New Flashcards
De beroepen
Los oficios
De batterijen
Las pilas
De stiften
Los rotuladores
Het potlood
El lapiz
Hard, zacht
Duro, blando
Kunststof
Material sintetico
Een voordeel, nadeej
Una ventaja, desventaja
Rond, vierkant, driehoek
Redondo, cuadrado, triangular
Via
A traves de
Veranderen in
Convertir en
In elk geval
De todos modos
De uitdaging
El desafio
Het is een soort
Es un especie de
Zwaar, moeilijk
Licht, snel, oppervlakkig
Pesado
Ligero
Breken
Romper
Ontbreken
Faltar
Horen bij, deel uitmaken van, toebehoren, bezitten
Pertenecer
Por lo tanto
Daarom
Blijven
Permanecer
In de omgeving, in de buurt
En los alrededores
Verplaatsen
Trasladarse
Verhuizen
Mudarse
Binnen/over vijftig jaar
Dentro de cinquenta anos
Schilder
El pintor
Toespraak/praatje
Un discurso
(Mee)nemen, dragen
Traer, llevar
Beschadigen
Dañar
Verstoren (van een feestje of andere mensen)
Molestar
Gasten
Invitados
Bestek
La cubierta
Vrijgezellenfeest
Despedida de soltero
Het mes
El cuchillo
De lepel
La cuchara
Vluchten
Huir
Binnen vijf jaar
Dentro de cinco anos
Stukjes
Trosos
De staart
La cola
Depressief
Deprimista
Enthousiast zijn over/ fan zijn van
Ser aficionado a
Vluchten
Huir
Het cijfer
La cifra
Jan en Ine
Jan e Ine
Een of ander
Algo u otra
Ik kan het goed vinden met
Me llevo bien con
Gebeurtenis, voorval
Acontecimiento
Het ziet er mooi uit
Tiene buena pinta
Nu meteen
Ahora mismo
101
Ciento uno
Nadruk, klemtoon
Enfasis
Mijn salaris
Mi sueldo
Een prijs
Un premio
De hut
La cabana
Het riool
La cantarilla
Het leger
La milicia
Bidden
Rezar
Veroveren, overwinnen
Conquistar
De kelder
El sotano
Graven
Excavar
Steiltegraad
Elevacion
De bocht
La curva
De helm
El casco
Het is verplicht
Es obligatorio
Parachute springen
Saltar paracaidas
Zweten
Sudar
Een kies
Una muela
Een verstandskies
Una muela del juicio
25%
Vienticinco por ciento
We zien elkaar op 7 oktober
Nos vemos el siete de octubre
Het geloof
La creencia