Ontwikkeling brein in 7 fasen Flashcards

1
Q

1) celgeboorte

A
  • neurogenese
  • neuronen ontwikkelen zich uit neurale stamcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2) celmigratie

A

gereguleerde beweging van cellen naar specifieke locaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3) celdifferentiatie

A

weinig gespecialiseerde stamcellen veranderen in gespecificeerde, weefselspecifieke cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4) celrijping

A

bij het rijpen zijn o.a. de groei van de dendrieten en axonen van belang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

5) vorming van synapsen

A

synaptogenese
- vorming van synapsen waardoor neuronen zich met elkaar verbinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

6) celsterfte en snoeien van synapsen

A
  • synaptic pruning (belangrijk bij de vorming van netwerken)
  • draagt bij aan de optimalisatie van neuronale netwerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

7) vorming van myeline

A

myelogenese
- myeline vormt rondom axonen, zorgt dat zenuwimpulsen sneller wordne doorgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Neuro Constructivism

A

de interactie tussen hersenstructuren en de omgeving is essentieel voor de ontwikkeling van het brein, waarbij verschillende transformaties zorgen voo rverdere specialisatie van de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Predetermined Development

A
  • genen bepalen de structuur van de hersenen
  • deze structuur maakt vervolgens de fucnties van de hersenen mogelijk, die vervolgens weer onze ervaringen bepalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Probablistic Development

A

onze hersenstructuur en de uiting van onze genen worden beínvloedt door onze omgeving en vice versa.

Genexpressie, hersenstructuur en ervaring beínvloeden elkaar op niet-deterministische wijze (toevallige variatie speelt in deze processen een grote rol). Daarbij kunnen ook de genen de ontwikkeling van hersenstructuren beïnvloeden.
De genen kunne bijvoorbeeld informatie bevatten over hoeveel neuronen kunnen ontstaan en waar, maar hoe de neuronen precies ontstaan kan verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mens heeft 23 paar chromosomen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly