Diversiteit (pw 2) Flashcards

1
Q

wat is diversiteit?

A

verschillen tussen mensen

bijv. huidskleur, geslacht en leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is cultuur?

A

een geheel van waarden en normen dat mensen aan elkaar overdragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn overeenkomsten tussen verschillende culturen?

A

alle culturen hebben:

  • arm en rijk en niet arm niet rijk
  • vorming van subgroepen
  • opvoedregels
  • religie
  • omgangsregels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn waarden?

A

waarden kunnen gelden voor de hele cultuur of maatschappij, zoals eerlijkheid, dapperheid, hulpvaardigheid of voor een groep, zoals collegialiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn normen?

A

gedragsregels die voortkomen uit waarden

zoals dat je niet mag stelen en liegen bij de waarde eerlijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het macroniveau?

A

het grootste of hoogste niveau

in onderwijs: landelijk niveau
- richtlijnen voor beleid vanuit ministerie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het mesoniveau?

A

middelgroot

in onderwijs: schoolniveau
- scholen bepalen wat ze doen met landelijke richtlijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is het microniveau?

A

klein

in onderwijs: klasniveau
- hoe leerkracht diversiteit in lessen gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe ontstaat een (verkeerd) beeld van een cultuur?

A
  • door weinig of niets van een andere cultuur te weten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een stereotype?

A

een vastaand, overdreven beeld van een bepaalde groep mensen, of van een persoon uit een bepaalde groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is een vooronderstelling?

A

een gedachte of idee over iets of iemand maar nog geen oordeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is een vooroordeel?

A

een mening die niet op feiten gebaseerd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe kun je vooroordelen voorkomen?

A
  • achterhalen hoe je zelf denkt
  • wees nieuwsgierig, verwonder, maar oordeel niet
  • toon belangstelling, interesse en nieuwsgierigheid
  • open contact, luister, stel je respectvol op en stel vragen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is interculturele sensitiviteit?

A

gevoeligheid voor andere culturen. Je kunt andere culturen begrijpen en je daarin verplaatsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn de zes fasen om interculturele sensitiviteit te ontwikkelen?

A

1) onbewust zijn van verschillen
2) weerstand hebben
3) bagatelliseren
4) erkennen
5) aanpassen
6) integreren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn kenmerken van de fase ‘onbewust zijn van verschillen’ bij de ontwikkeling van interculturele sensitiviteit?

A
  • culturele verschillen niet zien
  • grenzen bestaan niet
  • op te lossen door over culturen te praten
17
Q

wat zijn kenmerken van de fase ‘weerstand hebben’ bij de ontwikkeling van interculturele sensitiviteit?

A
  • zien verschillen wel, maar ervaren weerstand tegen andere culturen
  • wij tegen zij cultuur
  • op te lossen door mensen uit verschillende culturen met elkaar om te laten gaan
18
Q

wat zijn kenmerken van de fase ‘bagatelliseren’ bij de ontwikkeling van interculturele sensitiviteit?

A
  • zien wel verschillen maar bagatelliseren die
  • dus minder belangrijk maken dan het is
  • eigen cultuur is beter
  • om dit op te lossen moet je je verdiepen in de andere cultuur
19
Q

wat zijn kenmerken van de fase ‘erkennen’ bij de ontwikkeling van interculturele sensitiviteit?

A
  • geloven dat mensen gelijkwaardig zijn, maar niet hetzelfde
  • veel kennis van andere cultuur
  • voldoende voor omgang met collega’s
  • om verder te komen en echt sensitief te worden is interculturele communicatietraining nodig
20
Q

wat zijn kenmerken van de fase ‘aanpassen’ bij de ontwikkeling van interculturele sensitiviteit?

A
  • je kunt je verplaatsen in de ander
  • je begrijpt de waarden en normen en kunt jouw gedrag daarop aanpassen
  • werkelijk intercultureel sensitief door nog verder te verdiepen en training
21
Q

wat zijn kenmerken van de fase ‘integreren’ bij de ontwikkeling van interculturele sensitiviteit?

A
  • gedragen vanuit verschillende culturele normen en waarden
  • sterk ontwikkeld inlevingsvermogen
  • intercultureel sensitief