Hypogonadisme Flashcards

1
Q

Bekijk foto p26 (HTA)

A

Gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hypothalamo-hypofysaire-testiculaire as anatomisch

A
  • Hypothalamus
  • Pituitary
  • Anterrior pituitary – voorflap van hypofyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hypothalamo-hypofysaire-testiculaire as

A

Wanneer er minder T wordt aangemaakt gaat de hypofyse dit voelen en dan deze proberen meer T te produceren door meer LH aan te maken
–> aan de hand van hoeveelheid LH kan je zien of het probleem in de hypofyse of in de teelbal zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aanmaak van T doorheen de dag

A
  • Piek in T tegen de ochtend (bij jonge mannen)
  • Als we T meten gaan we dat bij voorkeur doen tussen 8-12u
  • Als mannen ouder worden zien we die piek vaak veel minder, is de curve meer afgevlakt
    –> hierbij ook meten tussen 8-12 om een gestandaardiseerde meting te hebben
  • Geen strikte aanlijning over wat oudere mannen zijn omdat het ook afhangt van gezondheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bekijk foto p26 (Totaal vs vrij hormoon)

A

Gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Totaal vs vrij T

A

45% T is gebonden aan SHBG
53% T is gebonden aan albumine
2% T is vrij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vrij T

A

niet-eiwitgebonden fractie van testosteron die de cel kan binnendringen en zich kan binden aan de androgeenreceptor
Biologisch actief
Vrij hormoon is moeilijker te meten, maar wel belangrijker om te weten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vrije hormoonhypothese

A

Het feit dat androgene biologische activiteit afhankelijk is van niet-eiwitgebonden hormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Albumine gebonden T

A

vanwege de lage affiniteit tussen albumine en testosteron kan een deel van het albumine-gebonden hormoon ook dissociëren en biologische activiteit hebben
biologisch beschikbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

SHBG T

A

T gebonden aan carier proteins
Geslachtshormoonbindend globuline
T wordt getransporteerd in het bloed door het binden aan eiwitten
* Alles wat aan SHBG hangt is voor het lichaam niet actief en ook niet in de cel actief
–> is een soort voorraad van T, een soort taxi waaraan T kan hangen en als voorraad kan dienen
Biologisch onbeschikbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Reden voor binding aan SHBG

A

Binden omdat T vet is en bloed is water en wanneer je dit wil oplossen kan dat niet, dus daarom aan eiwitten gemaakt om getransporteerd kan worden door het bloed
o T is afgeleid van cholesterol (vet-oplosbaar hormoon)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verschil tussen biologisch actief en biologisch beschikbaar

A

Albumine gebonden is biologisch beschikbaar maar wil niet zeggen dat het altijd biologisch actief is
Albumine gebonden kan voor een stukje loskomen en in cel opgenomen worden (stippellijn)
–> binding is niet zo sterk
Biologisch actief: kan cel binnendringen en binden aan androgeenreceptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

SHBG: Impact van leeftijd en geslacht

A

Concentratie van SHBG varieert doorheen het leven en is ook anders bij mannen dan bij vrouwen
Bij kinderen is het heel hoog
Blijft stabiel doorheen het leven, maar is hoger bij vrouwen dan bij mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom is SHGB hoog bij kinderen?

A

waarschijnlijk door proces dat beschermt tegen vroege ontwikkeling van geslachtshormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Factoren gerelateerd aan het verhogen van SHBG

A

Mannen ouder worden (belangrijkste)

Hyperthyreoïdie
Groeihormoondeficiëntie – laag IGF-1
Anti-inflammatoire cytokinen, zoals adiponectine
Anorexia nervosa
Oestrogenen
Gebruik van anticonvulsiva
Levercirrose en hepatitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Factoren gerelateerd aan het verlagen van SHBG

A

Obesitas (belangrijkste)
Diabetes mellitus – insulineresistentie – metabool syndroom (belangrijkste)
Hypothyreoïdie (belangrijkste)

Groeihormoonoverschot – hoog IGF-1
Pro-inflammatoire cytokinen, zoals TNFα en ILβ
Chronische inflammatoire ziekten
Androgenen
Glucocorticoïdoverschot – gebruik van glucocorticoïden
Nefrotisch syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Bekijk foto en tabel p28 (effecten van T in het lichaam)

