Motiveren (PW 1) Flashcards
Wat is de definitie van motivatie?
Motivatie is een prikkel die je hebt of krijgt, waardoor je iets wel of niet wilt doen.
Wat is de definitie van ‘iemand motiveren’?
dat jij invloed uitoefent op een ander, zodat die bepaald gedrag gaat vertonen
Welke twee soorten motivatie zijn er?
intrinsieke en extrinsieke motivatie
Wat is intrinsieke motivatie?
dat de prikkel, die ervoor zorgt dat je iets wilt doen, vanuit jezelf komt
Wat is extrinsieke motivatie?
dat de prikkel, die ervoor zorgt dat je iets wilt doen, van buitenaf komt (dus die wordt beïnvloed door zaken die buiten jou liggen).
wat is belangrijk bij het motiveren van anderen?
- aansluiten bij de doelgroep
- zelf enthousiast zijn
- uitleggen waarom het belangrijk is voor de ander (zinvol)
- het moet leuk zijn
- mensen vertrouwen geven
wat is de verwachtingstheorie van Vroom?
Mensen zijn gemotiveerd als de uitkomsten van de dingen die ze doen, aansluiten bij de verwachtingen die ze erbij hebben.
Motivatie wordt dus beïnvloed door persoonlijke verwachtingen.
Belangrijk is balans tussen het werk en de beloning.
welke drie elementen staan centraal in de verwachtingstheorie van Vroom?
1) Kan ik mijn doel bereiken (E)
2) Welke beloning levert het mij op als ik het doel bereik? (I)
3) Hoe belangrijk is de beloning voor mij? (V)
Wat is de formule van de verwachtingstheorie van Vroom?
M (motivatie) = E (verwachting/expectation) x I (instrumentaliteit) x V (waardering/ value)
Wat betekent attributie?
verklaring
Wat is de attributietheorie?
de manier waarop mensen hun gedrag verklaren.
twee manieren:
- interne attributie
- externe attributie
wat is interne attributie?
verantwoordelijkheid nemen voor je eigen gedrag
wat is externe attributie?
de oorzaak van je gedrag altijd buiten jezelf leggen
wat zijn de drie dimensies van de attributietheorie?
- locatie
- duur
- beheersbaarheid
wat bedoelen we met de dimensie locatie van de attributietheorie?
interne of externe oorzaak
een goed beeld hebben van de interne en externe oorzaken van successen en falen is belangrijk.
wat bedoelen we met de dimensie duur van de attributietheorie?
tijdelijk of permanente oorzaak (bijv. geluk is tijdelijk en een vaardigheid beheersen is permanent)
wat bedoelen we met de dimensie beheersbaarheid van de attributietheorie?
sommige oorzaken heb je zelf in de hand, anderen kun je niet beïnvloeden. (inzet is beheersbaar, moeilijkheid van de toets niet)
wat is een attributiefout?
als een kind vervelende gebeurtenissen steeds intern attribueert en leuke dingen altijd extern.
wat kunnen gevolgen van een attributiefout zijn?
- minder zelfvertrouwen
- situaties gaan vermijden
- verkeerd beeld van zichzelf
wat is de doeloriëtatietheorie?
er zijn twee soort doelen als je iets wilt leren: prestatiedoel en leerdoel
wat is een prestatiedoel?
prestatiedoel richt zich op het halen van een goed resultaat
vergelijkbaar met extrinsieke motivatie
wat is een leerdoel?
een leerdoel richt zich meer op het leerproces dan op het resultaat. Het geeft aan dat je ergens beter in wilt worden.
vergelijkbaar met intrinsieke motivatie
wat is coachen?
- begeleiden bij het halen van doelen die zelf gekozen zijn.
- Het beste uit iemand naar boven halen.
- Door coaching leert iemand zijn eigen kwaliteiten ontdekken en zijn eigen handelen en denken positief te beïnvloeden
Welke stappen zijn er in coachen?
1) contact maken (vertrouwen, openheid)
2) doel bepalen
3) vragen stellen (open en concreet)
4) opties onderzoeken (lijst mogelijke oplossingen)
5) concrete afspraken maken (kleine stappen, vervolgafspraak)
Wat is de zelfdeterminatietheorie?
volgens deze theorie hebben mensen relatie, autonomie en competentie nodig om gemotiveerd aan het werk te gaan.
Wat verstaan we onder ‘relatie’ in de zelfdeterminatietheorie?
- relatie met de ander
- relatie met zichzelf
- relatie met de ‘leerstof’
het moet altijd gaan om een positieve relatie
Wat verstaan we onder ‘autonomie’ in de zelfdeterminatietheorie?
kinderen en jongeren moeten het gevoel hebben dat ze zelf invloed hebben op de manier waarop ze een opdracht aanpakken.
jij kan bepalen hoe groot of klein die autonomie is.
Wat verstaan we onder ‘competentie’ in de zelfdeterminatietheorie?
je moet het gevoel hebben een opdracht te kunnen uitvoeren. Een opdracht moet uitdagend EN uitvoerbaar zijn.