Orgasme, ejaculatie en pijnsyndromen Flashcards

1
Q

Orgasme

A

Plezierige mentale en fysieke sensatie: ontlading van pelvische vasocongestie en spierspanning
o Onvrijwillige spiercontracties
o Bloeddruk/hartritme/ademhalingsfrequentie omhoog
–> dit gaat omhoog door sympathische activatie
o Krampen of spasmen in de voetspieren/benen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ejaculatie

A

Fysiek proces van expulsie van semen via de penis
o Onderscheid in 2 fases: Emissie > expulsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Emissie

A

Blaashalssluiting, emissie van sperma in de prostatische urethra
Alfa-receptoren (sympaticus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Expulsie

A

Rhytmische contractie van de mm. bulbospongiosus en pubococcygeus door activatie van de n. pudendus
* Gestreepte spieren (spinale reflex?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bulbospongiosus

A

spier die rond plasbuis zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bekijk foto p60 (ejaculatie)

A

Gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Orgasme als complex neuro-hormonaal proces

A

twee neurotransmitters
- dopamine (oxytocine)
- serotonine (prolactine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dopamine (oxytocin) bij ejaculatie

A

Dopamine-synthetiserende neuronen die hun oorsprong vinden in de onderste hersenstam (met name het ventrale tegmentale gebied) worden geactiveerd tijdens de ejaculatie bij mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat vergemakkelijkt de expressie van een orgasme?

A

dopamine-precursor L-dopa
dopaminerge agonisten (bijv. apomorfine),
dopamine-releasers (bijv. amfetamine) of
dopamineheropnameremmers (bijv. cocaïne of bupropion)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat verslechterd de expressie van een orgasme?

A

De toediening van antipsychotica doordat het de postsynaptische dopaminereceptoren blokkeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dopamine agonisten klinische voorbeeld

A

Worden gegeven bij parkinson
–> worden hyperseksueel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Serotonine en dopamine bij orgasme

A

Dopamine is pro-orgastisch en serotonine is contra-orgastisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Serotonine (prolactin) bij

A
  • Antidepressiva hebben de neiging om anorgasmie te veroorzaken.
  • Buspiron, dat de afgifte van serotonine in de synaps vermindert, vergemakkelijkt het orgasme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

SSRI’s bij orgasme

A

SSRI’s, verhogen de accumulatie van serotonine in synapsen door de heropname ervan in de neuronuiteinden waaruit het werd vrijgegeven te blokkeren
–> bemoeilijkt het orgasme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat verlaagd het orgasme

A

Amphetamines bv. MDMA, XTC en cocaïne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Voorwaarden voor normaal orgasme en ejaculatie

A

Intacte bezenuwing
Intacte interne sphincter (blaashals)
Geen obstructie
Normaal testosterone-gehalte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Ejaculatie- en orgasme-stoornissen

A
  • Premature ejaculatie
  • Retrograde ejaculatie
  • Anejaculatie & anorgasmie / vertraagde ejaculatie
  • Anhedonisch orgasme
  • Pijnlijke ejaculatie
  • Hematospermie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Evaluatie van het orgasme en ejaculatie

A

Anamnese
Klinisch onderzoek
Kracht van orgasme
Kwaliteit van orgasme
Intravaginale latentietijd
Onderliggende/aanverwante klachten
Labo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Evaluatie van het orgasme en ejaculatie: anamnese

A
  • Tijdsverloop en evolutie van de stoornissen
  • Psychoseksuele gewoonten
  • Impact van de ejaculatiestoornissen op het seksueel functioneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Evaluatie van het orgasme en ejaculatie: klinisch onderzoek

A
  • Genitaal onderzoek met neurologische evaluatie van het perineum en de sacrale regio littekens ten gevolge van vroegere heelkunde.
  • Nauwe voorhuid, kort frenulum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Evaluatie van het orgasme en ejaculatie: kracht van orgasme

A
  • 0: geen ejaculatie
  • 1: overflow ejaculatie (uitlopen)
  • 2: ejaculatie tot onder de navel
  • 3: ejaculatie tot boven de navel
  • Kinsey: one-two foot, but in 3/4, semen exuded
  • Masters and Johnson: 30-60 cm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Evaluatie van het orgasme en ejaculatie: kwaliteit van orgasme

A

VAS schaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Evaluatie van het orgasme en ejaculatie: Intravaginale latentietijd

A
  • Intravaginale latentietijd – hoe lang is de tijd van penetratie tot orgasme
  • Mediaan: 5 min
    o Gemiddeld is het minder dan vijf minuten (verschil tussen mediaan en gemiddelde)
  • Prematuur <1 (aangeboren) <3 (verworven) minuten
24
Q

Evaluatie van het orgasme en ejaculatie: Onderliggende/aanverwante klachten

A

libido, relatiestatus, seksuele anamnese, drugs/middelengebruik.

