De notie bron Flashcards

1
Q

Overblijfselen

A
  • Voorwerpen of artefacten die uit het verleden tot ons toe gekomen zijn
  • Voorwerpen die alleen al door hun bestaan een spoor van het verleden opleveren
    –> Iets wat toevallig overgebleven is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Overleveringen

A
  • Getuigenissen over het verleden
  • Mondelinge of geschreven getuigenissen
    –> Iets wat bedoeld is om door ons, de toekomst, gevonden te worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Auteurs van getuigenissen geven ons

A
  • Wat, Hoe en Waarom
  • Deze drie aspecten komen jammer genoeg niet overal duidelijk aan bod
    –> De historicus moet ruwe elementen aan het materiaal toevoegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Soorten bronnen die niet bewust gemaakt zijn op historische bron te worden

A
  1. Artefacten
    = objecten uit het dagelijkse leven vooraleer ze historische bronnen werden
  2. Mondelinge tradities en geschreven getuigenissen
    = hebben de bedoeling een bewijs te leveren van het bestaan van een rechtsfeit

Deze bronnen kunnen om verschillende redenen gemaakt worden:
- Met opzet: Om een bepaald doel te bereiken
- Per ongeluk: Etensresten die ergens achterblijven, kapotte scherven…
De laatste soort bron is de meest betrouwbare: ze kan niet gemanipuleerd zijn
3. Unwitting testimony
= een geval van ongewilde getuigenis, onbedoelde getuigenis ⇒ Dit is iets nieuws wat vaak voorkomt door de moderne media.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Historicus moet kritisch zijn tegenover de bron

A
  • Ten opzichte van de vorm en inhoud
  • Ontstaancontext
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly