EXAMEN Noel Flashcards
het huis
maison
thuis
à la maison
één uur
1 heure
kwart voor negen
8H45
de zomervakatie
les vacances d’été
het middag
midi
de paasvakantie
Pâque/vacance de printemps
de krokusvakantie
Carnaval/ vacance de détente
de Kerstvakantie
Noel/ Vacance d’hiver
het taalkamp
le camp linguistique
het scoutkamp
le camp scoute
het sportkamp
le camp sportif
het avonturenkamp
le camp d’aventure
het kamp
le camp
op kamp
au camp
de strandvakantie
les vacances à la plage
de studentenjob
le job d’étudiant
de taalstage
le stage de langues
op taalstage
au stage de langues
naar het buitenland reizen
voyager à l’étranger
s’morgens
le matin en (général)
s’middags
le midi (en général)
s’namiddags
l’après midi ( en général)
s’avonds
le soir (en général)
s’nachts
la nuit (en générale)
deze morgen
ce matin
vannmorgen
ce matin
deze middag
ce midi
vanmiddag
ce midi
deze namiddag
cet après midi
vanmidddag
ce midi
deze avond
ce soir
vannacht
cette nuit
vanavond
ce soir
deze nacht
cette nuit
vaandag
aujourd’hui
morgen
demain
overmorgen
après demain
volgende week
la semaine prochaine
volgende jaar
l’année prochaine
eerste
d’abord
dan
puis
daarna
ensuite
later
plus tard
op middernacht
à minuit
vijf minuten later
5 minutes plus tard
van
de…
tot
à…
nu
maintenant
momenteel
en ce moment
ten slotte
finalement
op twaalf juli
le 12 juillet
in august
en âout
tijdens het weekend
pendant le weekend
in het weekend
pendant le weekend
de vakantie
les vacances
na het eten
après avoir mangé
elke dag
chaque jour
elke jaar
chaque année
dit jaar
cette année
dit weekend
ce weekend
volgende maand
le mois prochain
le mois prochain
volgende maand
Ik word zestien
je vais avoir 16 ans
je vais avoir 16 ans
Ik word zestien
naar de bioscop gaan
aller au cinéma
