NED GT 2 Flashcards
Meritocratie
samenleving waarbij de sociale status bepaald wordt door prestaties en capaciteiten
analogie
overeenkomst
sociaaldarwinisme
het gebruiken van begrippen uit de evolutiebiologie in de sociale wetenschappen in eind 19de eeuw (vb survival of the fittest -> vrijemarktkapitalisme : rijkste overleven)
neoliberalisme
stelsel dat de vrije eco wilt herstellen
survival of the fittest
overleven van de beste aan de omgeving aangepast
ethisch verschil
moreel verschil
malafide
onvertrouwbaar
exorbitante bonussen
tever gaande premies
circulair karakter
kringvormig karakter
psychiatrische diagnostiek
vaststelling tot de aard en plaats van de ziekte in verband met de psyche
poneren
beweren
evolutionaire basis
gebaseerd op evolutieleer
altruïstisch
LIEFDADIG
t-shirt , T-shirt of tshirt
T-shirt
25 °C of 22° C of 25°C
25 °C
vitamine C , vitamine-C , Vitamine C
vitamine C
Parkinson-patient Parkinsonpatient parkinsonpatient
parkinsonpatiënt
prowesters, pro-Westers pro-westers
prowesters
paparazzo , papparazzo , paparrazzo
paparazzo
impresario , impressario , inpressario
impresario
vroegtalige fase 1-2.5 jaar
- Reduplicatie
- Fronting
3.Gliding - assimilatie
->progressieve assimilatie
->regressieve assimilatie
Eenwoordzin : mama , papa
wat laten kinderen in de vroegtalige fase vallen?
Onbeklemtoonde greppen en letters
reduplicatie
herhalen eerste beklemtoonde lettergraap van een woord : vb Botterham -> Bobo
fronting
s of k -> f of t
vb dank u -> dant u
gliding
liquidae vervangen (l ,r) door glides (j,w) vb loop -> joop
assimilatie
-> medeklinker van een woord verschuifd naar midden (=progressieve assimilatie
-> consonant uit het midden van een woord keert terug naar begin van het woord (regressieve assimilatie)
waarom is werkwoord fout vervoegen niet dom?
het kind weet zonder dat er regels rond ww gegeven werd hoe ze te vervoegen.
verklaar dit : noogjes
het kind beseft niet dat er spatie is : Mijn Oogjes
typische fouten
fonologisch = verkeerd uitspreken/spraakprobleem
contaminatie (=onjuiste samentrekking) ; sinterpiet
associatie : vb alluminiumfolie -> spiegelpapier
ethymologiseren
tongval ontstaan
zodra het kind al de klankers kent vormt zich een articulatie basis op in de hersenschors en de tong beweging volgt die ontwikkeling
differentiefase 2.5-5 jaar
->productieve en creative fase waar kinderen contaminaties (=foutieve samentrekking) en assosiaties maken en fonologisch te werk gaan bij worden die ze niet zo goed kennen
-> Morfologie(= hoe woorden gevormd worden
1) geen verbuiging/vervoeging
2) zeldzaam correct gebruik van onregelmatige vervoeging
3) overregularisatie
4) correct gebruik van regelmatige en onregelmatige vormen
-> Fonologie : ontstaan tongval
2-2,5 -> uiteenlopen , casusrelaties = mama boek
2-3 -> meerwoord zin = 3 of meer ,
5 kernmerken die volwassenen gebruiken voor taalgebruik bij kinderen
- Hoger stem
- Geluids nabootsing = onomatopieen
- Herhaling
- werkwoord met doen alleen
- vraag stellen en zelf beantwoorden
Moedertaalverwerving na 5de levensjaar
- fonologische ontwikkeling min of meer afgerond
-uitbreiding lexicon - nog geen ontwikkeling pragmatiek
conceptueel systeem -> Broca en Wernicke
Broca = motorisch spraakcentrum of premotorische cortex
grammatische encoder -> fonologische encoder -> articulator -> motorisch centrum > spraakorganen
Wernicke = sensorische spraakcentrum
gehoorsorgaan -> sensorisch centrum -> spraakherkennenr -> woordherkennen -> zinsontleder
Conceptureel systeem
= conceptueel geheugen , syntaxis , lexicon , fonologisch systeem
fonologie
klanksysteem van een taal
hersenen 6 cortexen
- Sensorische cortex
- Sensorische associatiecortex
- Auditieve cortex
- Auditieve associatiecortex
- Visuele associatieve cortex
- Visuele cortex
Psycholinguïstische stoornissen
1) Afasie
2) dyslexie
3) autisme
wernicke vs broka
Wernicke’s area controls the ability to understand the meaning of words, Broca’s area, in conjunction with the motor cortex, controls the ability to speak those words.
SPRAAKPRODUCTIE PROCES
2 maand : oefenen larynx en stembanden
= huilen , slikken , niezen , boertjes
2-4 maanden : vocaliseren , lip en tong gebruiken
5-7 maand : brabbelfase
10-12 maand : taal heeft een betekenis
postmoderne roman
radicale reactie op het modernisme. De modernisten probeerden de werkelijkheid in taal te vatten wat onmogelijk bleek.
kernmerken postmoderne roman
- -Postmoderne auters geloven niet meer in de mogelijkheid van de schrijver om een beeld van de werkelijkheid te schetsen.
-De schrijver ervaart een gefragmenteerder wereld, hij beschouwt chaos als essentieel en speelt ermee.
-De wereld is vooral willekeurig ipv logisch = geen continuiteit of casualiteit, geeen afgeronde plot.
-Meerdere vertelinstanties en hebben te maken met grillige personages
2.PMR overtreed basis regels traditionele roman :
-duidelijk zichtbare verteller die soms tussendoor komt om commentaar te geven
-tracht problematische relatie tussen realiteit en fictie bloot door de wereld nadrukkelijk voor te stellen als verzonnen. - PMR verwijst naar anderen teksten door ze te citeren/samplen , door personages over te nemen = INTERTEKSTUALITEIT
- verschillende literaire genres met elkaar gecombineerd = eclectivisme of
- gepodieerd, literaire genres parodieren = pastiche
magische realisme
literaire stroming die werkelijkheid combineert met een droom of verbeeldingswereld.
Tarantino PM technieken
vermeging van onvermengbare genres
-> oorlog en sprookjes
verwijzing naar andere films
verwijzingen naar zijn andere films
verwijzing naar icnoische beelden
benadrukken dat het fictie is
-> indeling in hoofdstukken
uitvergroten personage door stereotiepe karakter kernmerken.
Vlaamse roman ingedeeld in 2 soorten
realistische en fantastische vlaamse roman
realistische vlaamse roman
- Familie met als centraal de oer moeder die het hart van gezin is.
- groot gevoel van herkenning, vaak volkse roman
-worsteling kleine man centraal
literatuur waar gesch van vlaaderen/belgie goed af te lezen staat.
-lezen van soc geschiedenis economische en maatschp en politieke ontwikkeling
-nadruk afspeelt vlaamse platterland na WOII
-speelt af op platteland
samenleving waarbij je sociale positie wordt bepaald door je harde inspanningen
meritocratie
tevergaande extras
extraorbitante bonussen
onbetrouwbare inzet
malafide beleggingen
herhalende karakter
circulaire karakter
beweren
poneren&