Omgevingswet:uitvoeringsbesluiten en projectbesluit les 6 Flashcards

1
Q

Wat is het doel van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)?

A

Het Bbl stelt regels over de gezondheid, duurzaamheid en bruikbaarheid van bouwwerken, de staat en het gebruik van bouwwerken, en over bouwen en slopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke begrippen worden gedefinieerd in het Bbl?

A

De belangrijkste begrippen in het Bbl zijn:

Bouwactiviteit: activiteit waarbij een bouwwerk wordt gebouwd.

Bouwen: plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.

Bouwwerk: constructie van enige omvang (bijv. hout, steen, metaal) die op de grond verbonden is en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke drie categorieën van bouwactiviteiten worden onderscheiden in het Bbl?

A

De drie categorieën zijn:

Vergunningplichtig (art. 2.25 en 2.26 Bbl)
Meldingsplichtig (art. 2.18 Bbl)
Vergunning- en meldingvrij (par. 2.3.3 Bbl)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de rol van het bevoegd gezag bij het Bbl?

A

In principe is het college van burgemeester en wethouders (B&W) bevoegd gezag voor de algemene regels uit het Bbl. Als echter gedeputeerde staten een vergunning hebben verleend voor een activiteit op dezelfde locatie, zijn zij bevoegd gezag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de functie van kwaliteitsborging volgens het Bbl?

A

Het doel van kwaliteitsborging is het verbeteren van de bouwkwaliteit. Het verschuift de verantwoordelijkheid voor toetsing van bouwtechnische eisen van de gemeente naar een onafhankelijke kwaliteitsborger. Dit geldt vooral voor bouwactiviteiten in gevolgklasse 1, zoals woningen en eenvoudige bedrijfsgebouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de gevolgklassen in het Bbl?

A

De gevolgklassen zijn:

Gevolgklasse 1: Beperkte persoonlijke gevolgen bij niet-naleving (bijv. woningen, eenvoudige bedrijfsgebouwen).

Gevolgklasse 2: Reële kans op persoonlijke gevolgen (bijv. bibliotheken, gemeentehuizen, onderwijsgebouwen).

Gevolgklasse 3: Aanzienlijke persoonlijke gevolgen bij niet-naleving (bijv. metrostations, ziekenhuizen, stadions).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werkt de meldingplicht bij een meldingsplichtige bouwactiviteit?

A

Voor een meldingsplichtige activiteit moet de melding ten minste 4 weken voor de start van de bouw worden ingediend via het Omgevingsloket (art. 2.18 Bbl). Bij andere activiteiten kunnen verschillende termijnen gelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de procedure voor een sloopmelding volgens het Bbl?

A

Voor sloopactiviteiten geldt een meldingstermijn van minimaal 4 weken voor start van de werkzaamheden als er asbest of meer dan 10 m³ afval vrijkomt. Voor andere gevallen geldt een kortere termijn (1 week).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de betekenis van rechtens verkregen niveau?

A

Het rechtens verkregen niveau is het niveau van de bouwkwaliteit van vóór de verbouwing. Bij verbouwing geldt dit als ondergrens, wat betekent dat de kwaliteit na de verbouwing niet onder het niveau van vóór de verbouwing mag liggen (art. 5.5 Bbl).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen gebruik functie in het Bbl en de functie in het omgevingsplan?

A

De gebruik functie in het Bbl verwijst naar het gebruik van gedeelten van een bouwwerk (bijv. een woning, kantoor of winkel), terwijl de functie in het omgevingsplan verwijst naar de bestemming van een locatie, zoals “wonen” of “bedrijf”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de verschillende gebruiksfuncties die in het Bbl kunnen worden onderscheiden?

A

De belangrijkste gebruiksfuncties zijn onder andere:

Woonfunctie
Bijeenkomstfunctie
Gezondheidszorgfunctie
Industriefunctie
Kantoorfunctie
Logiesfunctie
Onderwijsfunctie
Winkelfunctie
Sportfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het begrip nevengebruiksfunctie?

