Néerlandais - nouveau voc 2e année Flashcards
1
Q
Je fais mes devoirs
A
Ik doe mijn huiswerk
2
Q
J’attends le bus
A
Ik wacht op de bus
3
Q
HET vliegtuig
A
l’avion
4
Q
l’avion
A
HET vliegtuig
5
Q
Je vais en avion en Afrique
A
Ik ga per vliegtuig naar Afrika
6
Q
Je vais en vélo à l’école
A
Ik ga per fiets naar school
7
Q
Ik ga per vliegtuig naar Afrika
A
Je vais en avion en Afrique
8
Q
Ik ga per fiets naar school
A
Je vais en vélo à l’école
9
Q
Je prends le bus
A
Ik neem de bus
10
Q
Je viens en train
A
Ik kom met de trein
11
Q
Ik kom met de trein
A
Je viens en train
12
Q
Ik kom met de boot
A
Je viens en bateau
13
Q
Je viens en bateau
A
Ik kom met de boot
14
Q
het vervoer
A
le transport
15
Q
le transport
A
het vervoer