MTE 2 - Slikken Flashcards

1
Q

Welk onderdeel van de pharynx wordt hier belicht?

A

Nasopharynx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk onderdeel van de pharynx wordt hier belicht?

A

Oropharynx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk onderdeel van de pharynx wordt hier belicht?

A

Laryngopharynx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk onderdeel van de pharynx wordt hier belicht?

A

Oesophagus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk onderdeel van de pharynx wordt hier belicht?

A

Choanae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk onderdeel van de pharynx wordt hier belicht?

A

Arcus palatoglossus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk onderdeel van de pharynx wordt hier belicht?

A

Arcus palatopharyngeus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk onderdeel van de pharynx wordt hier belicht?

A

Ostium intrapharyngium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk onderdeel van de pharynx wordt hier belicht?

A

Epiglottis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In welke drie delen kan de pharynx worden opgedeeld?

A
  • Nasopharynx
  • Oropharynx
  • Laryngopharynx
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk onderdeel wordt hier belicht?

A

Nasopharynx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk onderdeel wordt hier belicht?

A

Oropharynx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk onderdeel wordt hier belicht?

A

Laryngopharynx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Door welke structuren wordt de nasopharynx begrensd?

A

Craniaal: choanae
Caudaal: deel door de schedel en de spieren van de nek
Dorsaal: basis van de schedel
Ventraal: palatum molle en de arcus palatopharyngeus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Door welke structuren wordt de oropharynx begrensd?

A

Craniaal: arcus palatoglossus
Caudaal: epiglottis
Dorsaal: palatum molle en de arcus palatopharyngeus
Ventraal: basis van de tong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Je kijkt naar een doorsnede van de kop van een hond met twee verschillende posities van de epiglottis in de pharynx. Welke situatie hoort bij ademhaling door de neus?

A

Rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe heet de positie van de epiglottis in het paard?

A

Retrovelair. Het palatum molle van het paard is vrij lang en hangt aan de basis van de tong, voor het strotklepje. Dit betekent dat het strotklepje bij een normaal, gezond paard op de dorsale zijde van het palatum molle rust. Door deze configuratie kan de luchtstroom alleen via de neus en neusholte naar het strottenhoofd gaan. Paarden kunnen dus niet door hun mond ademen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de 3 fasen van slikken?

A
  • Orale fase (voluntary phase)
  • Pharyngeale fase
  • Eosophageale fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat gebeurt er tijdens de orale fase?

A

De orale fase begint wanneer het voedsel goed gekauwd en gesmeerd is met speeksel. Dan duwt het puntje van de tong tegen het harde gehemelte. Wanneer de meer caudale delen van de tong achtereenvolgens tegen het harde gehemelte beginnen te drukken, wordt de voedselbolus dorsaal en caudaal in de mondholte verplaatst en vervolgens in de keelholte geduwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat gebeurt er wanneer het voedsel brokje in de pharynx aankomt?

A

Dan wordt de slikreflex in gang gezet door tastreceptoren. Dit is geen vrijwillig proces meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wanneer het voedselbrokje in de pharynx aankomt, wat gebeurt er dan om te voorkomen dat het voedselbrokje de nasopharynx ingaat?

A

Dat wordt voorkomen door de palatopharyngeale vouwen die naar elkaar toe bewegen en het palatum molle dat omhoog getrokken wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wanneer het voedselbrokje in de pharynx aankomt, wat gebeurt er dan om te voorkomen dat het voedselbrokje weer terug gaat naar de mondholte?

A

De tong blijft tegen het gehemelte aangedrukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wanneer het voedselbrokje in de pharynx aankomt, wat gebeurt er dan om te voorkomen dat het voedselbrokje de trachea in gaat?

A

Door de stembanden samen te trekken en het strottenhoofd naar voren en omhoog te bewegen, waar het nu gedeeltelijk wordt bedekt door de tongbasis. Dit helpt ook bij het openen van de bovenste slokdarmsfincter (UES).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hoe komt het voedselbrokje, na afsluiting van de verkeerde wegen, dieper in de pharynx en uiteindelijk in de oesophagus terecht?

A

De UES ontspant om het voedselbrokje te ontvangen. De superieure constrictorspieren trekken nu samen om het brokje diep in de keelholte te brengen.
Met verdere samentrekking van de constrictorspieren wordt een peristaltische golf in gang gezet, die in de richting van de slokdarm beweegt. Het voedsel wordt nu door de ontspannen UES geperst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Overzicht pharyngeale fase

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat gebeurt er in de oesophageale fase, wanneer het voedselbrokje door de UES is gepasseerd?

A

Zodra het voedsel de UES gepasseerd is, zorgt een reflex ervoor dat de UES vernauwt, zodat er geen retrograde beweging van het voedsel mogelijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat gebeurt er in de oesophageale fase?

A

In de slokdarmwand begint de primaire peristaltiek net onder de UES. Met een gemiddelde snelheid van 3 tot 5 cm/sec wordt de hele slokdarm doorkruist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat gebeurt er als er nog voedsel achter is gebleven in de oesophagus na de primair peristaltiek?

A

De zwelling van de wand initieert een andere peristaltische golf, de secundaire peristaltiek. Deze tweede golf begint net craniaal van de voedselresten en beweegt zich caudaal naar de maag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Waardoor wordt de oesophageale fase gecontroleerd?

A

Door het slikcentrum, dat zich in de pons en medulla oblongata bevindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat zijn de belangrijkste spieren die betrokken zijn bij de orale fase van slikken?

A
  • M. mylohyoideus
  • M. Styloglossus
  • M. hyoglossus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Welke spier wordt hier lichtblauw aangewezen?

A

De m. mylohyoideus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat doet de m. mylohyoideus?

A

De mylohyoidspier vormt een sling tussen de mediale zijden van de lichamen van de linker en rechter hemimandibillen. Ze voegen zich in op de mylohyoide lijn van deze botten. De linker- en rechterhelft van deze spier komen samen in de middellijn van de mandibulaire ruimte, waar ze een mediane fibreuze raphe vormen. De sliertachtige configuratie geeft steun aan de tong en brengt deze omhoog naar het harde gehemelte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Welke spier wordt hier aangewezen?

A

De m. mylohyoideus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Hoe wordt de m. mylohyoideus geïnnerveerd?

A

Door de n. mylohyoideus, die aftakt van de n. mandibularis, die aftakt van de n. trigeminus (V)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Welke spier wordt hier aangewezen?

A

De m. styloglossus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Waaruit bestaat de m. styloglossus?

A
  • Rostraal deel
  • Lang deel
  • Kort deel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Waar zit het rostrale deel van de m. styloglossus?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Waar zit het lange deel van de m. styloglossus?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Waar zit het korte deel van de m. styloglossus?

A
41
Q

Waar bevindt de m. styloglossus zich?

A

Hij ontspringt op het stylohyoid bot van het hyoid apparaat. Hij heeft 3 koppen (kort, rostraal, lang) die op verschillende niveaus op de lange as van de tong grijpen.
Een van de koppen grijpt in aan de basis van de tong, een aan het basolaterale aspect van de tong en een bij de ventrale middellijn in de rostrale helft van de tong. Als de spierkoppen samenwerken, trekken ze de tong naar achteren.

42
Q

Waardoor wordt de m. styloglossus geïnnerveerd?

A

De n. hypoglossus (XII)

43
Q

Waar zit de m. styloglossus?

A
44
Q

Waar zit de m. hyoglossus?

A
45
Q

Waar ligt de m. hyoglossus?

A

Het bevindt zich aan de wortel van de tong. Hij ontspringt uit het basihyoid en het thyrohyoid bot van het hyoid apparaat. Hij loopt rostraal dorsaal van de m. mylohyoidus en aan de basis van de tong kruist hij mediaal van de m. styloglossus. Hij grijpt in op de wortel en het caudale tweederde van de tong.

46
Q

Wat doet de m. hyoglossus?

A

De tong wordt teruggetrokken en ingedrukt door deze spier

47
Q

Hoe wordt de m. hyoglossus geïnnerveerd?

A

Door de n. hyoglossus (XII)

48
Q

Waar ligt de m. hyoglossus?