A

Gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe heeft T effect in het lichaam

A
  • T kan direct effect hebben in het lichaam door te binden aan een androgeen receptor
  • T kan ook omgezet worden naar DHT mbv enzym (5-α reductase)
    o Androgeen effect van DHT is groter dan dat van T
  • T kan omgezet worden in Estradiol (E2) door aromatase en dan binden aan estrogeen receptor
  • T kan ook geïnactiveerd worden om het lichaam te verlaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Bekijk foto p28 (metallisatie)

A

Gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Formule T

A

T= T+DHT+E2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Verdeling hypogonadisme

A

Primair vs secundair
Organisch vs functioneel
Congenitaal vs verworven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Primair versus secundair hypogonadisme

A

Kijken op welk niveau het probleem gesitueerd is –> teelbal of in hypofyse/hypothalamus
* Probleem in teelbal zelf – primair hypogonadisme
* Probleem in hypofyse/hypothalamus – secundair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Primair hypogonadisme

A

Probleem in teelbal zelf – primair hypogonadisme
o Primair – probleem in het orgaan wat T maakt (teelballen)
 Gaan geen T en ZC kunnen aanmaken
 Dan gaat hypofyse dit voelen
 Hypofyse gaat meer gonadotropines maken
* Hyper – te veel aanmaak van gonadotropines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Secundair hypogonadisme

A

Probleem in hypofyse/hypothalamus – secundair
o Hypofyse gaat niet genoeg stimulerende signalen kunnen sturen om LH en FSH aan te maken
o Gaan er te weinig gonadotropines gemaakt worden
o Teelbal wordt te weinig gestimuleerd
o Teelbal maakt te weinig T
* Hypo – te weinig aanmaak van gonadotropines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Congenitaal vs verworven hypogonadisme

A

o Congenitaal: aangeboren
o Verworven: ontstaan doorheen het leven
Belangrijk om te weten wanneer het ontstaan is want hebben T nodig voor de genitale ontwikkeling in baarmoeder en puberteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Organisch vs functioneel hypogonadisme

A

o Organisch: aandoening thv hypofyse of testes
o Functioneel: door medicatie, obesitas, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Organisch hypogonadisme

A
  • Hypofysaire of testiculaire aandoening
    Echt een anatomisch probleem vb. teelbalkanker, hypofyse gezwel of teelbal draaiing
  • Hypogonadale symptomen vb. erectieproblemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Behandeling organisch hypogonadisme

A

Probleem kan niet helemaal opgelost worden
o Testosteronsubstitutie
 Gunstige invloed op symptomen
 Laag risico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Functioneel hypogonadisme

A

 Op oudere leeftijd
 Beïnvloed door omstandigheden vb. medicatie
 Op zich is er met de functionaliteit geen structureel probleem maar de werking van systeem wordt onderdrukt door dingen buiten het lichaam (medicatie) of in het lichaam (obesitas)
–> * Testosterondaling
o Leeftijd
o Obesitas
o Comorbiditeit
* +/- Hypogonadale symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

‘late-onset hypogonadisme’

A

Hypogonadisme op oudere leeftijd ontwikkeld
–> functioneel hypogonadisme

31
Q

Behandeling organisch hypogonadisme

A

Wanneer iemand met obesitas terug naar een normaal gewicht gaat, gaat het hypogonadisme weg
Medicatie vervangen kan probleem oplossen
o Evidentie?
o Testosteronsubstitutie: benefit vs risico’s
o Testosteronbehandeling:
 Vooral effect op seksuele klachten
 Benefit vs risico’s

32
Q

Organische oorzaken primair hypogonadisme

A

Klinefelter syndroom
Cryptorchidisme (vooral bij bilateraal)
Verworven anorchie (trauma, torsie, orchidectomie)
Gonadotoxische kankerbehandeling (chemo-/radiotherapie)
Gevorderde leeftijd

33
Q

Functionele oorzaken primair hypogonadisme

A

Geneesmiddel-geïnduceerd: ketoconazol, abirateron
Nierfalen

34
Q

Anorchie

A

geen teelballen aanwezig (beide teelballen beschadigd)

35
Q

Orchitis

A

infectie van teelbal (komt niet meer zo veel voor door bv vaccinaties)

36
Q

Organische oorzaken secundair hypogonadisme

A

Hypofyse- en niet-hypofysetumoren
Chirurgie
Radiotherapie

37
Q

Functionele oorzaken secundair hypogonadisme

A

Hyperprolactinemie
Geneesmiddel-geïnduceerd (opiaten, anabole steroïden, glucocorticoïden, GnRH-analogen)
Ernstige obesitas
Comorbide aandoeningen geassocieerd met veroudering
Voedingsgebrek, anorexia
Overmatige lichaamsbeweging

38
Q

Voorbeeld primair hypogonadisme

A

Klinefelter syndroom

39
Q

Veelbeeld secundair hypogonadisme

A

Hypofysetumor

40
Q

Bekijk foto p30 (overview of the different causes)

41
Q

Impact BMI op totaal T

A

Hoe hoger BMI, hoe lager T

42
Q

Symptomen hypogonadisme hersenen

A

Laag libido
Minder energie, vitaliteit

43
Q

Symptomen hypogonadisme haar

A

minder baardgroei
verminderde lichaambehaaring

44
Q

Symptomen hypogonadisme borst

A

borstzwelling (gynaecomastie)

45
Q

Symptomen hypogonadisme bot

A

Afname botmassa

46
Q

Symptomen hypogonadisme beenmerg

A

Anemie (bloedarmoede)

47
Q

Symptomen hypogonadisme spieren

A

afname spiermassa en kracht

48
Q

Symptomen hypogonadisme vet

A

toename vetmassa

49
Q

Symptomen hypogonadisme geslachtsorganen

A

verminderde vruchtbaarheid
erectiele dysfunctie
prostaat verkleind

50
Q

Diagnose hypogonadisme

A

Testen
* Tijdens puberteit:
o Afwezige of vertraagde puberteitsontwikkeling
* Na de puberteit:
o Bij hypogonadale klachten/symptomen:
 Seksuele dysfunctie
 Gynaecomastie
 Verminderde spierkracht, weinig energie, …
o Osteoporose

51
Q

Definitie hypogonadisme

A

Testosteron deficiëntie + Hypogonadale klachten/symptomen
–> beide zijn nodig om diagnose te stellen

52
Q

Meten van testosteron in het bloed

A
  • Minstens twee bepalingen, minstens 2 weken tussen
  • Methode-afhankelijk
    o Labs hanteren verschillende normaalwaarden
  • Niet meten tijdens acute ziekte
    vb. griep
    o Minstens 2 keer: wanneer een man ziek is kan T dalen dus tijd tussen houden
  • Altijd in de ochtend meten
53
Q

Interpreteren van meting T

A
  • > 12 nmol/L (350 ng/dL): hypogonadisme onwaarschijnlijk
    o Tenzij zeer hoog SHBG
  • < 8 nmol/L (230 ng/dL): hypogonadisme waarschijnlijk
  • 8-12 nmol/L (230-350 ng/dL): grijze zone
    o SHBG meten en vrij testosteron bepalen
54
Q

Wat naast T meten bij hypogonadisme?

A

Niet enkel T meten, ook gonadotropines (geel) meten
–> als prolactine verhoogd is kan dit een effect hebben op GnRH aanmaak

55
Q

Bekijk foto p33 (meten van T)

56
Q

Oorzaak hypogonadisme opsporen

A
  • Primair versus secundair:
    o Steeds LH en FSH bepalen
  • Organisch versus functioneel:
    o Organisch: MRI-scan van de hypofyse
    o Functioneel:
     Prolactine
     Medicatie
     Medische voorgeschiedenis
  • bij verhoogd FSH en LH en geen testoculair trauma/ingreep: Klinefelter
57
Q

Hypogonadisme bevestigen

A

o Hematocriet (# rode bloedcellen in bloed meten)
o Botdensiteitsmeting om osteoporose op te sporen