A

Een nevengebruiksfunctie is een gebruiksfunctie die ten dienste staat van een andere gebruiksfunctie, bijvoorbeeld een opslagruimte die dient voor een winkel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat valt onder nieuwbouw volgens het Bbl?

A

Nieuwbouw is het slopen tot op de fundering en vervolgens herbouwen. Het kan ook betekenen dat de bestaande structuur volledig wordt vervangen door een nieuw bouwwerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat geldt als een verbouwing volgens het Bbl?

A

Een verbouwing is het gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk. Dit omvat ook renovaties waarbij de contouren van het pand niet veranderen, zoals een interne verbouwing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt de termijn van de melding voor sloopactiviteiten in?

A

Voor sloopactiviteiten geldt de meldingstermijn van minimaal 4 weken bij sloop met asbest of meer dan 10 m³ afval. Voor andere gevallen is een melding minimaal 1 week voor de start vereist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de juiste interpretatie van rechtens verkregen niveau?

A) Het niveau dat in de vergunning is omgeschreven.
B) De minimale kwaliteitseisen die in het Bbl zijn gesteld.
C) Het niveau van vlak voor de verbouwing.

A

Antwoord:
C) Het niveau van vlak voor de verbouwing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke gevolgklasse(n) is/zijn meldingsplichtig?
A. Alleen klasse 1
B. Klassen 1 en 2
C. Klassen 1, 2 en 3

A

Antwoord:
A, art. 2.17 en 2.18 Bbl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat valt onder nieuwbouw?
A. Tot op de fundering slopen en herbouwen
B. Tot casco strippen en herbouwen
C. Iedere verbouwing waarbij de contouren van het pand veranderen

A

Antwoord:
A, art. 4.1 Bbl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is het doel van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)?

A

Het Bkl legt regels vast voor de kwaliteit van de leefomgeving en bevat instructieregels, normen en bijbehorende regels voor bestuursorganen bij het vaststellen van programma’s, omgevingsplannen, omgevingsverordeningen, waterschapsverordeningen en projectbesluiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke onderdelen bevat het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)?

A

Het Bkl bevat:

Omgevingswaarden (hoofdstuk 2),
Beoordelingsregels (hoofdstukken 3-10),
Regels voor monitoring (hoofdstuk 11).

Deze gaan onder andere over normen voor geluid, geur, veiligheid, erfgoed en andere milieufactoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Voor wie geldt het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)?

A

Het Bkl geldt alleen voor de Rijksoverheid en decentrale overheden (zoals gemeenten en provincies).

Het is niet van toepassing voor burgers en bedrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke onderwerpen worden behandeld in de instructieregels voor programma’s in het Bkl?

A

De instructieregels voor programma’s in het Bkl behandelen de volgende onderwerpen:

Buitenlucht (hoofdstuk 4.1),
Water (hoofdstuk 4.2),
Geluid (hoofdstuk 4.3),
Natuur (hoofdstuk 4.4),
Stikstof (dreigende overschrijding van omgevingswaarden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke drie hoofdonderwerpen worden behandeld in de instructieregels voor het omgevingsplan?

A

De drie hoofdonderwerpen voor instructieregels in het omgevingsplan zijn:

Evenwichtige toedeling van functies aan locaties (hoofdstuk 5.1),
Uitoefening van taken voor de fysieke leefomgeving (hoofdstuk 5.2),
Ontheffing (hoofdstuk 5.3).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke drie onderwerpen worden behandeld in de instructieregels voor de waterschapsverordening?

A

De instructieregels voor de waterschapsverordening behandelen:

1 Lozingen,
2 Beoordelingsregels voor activiteiten met gevolgen voor waterlichamen,
3 Aanwijzing van bodembeheergebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat zijn de onderwerpen die in de instructieregels voor de omgevingsverordening worden behandeld?

A

De instructieregels voor de omgevingsverordening behandelen:

  • Evenwichtige toedeling van functies aan locaties,
  • Bescherming van waterbelangen,
  • Behoud van werelderfgoed en cultureel erfgoed,
  • Natuurbescherming,
  • Uitoefening van taken voor de fysieke leefomgeving,
  • Provinciale beoordelingsregels,
  • Ontheffing.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat zijn de onderwerpen in de instructieregels voor een projectbesluit volgens het Bkl?

A

De instructieregels voor een projectbesluit behandelen:

  • Algemene regels voor projectbesluiten,
  • Werelderfgoed en erfgoed op de voorlopige lijst van werelderfgoed,
  • Natuurnetwerk Nederland,
  • Afwijken van regels uit de waterschapsverordening,
  • Afwijken van regels uit de omgevingsverordening,
  • Ontheffing.
27
Q

Wat zijn de drie soorten instructieregels die in het Bkl worden onderscheiden?

A

De drie soorten instructieregels in het Bkl zijn:

“Betrekken bij”: Aandacht schenken aan, met grote bestuurlijke afwegingsruimte.
“Rekening houden met”: Er moet een belangenafweging plaatsvinden.
“In acht nemen”: Verplicht om aan te voldoen.

28
Q

Wat is het verschil tussen instructies en instructieregels in het Bkl?

A

Instructies in het Bkl zijn eenmalig en specifiek gericht op bepaalde gevallen, terwijl instructieregels algemene normen en richtlijnen bevatten waaraan bestuursorganen zich moeten houden bij hun besluitvorming.

29
Q

Voor wie zijn de instructieregels in het Bkl niet gericht?
A) Rijksoverheid
B) Decentrale overheden
C) Burgers en bedrijven

A

Antwoord:
C) Burgers en bedrijven

30
Q

Welke van de volgende onderwerpen staan niet in het Bkl?

A) Instructies
B) Instructieregels
C) Omgevingswaarden

A

Antwoord:
A) Instructies.
In het Bkl staan instructieregels en omgevingswaarden, maar instructies worden specifiek voor een geval gegeven en niet op permanente basis.

31
Q

Wat is het doel van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)?

A

Het regelt activiteiten in de fysieke leefomgeving, inclusief milieubelastende en lozingsactiviteiten, en geldt voor burgers, bedrijven en overheden.

32
Q

Welke onderwerpen worden geregeld in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)?

A

Milieubelastende activiteiten
Activiteiten bij waterstaatswerken, rijkswegen, spoorwegen, luchthavens
Activiteiten die de natuur en cultureel erfgoed betreffen
Grondwateronttrekkingen en ontgrondingen
Afval van schepen in binnenwateren
Landinrichtingsactiviteiten

33
Q

Wie is het bevoegd gezag voor activiteiten volgens het Besluit activiteiten leefomgeving?

A

Meestal het college van B&W, maar in sommige gevallen zijn gedeputeerde staten bevoegd gezag, bijvoorbeeld bij natuurbescherming (art. 11.3 en 11.24 Bal).

34
Q

Wat is het verschil tussen een kernactiviteit en een functioneel ondersteunende activiteit?

A

Kernactiviteit is de hoofdactiviteit zoals beschreven in een artikel van H3 Bal.
Functioneel ondersteunende activiteit ondersteunt de kernactiviteit, maar maakt daar geen deel van uit, bijvoorbeeld een kantine bij een manege.

35
Q

Wat is het uitgangspunt voor het reguleren van milieubelastende activiteiten in het Bal?

A

Het uitgangspunt is dat milieubelastende activiteiten decentraal geregeld worden, tenzij er redenen zijn om centraal te reguleren.

36
Q

Wat wordt verstaan onder een ‘ongewoon voorval’ volgens het Besluit activiteiten leefomgeving?

A

Een ongewoon voorval is een gebeurtenis die afwijkt van de normale gang van zaken, zoals een ongeluk of calamiteit, die schadelijke gevolgen voor de fysieke leefomgeving kan hebben.

37
Q

Wat is het verschil tussen een meldingsplicht en een informatieplicht in het Besluit activiteiten leefomgeving?

A

Meldingsplicht: Activiteiten mogen niet gestart worden zonder voorafgaande melding (bijv. art. 4.1266 Bal).
Informatieplicht: Verplichting om informatie te verstrekken, maar starten van de activiteit zonder informatie is niet verboden (bijv. art. 4.429 en 4.1000).