A
49
Q

Welke spieren zijn belangrijk bij de pharyngeale fase van het slikken?

A

De pharyngeale constrictors:
- Rostrale pharyngeale constrictors
- Middelste pharyngeale constrictors
- Caudale pharyngeale constrictors
Deze spieren zijn gepaard (dus een links en een rechts)

50
Q

Welke rostrale pharyngeale constrictors zijn er?

A
  • M. pretygopharyngeus
  • M. palatopharyngeus
51
Q

Waar liggen de rostrale pharyngeale constrictors?

A
52
Q

Waar liggen de rostrale pharyngeal constrictors?

A

De m. palatopharyngeus loopt van het zachte gehemelte caudo-obliquaal naar de middorale lijn van de keelholte.
De m. pterygopharyngeus loopt van de hamulus van het pterygoïdbot van de schedel in caudale richting om in te voegen in de middorsale lijn van de keelholte.

53
Q

Wat is de functie van de rostrale pharyngeale constrictors?

A

Zowel de m. pterygopharyngeus als de m. palatopharyngeus verkorten de keelholte en trekken het strottenhoofd en de slokdarm naar voren naar de tongbasis. Ze vernauwen ook het rostrale deel van de keelholte.

54
Q

Hoe worden de rostrale pharyngeale constrictors geïnnerveerd?

A

Door zenuwvezels van de n. glossopharyngeus en de n. vagus

55
Q

Hoe heet de middelste pharyngeale constrictor en waar ligt die?

A

De m. hyopharyngeus

56
Q

Waar ligt de m. hyopharyngeus?

A

De m. hyopharyngeus ontspringt uit het thyrohyoideus bot (en ligt diep van de m. hyoglossus) en het ceratohyoideus bot. De spier heeft een min of meer verticale richting om in te voegen in het dorsomediale deel van de keelholte.

57
Q

Hoe worden de middelste pharyngeale constrictors geïnnerveerd?

A

Door de n. glossopharyngeus en de n. vagus

58
Q

Welke caudale pharyngeale constrictors zijn er?

A
  • M. thyropharyngeus
  • M. cricopharyngeus
59
Q

Waar liggen de caudale pharyngeale constrictors?

A
60
Q

Waar ligt de m. thyropharyngeus?

A

Het komt voort uit het schildkraakbeen en de vezels lopen in dorsale en craniodorsale richting. De linker en rechter thyropharyngeale spieren grijpen aan op de mediane raphe van de keelholte. Hij ligt caudaal van de m. hyopharyngeus en bedekt gedeeltelijk het caudale deel van de m. hyopharyngeus.

61
Q

Waar ligt de m. cricopharyngeus?

A

Hij ligt direct caudaal van de m. tyropharyngeus bovenop het strottenhoofd en de keelholte. De spier ontspringt aan de laterale rand van het cricoïdkraakbeen van het strottenhoofd en de spiervezels lopen in dorsale richting om in te voegen op de dorsale mediane raphe. Aan het caudale uiteinde versmelten de spiervezels met de spiervezels van de slokdarmwand. Hij maakt deel uit van de bovenste slokdarmsfincter.

62
Q

Hoe worden de caudale pharyngeale constrictors geïnnerveerd?

A

Door de n. glossopharyngeus en de n. vagus

63
Q

Wat zijn de piriform recesses?

A

Kleine uitsparingen die aan beide zijden van de epiglottis liggen, en werken als een soort gootjes waardoor vloeistoffen makkelijk kunnen wegspoelen

64
Q

Wat gebeurt er wanneer een dier drinkt?

A

De tongwortel wordt naar beneden gebracht, zodat de vloeistof in de keelholte kan stromen. De tong rolt van rostraal naar caudaal tegen het palatum en duwt de vloeistof caudaal. De vloeistof stroomt door de piriforme uitsparingen naar de ingang van de slokdarm. De faryngeale vernauwers dragen niet bij, de druk in de orale fase is voldoende om de vloeistof naar de maag te laten gaan.

65
Q

Wat wordt hier aangegeven?

A

Het thyroïde kraakbeen

66
Q

Wat wordt hier aangegeven?