58
Q

Behandeling hypogonadisme

A

Primair hypogonadisme: testosteron replacement therapie, oorzaken kan je niet wegnemen, geen opties voor infertiliteit
Secundair hypogonadisme: Gonadotropinen (bij kinderwens), Testosteron replacement therapie, Functioneel (oorzaken wegnemen): Medicatie-aanpassingen, Levensstijlmaatregelen, Hyperprolactinemie behandelen

59
Q

Bekijk foto’s p33 (behandelen)

60
Q

Bekijk foto p33 (voor-en nadelen)

61
Q

Testosteron replacement therapie

A

Transdermaal TRT
Injecties

62
Q

Transdermaal TRT

A

o Gel met testosteron
o Dagelijks smeren op de huid ’s ochtends
–> in de ochtend omdat je die piek in T wil nabootsen
 Gel op buik, schouder of benen (hier ligt geen weefsel dat rechtstreeks gevoelig is voor T)
o T gaat binnen de 2 uren beginnen stijgen en in de loop van de dag gaat het afnamen
o Niet terugbetaald
o Overdracht naar andere personen

63
Q

Injectie TRT

A

o Middellange werkingsduur: 1 injectie om de 2-3 weken
o Lange werkingsduur: Nebido: 1 injectie om de 10-14 weken
o Onmiddellijk na injectie stijgt T en dan werkt het uit

64
Q

Effecten TRT

A

Effecten die we zien als je T behandeling start
* Verbetering op seksueel functioneren (60-70% zien verbetering)
* Positieve effecten op energie
* Positief effect op hematocrit
Effect op lichaamssamenstelling
* Heeft meer tijd nodig
* Iets meer spier, iets minder vetmassa
* Kan tot een jaar, twee jaar duren tot je de effecten ziet

65
Q

Contra-indicaties testosteronbehandeling

A
  • Kinderwens
  • Borstkanker (hormoongevoelige kanker)
  • Onbehandelde prostaatkanker, verhoogd PSA, verdachte nodule
  • Hoog hematocriet (>50%) –> kan verder stijgen
  • Verhoogde stollingsneiging
  • Onbehandeld slaapapnee
  • Recent hartinfarct of beroerte (eerst laten herstellen)
  • Ernstig hartfalen
66
Q

Bijwerkingen van TRT

A
  • Meestal:
    o Onderdrukking van sperma-aanmaak (bij de meeste mannen)s
  • Soms:
    o Gynaecomastie
    o Stijging van hematocriet
    o Acne
67
Q

Gonadotropinen behandeling

A
  • Werken enkel bij secundair hypogonadisme
  • Subcutane injecties, 2-3 keer per week
    o Intensiever dan behandeling met T
    o Inspuiten in buik
  • Minstens zes maanden wachten om spermatogenese te beoordelen
  • Kan 18-24 maanden duren eer effect op spermatogenese
  • Vervanging voor LH en FSH
  • FSH enkel gebruikt wanneer er een kinderwens is
68
Q

HCG

A

Zwangerschapshormoon
LH en HCG lijken heel erg op elkaar
HCG uit urine van zwangere vrouwen
Bindt ook op de LH-receptor
Heeft effect zoals LH

69
Q

Wanneer Gonadotropinen behandeling?

A

o Bij kinderwens
o Bij contra-indicatie testosteroninjecties
o Bij te verwachten recuperatie van systeem, bv hyperprolactinemie
–> tijdelijk gebruiken van gonadotropinen

70
Q

Bekijk foto op p35 (oorzaken omkeren)

71
Q

Hypogonadisme behandelen of niet?

A
  • Behandel geen asymptomatische mannen > 65 jaar met lage T-waarden.
  • Overweeg behandeling bij symptomatische mannen
    o Met onmiskenbaar laag ochtendtestosteron
    o Op geïndividualiseerde basis
    o Na bespreking van risico’s en voordelen
72
Q

Gewichtsverlies en T

A

Hoe meer gewicht iemand met obesitas verliest hoe harder het aantal T gaat stijgen

73
Q

Effects of testosterone treatment in older men

A

Kunnen seksueel functioneren, bot en rode bloedcellen verbeteren, de andere zaken (vitaliteit, wandelen, verbal memory) kunnen ze niet echt verbeteren