Oefen Examen Woordjes I,J,K&L Flashcards
1
Q
Onwetendheid
A
Ignorance
2
Q
Negeren, geen notitie nemen van
A
To ignore
3
Q
Analfabeet
A
Illiterate
4
Q
Denkbeeldig
A
Imaginary
5
Q
Schokeffect, invloed
A
Impact
6
Q
Suggereren, met zich meebrengen
A
To imply
7
Q
Opleggen
A
To impose
8
Q
Indruk maken
A
To impress
9
Q
Verbeteren
A
To improve
10
Q
Voorval, gebeurtenis
A
Incident
11
Q
Trouwens, af en toe
A
Incidentally
12
Q
De neiging hebben om
A
To be inclined to
13
Q
Toenemen
A
To increase
14
Q
In toenemende mate
A
Increasingly
15
Q
Ongeloofelijk
A
Incredible
16
Q
Onafhankelijk
A
Independent
17
Q
Aangeven, aanwijzen
A
To indicate
18
Q
Onverschilligheid
A
Indifference
19
Q
Verontwaardigd
A
Indignant
20
Q
Onvermijdelijk
A
Inevitable
21
Q
Erven
A
To inherit
22
Q
Gewond, geblesseerd
A
Injured
23
Q
Letsel
A
Injury
24
Q
Onschuldig
A
Innocent
25
Q
Informeren
A
To inquire
26
Q
Met klem beweren, erop staan, volhouden
A
To insist
27
Q
In plaats daarvan
A
Instead