A

Het cricoïde kraakbeen

67
Q

Wat wordt hier aangegeven?

A

De m. mylohyoideus

68
Q

Wat wordt hier aangegeven?

A

De m. styloglossus

69
Q

Wat wordt hier aangegeven?

A

De m. hyoglossus

70
Q

Wat wordt hier aangegeven?

A

De rostrale pharyngeale constrictors (m. palatopharyngeus + m. pterygopharyngeus)

71
Q

Wat wordt hier aangegeven?

A

De middelste pharyngeale constrictor (m. hyopharyngeus)

72
Q

Wat wordt hier aangegeven?

A

De caudroale pharyngeale constrictor (m. thyropharyngeus + m. cricopharyngeus)

73
Q

In welke delen is de oesophagus verdeeld?

A

In een cervicaal, thoracaal en abdominaal deel

74
Q

Wat heeft de oesophagus om te voorkomen dat voedsel de verkeerde kant op gaat?

A

Een upper en lower sfincter.

75
Q

Wat vormt de upper sfincter?

A

De m. cricopharyngeus

76
Q

Wat vormt de lower sfincter?

A

De cardia van de maag

77
Q

Hoe ziet de binenkant van de oesophagus er uit?

A

De binnenkant van de oesophagus is bedekt met mucosa dan longitudinale vouwen vormt

78
Q

Leg dit figuur uit

A

Bij A is de rusttoestand te zien, bij B de voortdurende drukgolf door de slokdarm. In deze positie hebben de UES en de LES een veel hogere tonus dan de atmosferische druk.
De UES, de slokdarmwand en de LES moeten ontspannen (tonus van de wand verlagen) om ruimte te maken voor het voedsel. Net achter het voedsel trekken de spieren in de slokdarmwand samen om het voedsel naar distaal te duwen.

79
Q

De drukgolf bij 1 ziet er heel anders uit dan bij 2, 3 en 4. Waarom?

A

In de thorax is er al een negatieve druk ten opzichte van de atmosferische druk. Daarom zien we een minder uitgesproken relaxatiepatroon in de slokdarmwand en een min of meer uitgesproken vernauwing

80
Q

Waarom is er geen extra constrictie in de drukgolf van het LES?

A

De LES heeft een constante hoge tonus, deels door de hoge intra-abdominale druk, om reflux van maaginhoud terug in de slokdarm te voorkomen. Hij hoeft zich alleen te ontspannen om het voedsel door te laten. Daarna is geen extra vernauwing nodig, omdat het voedsel in de maag ‘valt’.

81
Q

Hoe worden gestreepte spieren geïnnerveerd?

A

Door somatomotorische neuronen. Zij gebruiken acetylcholine als neurotransmitter en hebben nicotine receptoren in de motorische eind plaat. Deze somatomotorische neuronen gaan via de n. vagus naar het betreffende deel van de oesophagus, maar het zijn geen parasympathetische vezels. Ze gebruiken gewoon de n. vagus als pad

82
Q

Hoe worden de gladde spiervezels geïnnerveerd?

A

Die staan onder de controle van het enterische zenuwstelsel (ENS)

83
Q

Waaruit bestaat het ENS?

A

Het heeft twee plexusen, een plexus myentericus en een plexus submucosa.

84
Q

Waar ligt de plexus myentericus?

A

Het ligt tussen de buitenste longitudinale en binnenste circulaire spierlaag van de darmwand en is aanwezig van de slokdarm tot de anus

85
Q

Waar ligt de plexus submucosa?

A

Het ligt in de wand van de dunne en dikke darm en is afwezig in de wand van de slokdarm. Het is voornamelijk betrokken bij het reguleren van de afscheiding

86
Q

Primaire peristaltiek van de oesophagus volgt direct na het slikken. Hoe wordt dit geïnnerveerd?

A

Primaire peristaltiek wordt gegenereerd door het slikcentrum in de medulla oblongata.
- Gestreepte spieren in de oesophagus worden geïnnerveerd door somatomotorische neuronen die via de n. vagus reizen
- Gladde spieren ontvangen effferente informatie van parasympatische vezels van de n. vagus en organiseren deze lokaal via de plexus myentericus van het ENS

87
Q

Hoe wordt secundaire peristaltiek geïnitieerd?

