HC03 - Functionele Histologie Digestiestelsel en Lever Flashcards

1
Q

Uit welke lagen is de darm in de borst/buikholte opgebouwd?

A
  • Tunica mucosa
  • Tunica submucosa
  • Tunica muscularis
  • Tunica serosa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit welke lagen is de darm in de mondholte, slokdarm en rectum opgebouwd?

A
  • Tunica mucosa
  • Tunica submucosa
  • Tunica muscularis
  • Tunica adventitia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaat de tunica mucosa?

A
  • Lamina epithelialis
  • Lamima propria (losmazig bindweefsel, klieren, lymfoïde cellen)
  • Lamina muscularis mucosa (soms wel soms niet)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil in epitheel gedurende het digestietractus?

A

Begin en eind is het cutaan epitheel, daartussen intestinaal epitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat de tunica submucosa?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat de tunica muscularis?

A
  • Circulaire laag spierweefsel
  • Longitudinale laag spierweefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt het parasympatische deel in het digestietractus geïnnerveerd?

A

Door de plexus submucosus, die klieren in de t. submucosa innerveert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt het sympatische deel in het digestietractus geïnnerveerd?

A

Door de plexus myentericus, die glad spierweefsel in de t. muscularis innerveert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zie je hier?

A

De oesophagus van een herbivoor en een carnivoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe gaat de oesophagus over op de kliermaag?

A

Dat is een abrupte overgang van meerlagig cutaan epitheel naar eenlagig intestinaal epitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat voor maagtypen zijn er?

A
  • Enkelvoudige maag
  • Enkelvoudige samengestelde maag
  • Meervoudige samengestelde maag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een kenmerk van een enkelvoudige maag (hond, kat, mens)?

A

Dat er klierrijke t. mucosa in de hele maag te vinden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn kenmerken van een enkelvoudige samengestelde maag (varken, paard, knaagdieren)?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke delen van de enkelvoudige maag worden aangewezen?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zie je hier?

A

Je kijkt naar de fundusklieren van een enkelvoudige maag. De cellen aan de kant van het lumen maken slijm aan (roze) om zichzelf te beschermen tegen het maagzuur/sap dat de onderliggende cellen produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke klierbuizen worden hier aangewezen?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat maken slijmnapcellen?

A

Een muceus secreet ter bescherming van de maagwand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat maken muceuze halscellen?

A

Taai slijm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat maken pariëtaalcellen?

A

Maagzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat maken hoofdcellen?

A

Pepsines voor de eiwitvertering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat maken entero-endocriene cellen?

A

Gastrine, waardoor de maagsapsecretie toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn kenmerken van een meervoudige samengestelde maag (herkauwers, nijlpaard)?

A
  • Groot klierloos deel
  • Differentiatie (klierloze) voormagen
  • Kliermaag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe zien de magen van een herkauwer er uit?

A

Voormagen:
- Rumen (pens)
- Reticulum (netmaag)
- Omasum (boekmaag)

Kliermaag:
- Abomasum (lebmaag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de functie van het voormagencomplex?

A

Voorvertering van cellulose-rijk voedsel:
- Mechanische verkleining
- Vertering door bacteriën
- Vorming en absorptie vluchtige vetzuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hoe ziet de histologie van het voormagencomplex er uit?

A

Er is sprake van meerlagig cutaan epitheel (klierloos), waarbij er specialisaties van de t. mucosa zijn per maag.

26
Q

Wat zie je hier?

A

De rumen van een herkauwer met tongvormige pensvlokken

27
Q

Je kijkt naar een gedetailleerde pensvlok. Waarom is het handig dat er een capillair netwerk tussen de lagen zit?

A

Als er fermentatie optreedt in het lumen wordt er glucose geproduceerd. De vrije vetzuren kunnen over het dikke epitheel diffunderen en die kunnen dan door het capillair netwerk worden opgenomen en gebruikt

28
Q

Wat zie je hier?

A

Het reticulum van een herkauwer. In de uitstulpingen zitten spiervezels van de lamina muscularis mucosa

29
Q

Wat zie je hier?

A

Het omasum van een herkauwer. Je ziet hier extreme uitstulpingen van de tunica mucosa

30
Q

Hoe wordt de oppervlakte vergroot in de dunne darm?

A
  • Plooien van Kerckring
  • Villi
  • Microvilli
31
Q

Wat voor cellen kun je terugvinden in de villus en crypte in de dunne darm?

A
32
Q

Wat doen enterocyten?

