Oefen Examen Woordjes F,G&H Flashcards
1
Q
Onder ogen zien, het hoofd bieden, geconfronteerd worden met
A
To face
2
Q
Feitelijk
A
Factual
3
Q
Verdwijnen, verbleken
A
To fade
4
Q
Mislukken, zakken voor
A
To fail
5
Q
Er niet in slagen te, nalaten te
A
To fail to
6
Q
Tamelijk
A
Fairly
7
Q
Geloof
A
Faith
8
Q
Verkeerd, onjuist
A
False
9
Q
Bekend, vertrouwd
A
Familiar
10
Q
Hongersnood
A
Famine
11
Q
Leuk vinden, vallen op
A
To fancy
12
Q
Modieus
A
Fashionable
13
Q
Fataal, dodelijk
A
Fatal
14
Q
Lot
A
Fate
15
Q
Gunst
A
Favour
16
Q
Ten gunste van
A
In favour of
17
Q
Bang zijn
A
To fear
18
Q
Kenmerk
A
Feature
19
Q
Genoeg hebben van
A
To be fed up with
20
Q
Bedrag, honorarium
A
Fee
21
Q
Mede
A
Fellow
22
Q
Vrouwelijk
A
Female
23
Q
Vruchtbaar
A
Fertile
24
Q
Roman, verzinsel
A
Fiction
25
Denkbeeldig
Fictional
26
Hevig, fel
Fierce
27
Figuur, getal
Figure
28
Een boete geven
To fine
29
Firma, bedrijf, stevig
Firm
30
Passen
To fit
31
Gedijen, bloeien
To flourish
32
Vloeiend
Fluent
33
Dwang, kracht, geweld
Force
34
Voormalig, ex, eerstgenoemde
Former
35
Fortuinlijk, gelukkig
Fortunate
36
Oprichten, stichten, funderen
To found
37
Vrij, gratis
Free
38
Angst, schrik aanjagen
To frighten
39
Van brandstof voorzien, voeden
To fuel
40
Bevredigend
Forfilling
41
Voortaan
Future, in
42
In de toekomst
In the future
43
Verkrijgen, verwerven
To gain
44
Kloof, gat
Gap
45
Tussenjaar
Gap year
46
verzamelen
To gather
47
Uitrusting, versnelling
Gear
48
Huisarts
General practioner
49
Edelmoedig, royaal
Generous
50
Vriendelijk, zacht
Gentle
51
Echt, oprecht
Genuine
52
Gebaar
Gesture
53
Kwijt raken, wegdoen
To get rid of
54
Reusachtig
Gigantic
55
Wereldwijd
Global
56
Schitterend, adembenemend
Gorgeous
57
Roddelen
To gossip
58
Elegant, sierlijk
Graceful
59
Afstuderen, een opleiding voltooien
To gaduate
60
Geven, toekennen
To grand
61
Begrijpen
To grasp
62
Dankbaar
Grateful
63
Ernstig, graf
Grave
64
Gulzig, hebberig
Greedy
65
Volwassen
Grown up
66
Raden
To guess
67
Gewoonte
Habit
68
Omgaan met
To handle
69
Tegenspoed, ontbering
Hardship
70
Schade
To harm
71
Schadelijk
Harmful
72
Onschuldig, onschadelijk
Harmless
73
Krantenkop
Headline
74
Verhogen
To highten
75
Erfgenaam
Heir
76
Vandaar
Hence
77
Erfgoed
Heritage
78
Held, hoofdpersoon
Hero
79
Heldin, hoofdpersoon
Heroine
80
Aarzelen
To hesitate
81
Eerlijk
Honoust
82
Vandaal
Hooligan
83
Gijzelaar
Hostage
84
Vijandig
Hostile
85
Enorm, geweldig
Huge
86
Mens, menselijk, van de mens
Human
87
Nederig
Humble
88
Vernederen
To humiliate