38
Q

Wat zijn de drie soorten plichten voor het aanleveren van informatie in het Besluit activiteiten leefomgeving?

A
  • Meldingsplicht – Gegevens verstrekken voor start of wijziging van een activiteit.
  • Informatieplicht – Informatie verstrekken bij bepaalde gebeurtenissen of situaties.
  • Algemene gegevensplicht – Specifieke gegevens en rapporten aanleveren.
39
Q

Wat is de standaard termijn voor meldings- en informatieplicht volgens het Bal?

A

De standaard termijn is 4 weken voor de start of wijziging van een activiteit, hoewel sommige activiteiten andere termijnen kunnen hebben.

40
Q

Wat wordt verstaan onder Best Beschikbare Technieken (BBT)?

A

De meest effectieve en geavanceerde technieken voor een activiteit, die milieueffecten minimaliseren, zoals gedefinieerd in de bijlage bij art. 1.1 van de Omgevingswet.

41
Q

Wat is het verschil tussen Best Beschikbare Technieken (BBT) en passende preventieve maatregelen?

A
  • BBT: Technieken die op bedrijfsniveau de emissies en milieu-effecten effectief beperken.
  • Passende preventieve maatregelen: Specifieke maatregelen die milieuverontreiniging voor een bepaald geval kunnen voorkomen (bijv. ramen sluiten om geur te beperken).
42
Q

Wat is het verschil tussen middel- en doelvoorschriften in het Besluit activiteiten leefomgeving?

A

Doelvoorschriften: Normen die behaald moeten worden, maar zonder specifieke voorgeschreven methode.

Middelvoorschriften: Specifieke technieken of maatregelen die voorgeschreven worden om een doel te bereiken.

43
Q

Wat is de functie van de richtingaanwijzer in het Besluit activiteiten leefomgeving?

A

De richtingaanwijzer geeft aan welke inhoudelijke regels uit hoofdstukken H4 en H5 van toepassing zijn voor een bepaalde activiteit.

44
Q

Wat is de specifieke zorgplicht volgens het Besluit activiteiten leefomgeving?

A

Naast de algemene zorgplicht uit de Omgevingswet, zijn er specifieke zorgplichten voor milieubelastende activiteiten, zoals geregeld in art. 2.11 Bal voor bepaalde activiteiten.

45
Q

Waar in het Bal staat de richtingaanwijzer voor milieubelastende activiteiten die betrekking hebben op ‘Mal’?

A

In H3 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).

46
Q

Wat is een functioneel ondersteunende activiteit?

A

Een activiteit die samenhangt met de kernactiviteit, maar niet zonder de kernactiviteit kan bestaan. Bijvoorbeeld een kantine bij een manege.

47
Q

Wat gebeurt er als een activiteit zonder melding wordt gestart volgens het Besluit activiteiten leefomgeving?

A

Het starten van de activiteit zonder melding is onrechtmatig, en kan bestuursrechtelijk gehandhaafd worden.

48
Q

Waar in het Bal staat de richtingaanwijzer Mal genoemd?
A. H3
B. H4
C. H5

A

Antwoord: A. H3

49
Q

Vraag: Wat is juist?
A. Alle activiteiten uit het Bal zijn altijd meldingsplichtig.
B. Het niet doen van een melding kan bestuursrechtelijk gehandhaafd worden.
C. Activiteiten uit het Bal zijn altijd informatieplichtig maar nooit meldingsplichtig.

A

Antwoord: B. Het niet doen van een melding kan bestuursrechtelijk gehandhaafd worden.

50
Q

Vraag: Wat is een functioneel ondersteunende activiteit?
A. Een activiteit die op dezelfde locatie als de kernactiviteit plaatsvindt.
B. Een activiteit die samenhangt met de kernactiviteit.
C. Een activiteit die ook zonder de kernactiviteit kan bestaan.

A

Antwoord: B. Een activiteit die samenhangt met de kernactiviteit.

51
Q

Wat is een projectbesluit?

A

Een projectbesluit is een instrument voor waterschappen, provincies en het Rijk om complexe projecten met publiek belang mogelijk te maken, zoals de aanleg van wegen, hoogspanningsleidingen, windparken of waterkeringen.

