Clase3/4 Flashcards
0
Q
Ben je tevreden
A
Estas satisfecho
1
Q
Insluiten, omvatten
A
Incluir
2
Q
De klacht
A
La reclamacion
3
Q
Smeken
A
Rogar
4
Q
Overhandigen, leveren
A
Entregar
5
Q
De manager, leidinggevende
A
El encargado
6
Q
Een fout
A
Un error
7
Q
Het artikel
A
El articulo
8
Q
Het aanbod, voorstel
A
La oferta
9
Q
De betaling
A
El pago
10
Q
De handelswaar
A
La mercancia
11
Q
De bestelling, het verzoek
A
El pedido
12
Q
Het bedrag
A
El importe
13
Q
Het bestelnummer
A
La referencia
14
Q
De rekening
A
La factura
15
Q
De zending
A
El envio
16
Q
De vertraging
A
El retraso
17
Q
Stuk, deel van geheel
A
La pieza, pedaso, parte
18
Q
De leverdatum
A
La fecha de entrega
19
Q
De korting
A
El descuento
20
Q
Ik ben in slaap gevallen
A
Yo me he quedado dormido
21
Q
Gebarentaal
A
Lenguaje de signos
22
Q
Ophalen
A
Recoger