Multiple Sclerose

Question 1

Multiple sclerose

Answer 1

Chronische aandoening van het CZS. multifocale ontstekingen en demyelinisatie. Afhankelijk van lokalisatie van ontsteking ontstaan diverse klachten. Meestal tussen 20/40.

Question 2

White matter

Answer 2

Meest aangetast, kan overal in het czs maar meestal in oogzenuw (1/3, neuritis optica), ruggenmerg, hersenstam en cerebellum. Fiber gets exposed (sclarea lesion, inflamation)

Question 3

Symptomen

Answer 3

Dubbelzien / oogbewegingsstoornis (scotoma, blind spot)
tingling
Coordinatie van ledematen
Blaas/darmfunctiestoornissen
Spraak/ slikstoornissen
Seksuele disfuncties, spasticiteit, pijn en vermoeidheid

Question 4

Uhthoff-fenomeen

Answer 4

Toename van symptomen bij warmte. Te heet bad of lichamelijke inspanning bijv.

Question 5

Subtype 1: Relapsing remitting MS (RRMS)

Answer 5

Meest voorkomend (80%). Gekenmerkt door perioden van terugval (exacerbaties aka schubs), afwisselend met remissie en bijna uitvalsvrij. Grafiek met pieken, geen stijging

Question 6

Subtype 2: Secundair progressieve ms (SPMS)

Answer 6

Na meerdere jaren RRMS over in progressieve achteruitgang. Dit is met exacerbaties en minimale remissie. Grafiek stijgende lijn met pieken

Question 7

Subtype 3; primair progressieve ms (PMSS)

Answer 7

10-20% heeft dit. Variant die vanaf het begin een constante progressie van symptomen kent.

Question 8

Ziektebeeld

Answer 8

Benigne MS; jaren leven met weinig beperkingen
Maligne ‘ernstige invaliditeit
Lastig te voorspellen beloop
Diagnosis based on peripheral electrophysiology, measures transmission, reaction time

Question 9

Influence factors

Answer 9

Favorable: Female, Low rate of relapse, complete recovery after first attack, long interval, predominantly from sensory symptom, young age onset

Unfavorable: Male, high relapse rate, incomplete recovery. Disability at 2 to 5 years, early cerebellar involvement, more than one CNS ate time of onset