52
Q

Welke bestuursorganen zijn bevoegd om een projectbesluit te nemen?

A

Waterschappen, provincies en het Rijk (dus niet gemeenten) zijn bevoegd om een projectbesluit vast te stellen, zoals vastgelegd in art. 5.44 lid 1 Omgevingswet.

53
Q

Wat is de relatie tussen een projectbesluit en een omgevingsplan?

A

Een projectbesluit kan het omgevingsplan wijzigen. Het kan de plannen direct inpassen in het omgevingsplan, zodat geen aparte vergunningen nodig zijn (art. 5.52 lid 1 Ow).

54
Q

Wanneer kan een projectbesluit als omgevingsvergunning gelden?

A

Een projectbesluit kan gelijk als omgevingsvergunning gelden, als dit expliciet in het projectbesluit staat (art. 5.52 lid 2 Ow).

55
Q

Wat zijn de stappen in de procedure van een projectbesluit?

A
  1. Voornemen om een verkenning te doen (art. 5.47 Ow)
  2. Verkenning, waarbij kennis en inzicht worden opgedaan (art. 5.48 Ow)
  3. Voorkeursbeslissing na de verkenning (art. 5.49 Ow)
  4. Vervolg: vaststelling van het projectbesluit (art. 5.51 Ow)
  5. Eventuele wijziging van het projectbesluit (art. 5.50 en 5.54 Ow)
56
Q

Welke juridische stappen kunnen worden ondernomen tegen een projectbesluit?

A

Tegen een projectbesluit kan alleen beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) (art. 2 Bijlage 2 Awb).

57
Q

Wat is de relatie tussen een projectbesluit en de milieueffectrapportage (MER)?

A

Een projectbesluit kan Mer-plichtig zijn (art. 16.43 e.v. Ow), wat betekent dat een milieueffectrapportage moet worden uitgevoerd voordat het besluit kan worden genomen.

58
Q

Wat is een gemeentelijk project van publiek belang?

A

Een gemeentelijk project van publiek belang is een regeling voor gemeentelijke projecten die vergelijkbare stappen volgt als die voor een projectbesluit, zoals het voornemen, verkenning en voorkeursbeslissing (art. 5.55 Ow).

59
Q

Hoe verschilt de procedure voor gemeentelijke projecten van die voor een projectbesluit?

A

Voor gemeentelijke projecten geldt dezelfde procedure als voor grotere projecten, maar het projectplan wordt direct ingepast in het omgevingsplan, zodat geen aparte vergunningen nodig zijn (art. 5.55 Ow).

60
Q

Moet een projectbesluit voldoen aan rijksregels?

A

Ja, een projectbesluit moet voldoen aan rijksregels (instructieregels) wanneer er vergunningen zijn opgenomen of besluiten worden genomen over bijvoorbeeld geluidsplafonds (art. 5.52 lid 1 Ow).

61
Q

Checkvragen:

Vraag: Wat is juist?
A. Alleen het Rijk kan een projectbesluit vaststellen
B. Alleen de provincie kan een projectbesluit vaststellen
C. Zowel het Rijk als de provincie kunnen een projectbesluit vaststellen

A

Antwoord: C. Zowel het Rijk als de provincie kunnen een projectbesluit vaststellen (art. 5.44 Ow).

62
Q

Vraag: Wat is juist?
A. Een projectbesluit wijzigt de benodigde omgevingsplannen niet
B. Een projectbesluit kan geen omgevingsvergunningen wijzigen
C. Een projectbesluit kan ook als omgevingsvergunning gelden voor activiteiten

A

Antwoord: C. Een projectbesluit kan ook als omgevingsvergunning gelden voor activiteiten (art. 5.52 Ow).

63
Q

Vraag: Wat is juist?
A. Tegen een projectbesluit staat bezwaar open
B. Tegen een projectbesluit staat beroep bij de bestuursrechter open
C. Tegen een projectbesluit staat alleen beroep bij de ABRvS open

A

Antwoord: C. Tegen een projectbesluit staat alleen beroep bij de ABRvS open (art. 2 bijlage 2 Awb)

64
Q
A