accent op een breuk in het leven of tonen juist de continuïteit van het leven
  • Als spiegel voor de volledige realiteit zijn deze bronnen compleet onbetrouwbaar
  • Selectieve operatie van het geheugen
  • Narcisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe handicaps detecteren

A
  • Uit welk milieu komt de schrijver?
  • Welke vooroordelen heeft hij?
  • Wanneer schrijft hij?
  • Wat is zijn doel?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diplomatische teksten

A
  • Teksten die een rechtssituatie vaststellen of een nieuwe rechtssituatie scheppen
  • Een tekst, voorzien van een waarmerk zoals zegel of handtekening, die tot doel heeft getuigenis af te leggen over een doorgaans vooraf voltrokken rechtshandeling, of over het bestaan van een rechtsfeit
  • Doel: Een bewijsstuk zijn bij onenigheid tussen de betrokken partijen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bronnen van de sociale boekhouding

A

Documenten die een verslag uitbrengen van
- Een opdracht
- Vergaderingen
- Zakenbeleid
- Fiscale structuur
- Sociale structuur
- Politieke structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Archeologische sporen

A

Alle materiële voorwerpen die een spoor zijn van menselijke activiteiten in het verleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat leren archeologische sporen ons?

A
  • De aanwezigheid van een welbepaalde cultuurgroep op die bepaalde plaats
  • Haar leefpatroon
  • Haar artistieke ambities
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Soorten archeologische sporen

A
  • Materiële voorwerpen of overblijfselen
  • Munten
  • Manueel vervaardigde afbeeldingen
  • Mechanisch vervaardigde afbeeldingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly