Medische follow-up bij chemische castratie en genderdysforie Flashcards

1
Q

Andere naam Androgeen deprivatie therapie

A

Chemische castratie
= medicamenteuze behandeling om T naar een zeer laag niveau brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Doel van Androgeen deprivatie therapie

A
  • Bij hyperseksualiteit/parafiele stoornis
    o T sterk verlangen om hyperseksualiteit te verlagen
    o Verlaagt libido: effect op gedachten
    o Daling van recidive: effect op gedrag
  • <-> link tussen testosterongehalte en libido/gedrag is variabel
  • Langdurige behandeling
    o Gedurende een aantal jaar verder zetten vaak in combi met psychotherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer ADT starten

A
  • Steeds op verwijzing van behandelende psychiater
  • Slechts onderdeel van therapie voor hyperseksualiteit
    o In combinatie met andere vormen van therapie
  • Medische behandeling: patiënt moet toestemming geven
  • Kan voorwaarde zijn voor vervroegde vrijlating uit gevangenis
    o Steeds als onderdeel van therapie
    o Kan in België niet verplicht worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ADT eigenschappen

A
  • Efficiënt: testosteron adequaat verlagen
  • Eenvoudig: betere naleving
  • Omkeerbaar (als noodzaak er niet is moet het kunnen stoppen)
  • Betaalbaar
  • Weinig nevenwerkingen
  • Meetbaar (effect van therapie op T)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ADT Medicatie

A
  • Cyproteron acetaat (CPA) (Androcur®)
  • GnRH agonist (Salvacyl®)
  • Beide producten worden in België volledig terugbetaald voor de indicatie ‘hyperseksualiteit bij de man’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cyproteron acetaat (CPA)

A
  • Progestageen met anti-androgeen effect
  • Blokkeert werking van testosteron
    o Werkt effect van androgeen tegen en dus productie van T
  • Verlaagt testosterongehalte
  • Dagelijkse inname van tabletten
  • Erectiele dysfunctie en lager libido
  • Lagere recidiefkans wanneer correct ingenomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

CPA bijwerkingen

A
  • Ontwikkeling van meningeoom (hersentumor) bij hoge dosis en langdurig gebruik
  • Gewichtstoename
  • Gynaecomastie
  • Sub/infertiliteit
  • Warmteopwellingen
  • Trombo-embolie
  • Leverfunctiestoornissen
  • Depressie, adynamie
  • Botverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

GnRH agonist

A
  • Legt de hormoonproductie van gonadotropinen in de hypofyse stil
  • Injectie om de drie maanden
  • Testosteron wordt zeer laag (prepubertair niveau) in 2-4 weken na opstart therapie
  • Erectiele dysfunctie en lager libido
  • Lagere recidiefkans
  • Na eerste inspuiting: ‘flare-up’ van androgenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

GnRH agonist bijwerkingen

A

(Meeste data van prostaatkankerpatiënten)
* Warmteopwellingen (vegelijkbaar effect als bij V bij menopauze)
* Pijn bij injectie
* Botverlies
* Hoger risico cardiovasculaire aandoeningen?
–> hier is nog niet echt goede data over
* Gynaecomastie
* Sub/infertiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe legt GnRH agonist de productie van gonadotropinen in de hypofyse stil?

A

Normaalgezien (zonder medicatie) wordt GnRH in pulsen aangemaakt
o Hypofyse blijft gevoelig voor effect
Bij continue, stabiele toediening
o Hypofyse wordt ongevoelig voor effect
o Aanmaak van LH en FSH stopt, LH en FSH worden laag –> T wordt laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Flare-up van androgen bij GnRH agonist

A

o Tijdelijk stimulatie van de hypofyse (omdat deze nog niet ongevoelig is)
o Tijdelijke stijging van LH, FSH en testosteron
o Kan tijdelijk libido verhogen
o Bij opstart steeds combineren met CPA (tabletten)
 Start twee weken voor de eerste injectie
 Tot vier weken na de laatste injectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bekijk foto p38 (GnRH agonist)

A

Gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Opstart van ADT therapie

A
  • Bespreking effect op fertiliteit, bot, nevenwerkingen
  • Cardiovasculaire risicofactoren: gewicht, roken, bloeddruk
  • Bloedname
    o Hematocriet
    o Leverfunctie
    o Bloedsuiker
    o Cholesterol
    o Testosteron
  • Botdichtheid meten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Opvolging van ADT therapie

A
  • Om de 3-6 maanden, jaarlijks indien stabiel
  • Botdichtheid: controle na 2 jaar behandeling, dan om de 2-5 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gender

A

Culturele, sociale, psychologische invulling mannelijkheid/vrouwelijkheid
* Gekoppeld aan verwachtingen, waarden, normen in samenleving
* Genderidentiteit: persoonlijke beleving van gender
* Genderexpressie: uiting van gender in kledij, gedrag, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geslacht

A

Gebaseerd op biologische kenmerken
* Genotypisch geslacht: XX versus XY
* Gonadaal geslacht: ovaria versus testes
* Fenotypisch geslacht: externe genitalia
* Incongruentie tussen verschillende biologische kenmerken: DSD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Soorten gender

A

Cisgender
Transgender
AMAB
AFAB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Cisgender

A

Samenvallen van biologisch geslacht en genderidentiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Trans man

A

geboren met vrouwelijke geslachtsorganen, mannelijke genderidentiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Trans vrouw

A

geboren met mannelijke geslachtsorganen, vrouwelijke genderidentiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

AMAB

A

Assigned male at birth

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

AFAB

A

Assigned female at birth

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Soorten genderdysforie

A
  • Genderdysforie
  • Gender incongruent
  • Gender ambivalent
  • Gender non-binair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Genderdysforie

A

lijdt onder het anders zijn vanuit gender

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Gender incongruent

A

identificeert zich sterker met andere geboortegeslacht dan toegewezen geboortegeslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Gender ambivalent

A

identificeert zich even veel met het ander geboortegeslacht als met het toegewezen geboortegeslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Gender non-binair

A

identificeert zich niet of niet helemaal met een van de binaire gendercategorieën

28
Q

Prevalentie genderdysforie

A

o AMAB: +/- 1 op 1.500
 In VL: +/- 2000
o AFAB: +/- 1 op 3.000
 In VL: +/- 1000

29
Q

Prevalentie gender incongruent

A

o AMAB 0,7%
 In VL: +/- 17.500
o AFAB: 0,6%
 In VL: +/- 15.000

30
Q

Prevalentie gender ambivalent

A

o AMAB: 2,2%
 In VL: +/- 55.000
o AFAB: 1,9%
 In VL: +/- 47.000

31
Q

Wet op naam – en geslachtswijziging voor 2018

A

Betrokkene moest
o NAAM: attest endocrinoloog en psychiater + hormoonbehandeling ondergaan
o GESLACHT: attest psychiater + chirurg: verklaring onomkeerbare innerlijke overtuiging tot het andere geslacht te behoren dan datgene dat is vermeld in de akte van geboorte; + geslachtsaanpassing + sterilisatie hebben ondergaan

32
Q

Wet op naam – en geslachtswijziging vanaf 2018

A

Betrokkene moet
o NAAM: attest arts + hormoonbehandeling niet meer noodzakelijk
o GESLACHT: geen noodzaak meer tot heelkunde, enkel een verklaring dat men overtuigd is dat het geslacht op de geboorteakte niet overeenstemt met de innerlijke beleefde genderidentiteit + de administratieve en juridische gevolgen van een aanpassing van de geboorteakte kent en wenst.