25
Q

Evaluatie van het orgasme en ejaculatie: labo

A
  • Uitsluiten hypogonadisme (serum), uitsluiten infecties (urinecultuur)
  • In klinische context altijd een labo
  • T gehalte wordt gemeten
26
Q

Premature ejaculatie prevalentie

A

Meest frequente seksuele dysfunctie bij de man (1/3)
* Prevalentie blijft min of meer gelijk doorheen levensloop, onafhankelijk van leeftijd
* Regelmatig in combinatie met erectiestoornissen (stress, sympaticusactivatie, of meer stimulatie nodig om erectie te behouden).
* Frequent maar daarom niet de klacht waarvoor de meeste hulp gezocht wordt
* Mensen in langere relatie gaan er vaak minder last van hebben of zich minder aan storen

27
Q

ISSM definitie PE

A
  • Levenslange PE
  • Verworven PE
    EN
    o De onmogelijkheid om de ejaculatie (en/of orgasme) uit te stellen
    –> controleverlies
    o Negatieve persoonlijke consequenties zoals stress, frustratie of het vermijden van seksuele intimiteit
    –> belangrijk om een stoornis te noemen
28
Q

Levenslange PE

A

Ejeculatie altijd of bijna altijd voor of binnen een minuut na vaginale penetratie

29
Q

Verworven PE

A

Klinisch significante en storende verkorting van intravaginale latentietijd, meestal tot 3 minuten of korter, waar dit voorheen niet aanwezig was.

30
Q

ISSM

A

international society of sexual medicine

31
Q

Etiologie van PE

A

Ziekte vs evolutionaire rest?
* Evolutionair gezien is het beter om sneller klaar te komen want als je seks hebt ben je in gevaar VS cultureel gezien hebben we liever dat het langer duurt
* Copulatie brengt kosten met zich mee, zowel fysiologisch, bv de hoeveelheid energie die in de copulatie zelf wordt gestoken, als ecologisch, bv verhoogde blootstelling aan parasitisme of predatie dus zou je kunnen verwachten dat copulatie slechts de hoeveelheid tijd in beslag neemt die nodig is voor de succesvolle overdracht van sperma

32
Q

DNA in de etiologie van PE

A
  • In ons DNA zijn er bepaalde veranderingen waardoor sommige mannen sneller klaarkomen en anderen trager
    o Stukje van DNA dat serotonine transport codeert gaat er vaker een premature ejaculatie zijn
    –> Serotonine transporter promotor regio (5-HTTLPR polymorfisme)
33
Q

Genen in etiologie van PE

A

Lage 5HT-neurotransmissie en Hyposensitiviteit van 5HT2C –> Ejaculatoire drempel genetisch ‘ingesteld’ op een lager niveau –> Snel ejaculeren met minimale stimulatie

34
Q

Behandeling PE

A
  • Fysieke/gedragstherapie
  • Topische behandeling
  • Orale behandeling
35
Q

Fysieke/gedragstherapie PE

A

Lange termijn oplossing
o Stop-start techniek
o Squeeze-techniek
Werkt volgens prof vrij slecht

36
Q

Stop-start techniek

A

(Semans): partner stimuleert de penis tot bijna aan hoogtepunt, dan stoppen, en opnieuw beginnen als deze gevoeligheid is weggetrokken
Point of no return leren kennen

37
Q

Squeeze-techniek

A

(Masters & Johnson): zelfde als start-stop, maar met manuele compressie van de glans tot wegtrekken van gevoel van nakend orgasme.

38
Q

Topische behandeling PE

A

Beste verlenging IVLT
o Lidocaine applicatie
o Condoom met lokaal anestheticum
 Condooms waar er aan de binnenkant lokale verdoving zit, maar condoom zit in de verpakking opgerold
–> condooms werken niet goed is meer marketing
o Nadeel, minder gevoeligheid en partner kan ook minder goed tot orgasme komen
–> vaak te weinig gestimuleerd

39
Q

Orale behandeling PE

A

Dapoxetine (on demand) 30-60 mg.
 Dapoxetine is het enige dat op de markt is dat goed gekeurd is
 Oxetine – SSRI’s
 Is zo gemaakt dat het snel opgenomen wordt maar ook snel opgeklaard is
* Terwijl bij SSRI’s iets nodig is dat traag afgebroken wordt
 Nadeel is dat seks gepland moet worden omdat het 30 minuten opvoorhand ingenomen moet worden

