Neurogene blaasdysfunctie Flashcards
1
Q
Niveaus van neurogenen blaasdysfunctie?
A
- Suprapontien
- Spinaal
- Sacraal/ infrasacraal
2
Q
Afwijkingen bij suprapontiene neurogenen blaasdysfunctie?
A
- Overactieve detrusorspier –> aandrangincontinentie
3
Q
Afwijkingen bij spinale neurogenen blaasdysfunctie?
A
Overactieve detrusorspier + overactieve urethrale sfincter –> aandrangincontinentie + voiding stoornis
4
Q
Afwijkingen bij sacrale/infrasacrale neurogenen blaasdysfunctie?
A
hypo- of acontractiele detrusorspier –> voiding stoornis
5
Q
Klinisch onderzoek bij vermoeden van neurogene blaasdysfunctie?
A
- Sensibel onderzoek van S2 - S5
- Reflexen
- Anale sfincter tonus
- prostaat palpatie
- prolaps van pelviene organen
6
Q
BO bij vermoeden neurogenen blaasdysfunctie?
A
- urodynamisch onderzoek
7
Q
Behandeling neurogene blaasdysfunctie?
A
- Overactieve blaas: kiné
- Onderactieve blaas: maneuvers aanleren om blaas te ledigen
- Zelfkatheterisatie