33
Q

Bekijk foto’s op p41

A

gedaan

34
Q

Genderdysforie en genderzorg

A
  • Gecoördineerde en gespecialiseerde zorg
  • Gender-affirming care:
    o Voorzien in veilige en effectieve zorg
    o Comfortabel leven in de eigen gender identiteit
  • Gaat niet enkel over lichamelijke veranderingen of over de geslachtsverandering op zich (hormonaal/chirurgisch)
  • Zorg voor deze personen – Gendertraject
  • Fertiliteit
  • Dermatologie
  • Stemtherapie
35
Q

Gendertraject

A

o Gesprekstherapie (meer als ondersteuning om persoon te begeleiden, geen “examen” of je het echt bent)
o Hormoontherapie
o Chirurgie

36
Q

Bekijk foto p42 (transgender zorgpad)

A

Gedaan

37
Q

Hormonale behandeling genderdysforie

A

Start na evaluatie van:
o Fertiliteit
 Fertiliteit wordt voor hormoon behandeling en voor chirurgie besproken om eicellen of zaadcellen te laten invriezen
 Trans V: Cryopreservatie (invriezen) sperma verkregen via ejaculatie/testiculaire sperma-extractie
 Trans M: Cryopreservatie eicellen na ovariële stimulatie met hormonen
 Bij kinderwens:
* Afhankelijk van geslacht partner/persoonlijke situatie (zaadcel/eiceldonor, draagmoeder)

o Risicofactoren
* GAHT: gender-affirming hormone treatment

38
Q

Proces genderzorg

A
  1. beoordeling en diagnose
    a. bespreken van fertiliteit en refereren naar een gespecialiseerd centrum
  2. hormoon behandeling
    a. bespreken van fertiliteit en refereren naar een gespecialiseerd centrum
  3. geslachtsveranderende chirurgie
39
Q

Trans vrouw: hormonale behandeling

A
  • Combinatietherapie:
    o Oestrogenen: ontwikkelen van ‘vrouwelijke’ lichamelijke kenmerken
    o Anti-androgenen: onderdrukken van ‘mannelijke’ lichamelijke kenmerken
     Worden gestopt na gonadectomie
  • Doel:
    o Serum estradiol tussen 100-200 pg/ml
    o Testosteron < 50 ng/dl
40
Q

Trans vrouw: hormonale behandeling: oestrogenen

A
  • Peroraal (bio-identieke oestrogenen)
    o Tabletten: 2-4 mg per dag
    o bv Progynova
  • Transdermaal (via huid, gel of pleister)
    o Leeftijd > 45 jaar
    o Actief roken
    o Voorgeschiedenis van trombo-embolie
    o Bv Oestrogel of Dermestril
    –> kiezen oestrogenen die er heel erg op lijken maar niet exact hetzelfde zijn = bio-identieke oestrogenen
  • Geen synthetische oestrogenen (ethinyl estradiol (=OAC)) zoals bv in de pil, die zijn niet identiek aan lichaamseigen oestrogenen
41
Q

Trans vrouw: hormonale behandeling: Anti-androgenen of GnRH analogen

A
  • Cyproteron acetaat (bv Androcur): verlaagt testosteron-aanmaak
    o Dagelijkse inname
    o Contraindicaties: leverfunctiestoornissen, meningeoom, trombose
  • Spironolacton: blokkeert androgeenreceptor
    o Dagelijkse inname, kan niet gebruikt worden bij de behandeling van hyperseksualliteit omdat het een zwakkere vorm is
  • GnRH analoog (Triptoreline): verlaagt testosteronaanmaak door gonadotropinen te verlagen
    o Injectie om de drie maanden
  • Stop na orchidectomie
42
Q

Trans vrouw: hormonale behandeling: progesteron

A
  • Wordt momenteel niet aangeraden, te weinig evidentie voor benefit
  • Hoger risico op trombo-embolie
43
Q

Bekijk foto p43 (effecten van therapie)