40
Q

Behandeling van PE en ED

A

Eerst ED wordt aangepakt

41
Q

Retrograde Ejaculatie

A
  • Wel emissie maar geen expulsie
  • Alfa blokkers, operaties aan prostaat, schade aan sympathicus (bvb RPLND): open blaashals
  • Symptomatologie: wel orgasme, geen ejaculatie
    –> troebele urine na orgasme
42
Q

Behandeling retrograde ejaculatie

A
  • Moeilijk: voorkomen zo mogelijk.
  • Sympathico-mimetica, zoals pseudo-efedrine (context: fertiliteit)
    o Sympathico-mimetica – iets dat het sympatische zenuwstelsel stimuleert
    –> wordt gebruikt bij verstopte neus (Vasocedine)
    o Behandeling alleen in functie van fertiliteit
43
Q

Anejaculatie

A
  • Geen ejaculatie, wel orgasme
  • Vooral neurogeen: schade van de zenuwen (neuropathie: diabetes), ruggemergletsels
  • Bepaalde medicatie, alcohol (zeldzaam)
  • Prepubertair (droog orgasme)
  • Status na radicale prostatectomie (verbinding tussen prostaat/zaadblaasjes en buitenwereld bestaat niet meer)
44
Q

Verschil tussen asejaculatie en retrograde ejaculatie

A

Retrograde: na orgasme ZC in urine (kunnen IVF doen)
Anejaculatie geen ZC in urine (ZC in teelbal gaan zoeken)

45
Q

Behandeling anejaculatie

A
  • Voornamelijk bij kinderwens
  • Vibratietherapie (100 Hz vibratie met 2.5 millimeter amplitudo)
  • Electro-ejaculatie
46
Q

Vibratietherapie

A

Vibratie wordt tegen toompje gezet
Doordat zenuwen harder geprikkeld worden kan er toch een ejaculatie zijn

47
Q

Electro-ejaculatie

A

Iets wordt in anus ingebracht en op een plaats op prostaat en zaadblaasjes gehouden zodat er rechstreeks stimulatie is

48
Q

Anorgasmie-hyporgasmie

A

Vertraagd orgasme-ejaculatie
Afwezigheid van gevoel van orgasme, niet of erg moeilijk kunnen bereiken van orgasme.

49
Q

Anorgasmie-hyporgasmie oorzaken

A

o Reguliere observatie bij het ouder worden
o Laag testosterone (hypogonadisme)
o Psychogeen (relationeel, negatieve attitude tegenover sex)
o performance anxiety
o Neurogeen
o Drugs (XTC > serotonine zeer hoog) & alcohol

50
Q

Anorgasmie-hyporgasmie behandeling

A

Moeilijke behandeling, hypogonadisme is de enige uitzondering waarbij het makkelijker te behandelen is
–> in praktijk ook niet zo een hele frequente klacht
* Testosterone in geval van hypogonadisme
* Yohimbine, cabergoline (dopamine agonist), Oxytocine
* Counseling, psychotherapie, veranderingen in seksuele beleving
* Intensere stimulatie (vibratie, masturbatie)

51
Q

Anhedonisch orgasme

A
  • EN: pleasure dissociative orgasmic dysfunction (PDOD)
  • Mogelijk probleem met dopaminerge transmissie
    o Dissociatie tussen het gevoel van orgasme en het als plezierig beleven van een orgasme
  • Mogelijk gelinkt aan depressie, verslavingsproblematiek
  • Hoog prolactine, laag testosterone.
  • Moeilijke behandeling
    –> zo oorzaak vindbaar: oorzakelijk
52
Q

Pijnlijk orgasme

A
  • Vaak kaderend in prostatitis of andere infecties van urinair systeem
  • Soms obstructie (steenvorming?) van ejaculatoire ducti en/of zaadblaasjes
  • Komt tevens voor bij CPPS, bekkenbodemhypertonie
53
Q

Pijnlijk orgasme behandeling

A
  • Vooral begrijpen van waar het komt voor behandeling
  • Opzoeken en aanpakken ontstekingsproblematiek
  • Opzoeken en aanpakken van obstructie
  • Pijnstilling, behandeling CPPS
54
Q

Hematospermie

A
  • Bloedbijmenging in sperma
  • Vaak ECI (oorzaak onbekend), soms bij gebruik bloedverdunners/hoge bloeddruk
  • Uitsluiten dat er iets ernstig aan de hand/onderliggende oorzaak is
    o Uitsluiten van prostaataandoeningen
    o Uitsluiten van blaasaandoeningen
  • Vrij frequente klacht maar wordt vaak geen oorzaak voor gevonden
55
Q

Hematospermie

A

Behandeling: aanpassen bloedverdunner zo nodig. Oorzakelijke behandeling zo mogelijk. Vaak: geruststellen.