A

Ze nemen voedingsstoffen op

33
Q

Wat doen paneth cellen?

A

Ze maken enzymen waarmee je bacteriën kunt lyseren

33
Q

Wat zie je hier?

A

Een duodenum met klieren van brunner

34
Q

Wat doen Brunnerse klieren?

A

Ze zorgen dat er veel bicarbonaat geproduceerd wordt, vooral bij carnivoren in het voorste deel van het duodenum

35
Q

Je kijkt naar de histologie van de dunne darm. Wat wordt er aangegeven?

A

Een lymfefollikel, je ziet Peyerse platen in het ileum

36
Q

Wat voor cellen kun je terugvinden in de dikke darm?

A
  • Er zijn geen villi
  • Veel gobletcellen
37
Q

Wat is de functie van de dikke darm?

A

Absorptie van water, vitaminen en electrolyten, en fermentatie

38
Q

Je kijkt naar de histologie van de dikke darm. Wat wordt hier aangegeven?

A
39
Q

Welke grote speekselklieren zijn er?

A

De eerste twee zijn gepaarde klieren en de laatste een enkele

40
Q

Waar kun je kleine speekselklieren terugvinden?

A

In de lip, tong, wang, gehemelte

41
Q

Wat voor soort klieren zijn speekselklieren?

A

Exocriene klieren

42
Q

Hoe heten de twee delen van deze samengestelde tubulo-acinaire klieren?

A
43
Q

Je kijkt naar de histologie van de glandula mandibularis, een gemengde klier. Wat geven de pijltjes aan?

A
44
Q

Wat voor cellen geven de groene pijlen aan in de pancreas?

A
45
Q

Je kijkt naar een histologisch preparaat van de pancreas, het endocriene deel. Wat geven de pijltjes aan?

A

De eilandjes van Langerhans

46
Q

Wat wordt er in de eilandjes van Langerhans gemaakt?

A
47
Q

Je kijkt naar het exocriene deel van de pancreas. Wat wordt er aangewezen?

A
48
Q

Wat produceren acinaire cellen?

A

Enzymen (o.i.v. CCK)

49
Q

Wat produceren centroacinaire cellen?

A

Bicarbonaat/water (o.i.v. secretine)

50
Q

Wat zijn de functies van de lever?

A
  • Productie albumine
  • Afbraak giftige stoffen
  • Productie van warmte
  • Handhaving glucosegehalte
  • Opslag van stoffen
  • Omzetting ammoniak in ureum
  • Vorming van stollingseiwitten
51
Q

Wat zie je hier?

A

Je kijkt naar de histologie van de lever, met een centrale vene. De lichte ruimtes zijn bloedruimtes, ook wel sinusoïden genoemd

52
Q

Hoe ziet het haarvat van een sinusoïde er uit?

A
53
Q

Wat zie je hier?

A

Je kijkt naar de lever van een varken (of kameel), bij deze dieren zijn de bindweefselschotten goed zichtbaar
T = triade (a. hepatica + vena porta + galgang)
C = kapsel
V = vene

54
Q

Op welke drie manieren kun je de functionele bouw van de lever bekijken?

A

Op basis van:
- Morfologie
- Galafvoer
- Metabole activiteit

55
Q

Welke manier van indeling is rood?

A

Indeling op basis van de morfologie.
Dit is de klassieke anatomische lobulus

56
Q

Welke manier van indeling is groen?

A

Indeling op basis van de galafvoer.
Dit is de portale lobulus (met galafvoergang centraal)

57
Q

Welke manier van indeling is blauw?

A

Indeling op basis van metabole activiteit.
Dit is de portale acinus (fysiologische indeling; doorbloedings gradient)

58
Q

Wat zijn kupffer cellen?

A

Kupffer cellen zijn macrofagen van de lever, en maken deel uit van de wand van een sinusoïde

59
Q

Waarom wil je hier in de lever microvilli hebben?

A

Zodat er veel stoffen uit de sinusoïden kunnen worden gehaald (oppervlakte vergroting). Dit is de basolaterale kant van de hepatocyt

60
Q

De hepatocyten hebben dus aan twee kanten microvilli, de basolaterale kanten. Wat zijn de andere twee kanten?

A

De andere twee kanten zijn de apicale kanten, daar ontstaan tussen de hechtstructuren tussen twee cellen de gal canaliculi, en daar wordt dus gal afgegeven.

61
Q

Wat zie je hier?

A

FSC: fat storing cells = hepato stellate cel
E: endotheel cellen
RD: ruimte van Disse