A

Gedaan

44
Q

Effecten van therapie V

A

Voor sommige dingen al na een aantal maanden zichtbaar
Redistributie van lichaamsvet
Afname van spiermassa en kracht
Verzachting van huid/verminderde vettigheid
Verminderde seksuele verlangens
Verminderde spontane erecties
Mannelijke seksuele disfunctie
Borstgroei
Verminderd testiculair volume
Verminderde spermaproductie
Verminderde terminale haargroei
Hoofdhaar (haargroei beperkt, bijkomende therapie nodig)
Stemverandering (logopedie)

45
Q

Trans vrouw: risicofactoren en contra-indicatie

A
  • Factoren die risico op trombo-embolie (bloedklonters) verhogen:
    o Roken
    o Obesitas
    o Voorgeschiedenis van trombo-embolie (longembool, DVT)
    o Gebruik van niet-voorgeschreven hormoontherapie (vriendin, online)
  • Contra-indicatie:
    o Voorgeschiedenis van borstkanker
46
Q

Trans vrouw: bijkomende behandeling

A
  • Beharing
    o Dermatologie: laserbehandeling/elektrische ontharing –> doorverwijzen naar dermatoloog
    o Meerdere sessies noodzakelijk
  • Stemveranderingen
    o Trillingsfrequentie stembanden: AMAB 120 Hz, AFAB 220 Hz
     Tussenin genderambigue zone (150 tot 185 Hz)
    o Logopedie: terugbetaling mogelijk via voorschrift NKO-arts (foniatrie)
    o NKO: Heelkunde stembanden
47
Q

Trans vrouw: monitoring hormoonbehandeling

A
  • Initieel elke 3 maanden, vervolgens halfjaarlijks tot jaarlijks
    o Trombo-embolische aandoeningen
    o Cardiovasculaire risicofactoren
    o Bloedname: Hormoonlevels, Cholesterol, Leverfunctie, Prolactine
  • Langdurige follow-up
    o Beperkte data
48
Q

Trans man: hormonale behandeling

A
  • Behandeling met testosteron
    o Testosteroninjecties
    o Transdermale testosterone gel
    o Titratie testosteronspiegel:
     Midnormale mannelijke range
     400-700 ng/dl
  • Associatie van progestageen – menstruatie onderdrukken
    o Vanaf start, bij hevige menses
    o Indien menses persisteren na starten van behandeling met testosteron
    o Niet bij iedereen nodig, testosteron vaak voldoende om menses te onderdrukken
    o Stop na hysterectomie/ovarectomie
49
Q

Bekijk foto p44 (effecten van therapie)

A

Gedaan

50
Q

Effecten van therapie M

A

Vettige huid/acne
Gezichts-/lichaamshaar groei
Hoofdhaarverlies
Toename spiermassa/kracht
Vetredistributie
Stoppen van menstruatie
Vergroting van de clitoris
Vaginale atrofie
Verdieping van de stem

51
Q

Trans man: risicofactoren en bijwerkingen

A
  • Risicofactoren:
    o Roken
    o Obesitas
    o Cardiovasculaire aandoeningen
  • Bijwerkingen:
    o Erythrocytose (stijging hematocriet, bloedcellen worden te hoog)
    o Leverfunctiestoornissen
    o Hypertensie
52
Q

Trans man: monitoring hormoonbehandeling

A
  • Initieel elke 3 maanden, vervolgens halfjaarlijks tot jaarlijks
    o Acne, beharing
    o Cardiovasculaire risicofactoren
    o Bloedname: Hormoonlevels, Hematocriet, Cholesterol, Leverfunctie, Prolactine
  • Langdurige follow-up
    o Beperkte data
53
Q

Bekijk foto p45 (risico’s behandeling)

