Omgevingsvergunning algemeen Les 5 Flashcards

1
Q

Wat is een omgevingsvergunning?

A

en vergunning op grond van de Omgevingswet om een verboden activiteit uit te voeren. Deze is nodig wanneer de activiteit is opgenomen in art. 5.1 Ow en de regels van de Omgevingswet volgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke activiteiten hebben altijd een omgevingsvergunning nodig?

A

Activiteiten waarvoor altijd een vergunning vereist is, tenzij bij AMvB anders wordt bepaald (art. 5.1 lid 1 Ow).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen het eerste en tweede lid van artikel 5.1 Ow?

A

Eerste lid: Activiteiten waarvoor altijd een vergunning nodig is.
Tweede lid: Activiteiten waarvoor geen vergunning vereist is, tenzij bij AMvB is bepaald dat deze wel nodig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een decentrale verboden activiteit?

A

Activiteiten die in het omgevingsplan zijn verboden, waarvoor een vergunning nodig is wanneer men zich er niet aan houdt (art. 5.1 lid 1 sub a Ow).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie is in principe het bevoegd gezag voor een omgevingsvergunning?

A

Het college van burgemeester en wethouders (B&W), tenzij anders bepaald in art. 5.9 – 5.11 Ow.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er als B&W niet bevoegd is voor een omgevingsvergunning?

A

De aanvraag kan nog steeds bij B&W worden ingediend, die vervolgens de aanvraag doorstuurt naar het juiste bevoegd gezag (art. 16.54 en 16.54a Ow).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt het bevoegd gezag bepaald bij meerdere activiteiten?

A

Als B&W bevoegd is voor alle activiteiten, is B&W het bevoegd gezag. Bij meerdere organen wordt het “magneetbesluit” bepaald, wat het bevoegd gezag voor alle activiteiten aanduidt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn vergunningsvoorschriften?

A

Regels in een vergunning die de voorwaarden bepalen waaronder een activiteit uitgevoerd mag worden. Dit kan doelvoorschriften, middelvoorschriften, of inspanningsverplichtingen inhouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen inspanningsverplichting en resultaatsverplichting?

A

Inspanningsverplichting: De omgevingswaarde moet zoveel mogelijk behaald worden.
Resultaatsverplichting: De omgevingswaarde moet volledig behaald worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kan een aanvrager voor meerdere activiteiten één aanvraag indienen?

A

Ja, dit is mogelijk. De aanvrager mag zelf bepalen welke activiteiten hij bundelt in één vergunning (art. 5.7 lid 1 Ow).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een gefaseerde vergunning?

A

Een vergunning die in delen wordt verleend, waarbij activiteiten mogelijk gespreid kunnen worden goedgekeurd, maar zonder integrale beoordeling van de activiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn beoordelingsregels in het kader van de Omgevingswet?

A

Beoordelingsregels die worden gebruikt bij het verlenen of weigeren van een omgevingsvergunning. Deze regels zijn opgenomen in de Omgevingswet en AMvB’s (artikelen 5.18-5.30 Ow).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer kan een omgevingsvergunning geweigerd worden?

A

Bijvoorbeeld bij ernstige nadelen voor de gezondheid (art. 5.32 Ow) of bij het ontbreken van instemming (art. 5.33 Ow).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt de coördinatieregeling in?

A

De coördinatieregeling zorgt ervoor dat samenhangende besluiten voor een activiteit gelijktijdig worden voorbereid en behandeld, waardoor er één procedure is voor meerdere besluiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen adviesrecht en adviesrecht met instemming?

A

Adviesrecht: Het bestuursorgaan mag afwijken van het advies, maar moet het wel gemotiveerd doen.
Adviesrecht met instemming: De vergunning kan niet worden verleend zonder de instemming van het adviesorgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer moet een ander bestuursorgaan om advies worden gevraagd bij een omgevingsvergunning?

A

Dit gebeurt wanneer dat orgaan specifieke deskundigheid heeft of bepaalde belangen moet behartigen, zoals aangegeven in de AMvB (art. 16.15 lid 1 Ow).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat gebeurt er als een adviesorgaan zijn instemming weigert?

A

Als het adviesorgaan zijn instemming weigert, kan de vergunning niet worden verleend (art. 16.16 en 5.33 Ow).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wanneer is de coördinatieregeling verplicht?

A

De coördinatieregeling is verplicht als de wet deze van toepassing verklaart, bijvoorbeeld in art. 16.7 lid 1 onder a Ow.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de gevolgen van het toepassen van de coördinatieregeling?

A

Er is één bestuursorgaan dat de besluitvorming voor de samenhangende besluiten organiseert, en de procedure wordt gelijktijdig doorlopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is het verschil tussen een reguliere procedure en een coördinatieprocedure?

A

In een reguliere procedure worden besluiten onafhankelijk van elkaar genomen, terwijl in een coördinatieprocedure samenhangende besluiten gezamenlijk worden voorbereid en behandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wanneer is er sprake van een vergunningplicht op rijks- of lokaal niveau?

A

Dit hangt af van de activiteit en het omgevingsplan. Als bijvoorbeeld een rijksmonument wordt verbouwd, kan er een vergunning nodig zijn, zelfs als het omgevingsplan dit niet toestaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat houdt de begrippen ‘adviesrecht’ en ‘instemmingsrecht’ in?

A

Adviesrecht: Het bestuursorgaan moet advies inwinnen, maar mag hiervan afwijken.
Instemmingsrecht: De vergunning kan niet worden verleend zonder instemming van het adviesorgaan.

23
Q

Wat is een ‘magneetbesluit’?

A

et magneetbesluit is het besluit dat de bevoegdheid voor alle samenhangende activiteiten naar zich toe trekt, wanneer meerdere bestuursorganen bevoegd zijn voor verschillende besluiten.

24
Q

Waar kan een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend worden?

A

De aanvraag kan altijd ingediend worden bij B&W, ongeacht het bevoegd gezag (art. 16.54 Ow).

25
Q

Wie is verantwoordelijk voor de inhoud van de vergunningaanvraag?

A

De aanvrager is verantwoordelijk voor de volledige aanvraag en de juistheid van de gegevens.

26
Q

Wat wordt verstaan onder vooroverleg in de aanvraagprocedure?

A

Vooroverleg is een informeel overleg voorafgaand aan de aanvraag over de haalbaarheid van plannen, de benodigde vergunningen en vereiste gegevens, maar is niet verplicht.

27
Q

Wat is de hoofdlijn van de reguliere procedure voor het aanvragen van een omgevingsvergunning?

A

De reguliere procedure duurt 8 weken (met mogelijke verlenging van 6 weken) en volgt het proces:
vooroverleg ->
aanvraag ->
besluit ->
bekendmaking ->
bezwaar ->
beroep ->
hoger beroep.

28
Q

Wat is de termijn voor de beslistermijn in de reguliere procedure?

A

De beslistermijn voor de reguliere procedure is 8 weken, met een mogelijke verlenging van maximaal 6 weken.

29
Q

Wat is de beslistermijn voor de uitgebreide procedure?

A

De beslistermijn voor de uitgebreide procedure is 26 weken, met een mogelijke verlenging van maximaal 6 weken.

30
Q

Wat gebeurt er als de beslistermijn voor de reguliere of uitgebreide procedure verstrijkt?

A

Als de beslistermijn verstrijkt zonder besluit, geldt er geen “lex silenciopositivo” (zwijgrecht), maar kan een dwangsom worden opgelegd en kan beroep worden ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.

31
Q

Wanneer treedt een omgevingsvergunning in werking?

A

Bij de reguliere procedure treedt de vergunning in werking de dag na bekendmaking, bij de uitgebreide procedure de dag na ter inzage legging van het besluit.

32
Q

Wat zijn de regels voor de overgang van bestaande omgevingsvergunningen bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet?

A

Bestaande onherroepelijke vergunningen blijven van kracht onder de Omgevingswet, tenzij anders bepaald in de Invoeringswet Omgevingswet (art. 4:13 Invoeringswet Ow).

33
Q

Wat is de vergunningplicht voor omgevingsplanactiviteiten?

A

Een omgevingsplanactiviteit is vergunningplichtig, tenzij een AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur) aangeeft dat het vergunningvrij is (art. 5.1 lid 1 Ow).

34
Q

Wat is een milieubelastende activiteit (MAB)?

A

Een milieubelastende activiteit is een activiteit die nadelige gevolgen voor het milieu kan veroorzaken, maar geen lozingsactiviteit op oppervlaktewater of wateronttrekkingsactiviteit betreft (bijlage art. 1.1 Ow).

35
Q

Wanneer is een vergunning nodig voor een milieubelastende activiteit?

A

Een vergunning is nodig voor milieubelastende activiteiten die in een AMvB zijn aangewezen (art. 5.1 lid 2 Ow).

36
Q

Wat is de “knip” in de bouwvergunning?

A

De “knip” in de bouwvergunning onderscheidt de technische bouwactiviteit van de omgevingsplanactiviteit. De technische bouwactiviteit gaat over de constructieve aspecten, terwijl de omgevingsplanactiviteit betrekking heeft op ruimtelijke aspecten zoals bouwhoogte en bebouwingspercentage.

37
Q

Wat is het verschil tussen technische bouwactiviteiten en omgevingsplanactiviteiten die betrekking hebben op bouwen?

A

Technische bouwactiviteiten betreffen de fysieke constructie van een bouwwerk en worden beoordeeld op basis van technische normen. Omgevingsplanactiviteiten gaan over de ruimtelijke impact van een bouwwerk, zoals de plaatsing en het gebruik volgens het omgevingsplan.

38
Q

Wanneer mag er zonder omgevingsvergunning gebouwd worden?