A

Door stimulatie van de wand van de oesophagus zelf, door de voedselstukjes die zijn achtergebleven. Het is een reactie op de druk of rek in de wand

88
Q

Hoe wordt secundaire peristaltiek geïnnerveerd als het plaatsvindt in een deel van de oesophagus met gestreepte spiervezels?

A

Dan is de reflexboog via een vago-vagale reflex

89
Q

Hoe wordt secundaire peristaltiek geïnnerveerd als het plaatsvindt in een deel van de oesophagus met gladde spiervezels?

A

Door de plexus myentericus van het ENS

90
Q

Je ziet hier een veel te wijde oesophagus. Wat voor oorzaken kan dit hebben?

A

Bij 80% van de honden met mega slokdarm is het idiopathisch, maar bij 20% kan het veroorzaakt worden door myasthenia gravis.

91
Q

Wat is myasthenia gravis?

A

Het is een ziekte die leidt tot een verminderd aantal acetylcholinereceptoren in de neuromusculaire eindplaat. Dit leidt tot een verstoorde prikkelgeleiding en als gevolg daarvan verzwakken de spieren. De slokdarm kan zich niet goed achter het voedsel samentrekken om het voedsel naar de maag te duwen.

92
Q

Wat is ‘valse’ overmatige speekselvorming?

A

Het probleem is dan dat het dier niet goed genoeg kan slikken om het speeksel naar de maag af te voeren.

93
Q

Wat is ‘echte’ overmatige speekselvorming?

A

Wanneer er daadwerkelijk te veel speeksel wordt gevormd

94
Q

Je wordt geroepen bij een koe met overmatige speekselen. Volgens de eigenaar van de kinderboerderij is de koe nog meer ronder geworden (meer opgezwollen) is dan toen hij je belde. Wat is het eerste wat je moet doen?

A

Bij een volledige slokdarmobstructie kan het heel snel levensbedreigend worden. Gassen die ontstaan door fermentatie in de pens worden normaal gesproken afgevoerd via het ructusmechanisme. Als dit niet gebeurt, zal het groeiende volume van de pens de bloedsomloop ernstig belemmeren en kan dit binnen enkele uren fataal zijn. Je moet de bloat verlichten, via een maagsonde of via trocharisatie van de pens, om het gas af te voeren.

95
Q

Wat zijn behandelingsopties voor de koe met overmatig speekselen?

A
96
Q

Als de obstructie niet makkelijk opgelost kan worden, wat voor zuur-gebaseerde complicatie kan je dan verwachten?

A

Metabole acidose door een verlies van natrium-bicarbonaat in het speeksel.
Als de verstikking langere tijd duurt, kan het dier uitgedroogd raken. Via het speeksel gaan grote hoeveelheden natriumbicarbonaat en natriumfosfaat verloren, wat kan leiden tot metabole acidose.

97
Q

Bij paarden met slokdarmobstructie kun je Butyl-Scopolamine toedienen. Dit is een anticholinergicum met een hoge affiniteit voor muscarinereceptoren.
Waarom zou deze medicatie niet helpen bij een koe met een slokdarmverstopping?

A

Omdat de slokdarm van de koe bestaat uit andere spiervezels dan van het paard. The oesophagus van de koe bestaat volledig uit gestreepte spiervezels, die acetylcholine gebruiken als neurotransmitter, maar nicotine receptors hebben.
Het laatste 1/3 deel van de oesophagus van het paard bestaat uit glad spierweefsel, dat muscarine receptoren bevat. Hier heeft butyl-scopolamine zijn effect.

98
Q

Van honden en katten is bekend dat ze vrij gemakkelijk kunnen braken. Herkauwers kunnen de maaginhoud gemakkelijk terug naar de mond brengen om er weer op te kauwen. Paarden zijn berucht om hun onvermogen om te braken. Waarom?

A

Een steile inplanting van de slokdarm in de maag en een zeer sterke onderste slokdarmsfincter.
Door deze twee dingen kan de maagwand scheuren voordat de inhoud terugstroomt in de slokdarm.