A

Gedaan

54
Q

Trans vrouw: kanker

A
  • Bezorgdheid voor hoger kankerrisico door hogere oestrogeenspiegels
  • Borstkanker
    o Hoger risico tov cis mannen
    o Lager risico tov cis vrouwen
    o Screening zoals cis vrouwen
  • Prostaatkanker
    o Lager risico tov cis mannen
    o Screening zoals cis mannen
  • Meningeoom: bij behandeling met hoge dosis cyproteron acetaat
    –> wordt steeds minder gebruikt
55
Q

Trans man: kanker

A
  • Borstkanker
  • Hoger risico op baarmoederhalskanker
    o Minder deelname aan screening (vb. uitstrijkje) en detectie van premaligne letsels
    o Atrofie vaginaal slijmvlies, moeilijker gynaecologisch onderzoek
  • Geen hoger risico op endometrium/ baarmoeder kanker
  • Screening borst- en baarmoederhalskanker blijft belangrijk
    o Afhankelijk van aanwezigheid borstweefsel en baarmoederhals
    o Vanaf 50 jaar mammografie tweejaarlijks
    o Vanaf 25 jaar uitstrijkje driejaarlijks
56
Q

Trans man: borstkanker

A

o Weinig gegevens over
o Lager risico dan cis vrouwen
o Hoger risico dan cis mannen
o Risico neemt sterk af met mastectomie, maar niet al het klierweefsel wordt verwijderd want dan zou de teepel te diep gaan liggen

57
Q

Trans vrouw: botdensiteit

A
  • Geen monotherapie met anti-androgenen: botverlies –> Anti-androgenen steeds combineren met oestrogenen
  • Lagere botdensiteit voor start GAHT in vergelijking met cis vrouwen
  • Toename van botdensiteit met GAHT
58
Q

Trans man: botdensiteit

A
  • Beperkte toename van botdichtheid met GAHT
59
Q

Genderdysforie: chirurgische behandeling

A
  • 2 jaar correcte inname van hormonale therapie om het weefsel aan te passen
  • Bewust van gevolgen/prijs
  • Eventuele co-morbiditeiten onder controle: rookstop, BMI <30
  • Verwijzing vroegtijdig naar chirurg (wachtlijst!)
  • Peri-operatief hormonale behandeling onderbreken
  • Herstarten hormonale therapie na heelkunde
  • Fertiliteit
60
Q

Trans man: heelkunde

A
  • Mastectomie (borst wegnemen)
  • Ovariectomie, vaginectomie, hysterectomie
  • Neopenis
    o Constructie micropenis uit gegroeide clitoris (metadoioplastie)
    o Falloplastie: ‘Radial forearm flap’, nieuwe penis creeren uit een huidflap waar er geen haar is
  • Scrotumplastie + teelbalprothese
  • Erectieprothese
61
Q

Bekijk foto p47 (heelkunde transman)

A

Gedaan

62
Q

Trans vrouw: heelkunde

A
  • Orchidectomie (wegnemen teelballen) en penectomie (wegnemen penis)
  • Neovagina: vaginaplastie
    o Hele moeilijke ingreep
  • Borstvergroting
  • Gelaatschirurgie (om mannelijke gelaatstrekken weg te laten doen)
63
Q

Neovagina: vaginaplastie is een moeilijke ingreep

A

Prolaps – weefsels zakken terug uit naar buiten van nieuwe holte
Fistels – plasbuis niet op plaats waar je die verwacht
Vaginale stenose – holte kan vernauwen waardoor er niets meer in kan

64
Q

Bekijk foto p46 (heelkunde transvrouw)

A

Gedaan

65
Q

Besluit behandeling genderdysforie

A
  • Multidisciplinaire benadering
  • Gender-friendly omgeving
  • Monitoring hormoonlevels en co-morbiditeit
  • Nood aan grotere en langdurige studies betreffende lange termijn veranderingen en opvolging van gezondheidsparameters
  • Transgenderzorg op oudere leeftijd?
66
Q

ENIGI

A

The European Network for the Investigation of Gender Incongruence (ENIGI) is a multicenter prospective study.