A

Er mag zonder omgevingsvergunning gebouwd worden als het bouwwerk voldoet aan de vergunningsvrije voorwaarden, zoals gespecificeerd in de Bijlage bij art. 1.1 Ow en in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).

39
Q

Wat is de vergunningplicht voor bouwactiviteiten?

A

Bouwactiviteiten zijn vergunningplichtig, tenzij een AMvB aangeeft dat ze vergunningsvrij zijn, zoals gedefinieerd in art. 5.1 lid 2 Ow.

40
Q

Wat zijn de beoordelingsregels voor milieubelastende activiteiten?

A

De beoordelingsregels voor milieubelastende activiteiten zijn opgenomen in de artikelen 5.18 en 5.26 Ow en in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).

41
Q

Wat gebeurt er als de geldingsduur van een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit is verlopen?

A

Als de geldingsduur van een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit is verlopen, is er geen vergunning meer en wordt er gehandhaafd.

42
Q

Wat is een binnenplansevergunningplicht?

A

Een binnenplansevergunningplicht geldt voor activiteiten die wel toegestaan zijn in het omgevingsplan, maar waarvoor expliciet is bepaald dat ze alleen met een omgevingsvergunning mogen worden uitgevoerd.

43
Q

Wat is een buitenplansevergunningplicht?

A

Een buitenplansevergunningplicht geldt voor activiteiten die niet in het omgevingsplan passen, of die in strijd zijn met het omgevingsplan, waarvoor een vergunning nodig is.

44
Q

Wanneer kan er zonder omgevingsvergunning en/of melding worden gebouwd?

A

Er kan zonder omgevingsvergunning en/of melding gebouwd worden als de activiteit vergunningsvrij is op basis van de regels in het Bbl of het omgevingsplan. Bijvoorbeeld bij bepaalde kleine bouwwerken zoals een dakkapel of een schuur.

45
Q

Welke bouwactiviteiten zijn vergunningsvrij?

A

Voorbeelden van vergunningsvrije bouwactiviteiten zijn bijvoorbeeld het bouwen van een schuur volgens art. 2.25 Bbl, en het vervangen van kozijnen volgens art. 2.27 lid 1 sub b Bbl. In sommige gevallen kan een activiteit vergunningsvrij zijn, maar meldingsplichtig.

46
Q

Hoe is de geldingsduur van een bouwvergunning voor een tijdelijke activiteit geregeld?

A

De geldingsduur van een bouwvergunning voor tijdelijke bouwwerken is maximaal 15 jaar, zoals bepaald in art. 10.23 Omgevingsbesluit. Na deze termijn vervalt de vergunning en moet de bestaande situatie worden hersteld.

47
Q

Wat gebeurt er als de geldingsduur van een tijdelijke bouwvergunning verstrijkt?

A

Na het verstrijken van de geldingsduur van een tijdelijke bouwvergunning, is er geen vergunning meer en kan handhaving plaatsvinden. De bestaande situatie moet worden hersteld, volgens de voorwaarden in de vergunning.

48
Q

Wat is de voorrangsregel voor (voorbeschermde) monumenten?

A

Bij (voorbeschermde) monumenten geldt dat de technische voorschriften uit het Bbl niet voorgaan boven de monumentale of archeologische waarde van het gebouw. Alleen de voorschriften voor het monument gelden als deze afwijken van de technische voorschriften uit het Bbl.

49
Q

Zijn er verschillen tussen vergunningsvrije en vergunningsplichtige bouwwerken?

A

Ja, vergunningsvrije bouwwerken voldoen vaak aan algemene regels zonder dat een vergunning vereist is, terwijl vergunningsplichtige bouwwerken moeten voldoen aan strengere eisen, zoals die in het omgevingsplan of specifieke AMvB’s zijn vastgelegd.

50
Q

Casus: Christel wil een schuurtje maken, kozijnen vervangen en een slaapkamer op de tweede verdieping maken. Wat is vergunningplichtig of vergunningsvrij?

A

Schuurtje: Vergunningvrij (art. 2.25 Bbl)
Kozijnen: Vergunningsvrij voor bouwtechnische activiteit (art. 2.27 lid 1 sub b Bbl), vergunningplichtig voor omgevingsplanactiviteit (art. 2.29 sub e Bbl)
Slaapkamer: Vergunningplichtig voor het omgevingsplan (omdat de extra bebouwing in strijd is met het omgevingsplan)

51
Q

Wat is de correcte uitspraak over omgevingsplanactiviteiten?

A

Een omgevingsplanactiviteit is vergunningplichtig tenzij bij AMvB anders is bepaald.

52
Q

Wat is de correcte uitspraak over technische bouwactiviteiten?

A

Een technische bouwactiviteit is vergunningvrij tenzij bij AMvB anders is bepaald

53
Q

Wat is de correcte uitspraak over vergunningsvrije bouwactiviteiten?

A

Een vergunningvrijebouwactiviteit kan meldingsplichtig zijn