Methoden en Technieken Flashcards
Deductief
De redeneerwijze, waarbij van algemene uitspraken wordt gekomen tot voorspellingen over observaties
- Falsificatie logica
- Van Theorie naar Empirie
Inductief
De redeneerwijze, waarbij vanuit een beperkt aantal observaties een universele uitspraak wordt gedaan over alle gevallen.
- Verificatie logica
- Van Empirie naar theorie
Positivisme
Het positivisme is de opvatting dat alleen de empirische wetenschappen geldige kennis opleveren.
- Comte → nieuwe wetenschap: Social Physics
o Nieuwe wetenschap moet leunen op rationalisme, moderne waarden etc.
- Logisch positivisme → inductivismeme
Objectivisme/realisme
’ De sociale werkelijkheid bestaat buiten ons om ‘
Constructionisme
“sociale werkelijkheden worden door actoren geconstrueerd”
Pragmatisme / Critical(subtle) realism
“een sociale werkelijkheid bestaat, maar actoren hebben een rol hierin”
Meetvaliditeit
Meet je wat je denkt te meten?
Vragen die meetvaliditeit aangaan:
Hoe kan je een groot concept vast stellen? Hoe zijn deze concepten nou te meten?
Interne validiteit
Is er wel echt te spreken van een causaal verband tussen de afhankelijke en onafhankelijke variabele?
Externe validiteit
Kunnen de resultaten worden gegeneraliseerd?
Longitudinal onderzoek
Wat is het, 3 vormen en mogelijke problemen
- Dezelfde onderzoeksgroep op meerdere tijdstippen onderzoeken waarmee je de sociale verandering door de tijd heen kan zien. Je kan hierbij de mogelijk causale effecten analyseren.
Drie vormen: Panel studie, cohort studie en herhalingsstudie
Mogelijke problemen: Moraliteit, panel conditionering en betekenisverschuiving
3 kenmerken van een survey
Gestructureerd, gestandaardiseerd en gesloten
- Gestructureerde vragenlijst met gestructureerde volgorde van vragen
- Gestandaardiseerde formulering van vragen
- Gesloten vragen: multiple choice
Case study
- Gedetailleerde en intensieve analyse van een casus (bijv. een persoon, gebeurtenis, organisatie, gemeenschap)
- De casus is het middelpunt van aandacht, locatie/omgeving/andere cases bieden slechts achtergrondinformatie
- Meestal kwalitatief onderzoek
Sampling frame
Steekproefkader : de populatie waaruit je de steekproef trekt
Operationaliseren
Meetbaar maken van concepten
Betrouwbaarheid (3 vormen/elementen)
- Stabiliteit over verschillende meetmomenten : Samenhang in tijd
- Interne betrouwbaarheid : Samenhang tussen twee helften /samenhang tussen alle onderdelen
- Intercodeur betrouwbaarheid: Overeenstemming tussen verschillende codeurs
Triangulatie
Triangulatie is het combineren van verschillende theorieën, methoden of databronnen om zo tot betere antwoorden te komen op je onderzoeksvragen
Goodpractise in Kwalitatief onderzoek met als doel; verificatie/falsificatie, reflectie, intersubjectiviteit, verdieping en verbreding.
Etnografie
Ethnos (volk) Graphein (schrijven)
Idee: Onderzoeker maakt deel uit van sociale setting voor een langdurige periode
Methode: Participerende observatie, vaak met interviews en een scala aan andere methoden
Doel: Begrijpen van de cultuur, normen en waarden, leefwereld van de groep
Inhoud: Zowel methode als geschreven product van onderzoek
Waarom participerende observatie?
Zorgt voor verschillende soorten data, naturally accuring, reduceert reactiviteit, helpt bij het formuleren van interviewvragen, helpt bij interpretatie van resultaten.
Gestalt-perceptie
Het geheel (van handelingen) is meer dan de som der delen (handelingen)
Epistemologie
Hoe kennen wij? / Kunnen we de realiteit kennen? / Wat wordt beschouwd (of zou beschouwd moeten worden) als geldige kennis? / Wat is wetenschappelijke kennis?
Ontologie
Zijnsleer: Bestaat er zoiets als een realiteit/werkelijkheid
Abductie
De redeneerwijze waarbij vanuit de regel en het effect de oorzaak wordt voorspeld.
Het is legitiem en creatief maar het is een gissing.
Kwantitatief onderzoek
- Objectivistische sociale ontologie
- Positivistische epistemologie
- Verklaren
- Deductief
- Objectieve kennis
- Gebruikelijke methode: experimenten en surveys
- Data zijn cijfers
Kwalitatief onderzoek
- Constructivistische sociale ontologie
- Interpretatieve epistemologie
- Verstehen
- Inductief
- Subjectieve kennis
- Gebruikelijke methoden: interviews, etnografie
- Data zijn woordelijke uitingen
Sneeuwbal-methode
Onderzoeker maakt eerst contact met enkele individuen, via deze mensen worden nieuwe mensen gezocht.
: Zeer onbetrouwbaar als gemakssteeksproef, zeer nuttig als doelgerichte steekproef : Bruikbaar voor kwalitatief onderzoek naar moeilijk bereikbare groepen.
Ethical absolutism
Bij onderzoek moet er strikt aan de ethische principes gehouden worden
Ethical situationism
Ethiek hangt af van de situatie / context
Ethical relativism
Er zijn geen absolute universele morale standaarden
Machiavellianism
Machiavellianism: positie in ethisch debat dat ervan uit gaat dat het onderzoek prioriteit krijgt voor het naleven van ethische principes omdat deze soms geschonden moeten worden om tot onderzoekgegevens te komen.
Nacirema
Stuk van Miner over de Amerikanen, hij maakt hierbij de mensen bewust van het feit dat ‘het er maar aan ligt hoe je de dingen bekijkt’. Vanuit een imaginaire ‘wij’ laat hij zien dat ook de ‘bekende’ en ‘geciviliseerde’ Westerse wereld als vreemd, ritualistisch en barbaars gezien kan worden
• In de beschrijving van een ‘andere’ cultuur worden vooral de normen van de schrijver zichtbaar
‘De ander’ wordt altijd beschreven in relatie tot ‘wij’/ ‘ik’
Reflexiviteit dwingt de schrijver naar zichzelf te kijken door de ogen van ‘de ander’
Intersubjectiviteit
Artikel van Nencel/van Stapele:
Antropologisch onderzoek vindt plaats tussen subjecten en zowel de onderzoeker als de onderzochten geven hun eigen betekenissen aan het onderzoek en aan elkaar en handelen op basis daarvan.
- De manier waarop respondenten zich tot jou verhouden is data in zichzelf
- Door bewust te worden van wie jij bent in de ogen van de ander kun je beter begrijpen (verstehen) waarom je bepaalde informatie wel of niet krijgt
• Door te begrijpen welke sociale positie jij representeert in het onderzoeksveld, leer je veel over de sociale positie van je respondenten
• Nencel als ‘goede vrouw’ versus de prostituees als ‘slechte vrouwen’
• Het feit dat dit als een relevant onderscheid wordt gezien, zegt veel
over het leven, de ervaringen, de identiteiten van de respondenten.
• Kenniscategorieën zijn context gebonden
Kennis is dus niet vaststaand en universeel, maar een resultaat van de relatie tussen alle betrokkenen binnen de context waarin het onderzoek plaatsvindt
Causaliteit
4 voorwaarden
Wat veroorzaakt wat? Voorwaarden: -Oorzaak vind plaats voor gevolg - 'Nabijheid' van tijd en ruimte - Samenhang tussen variabelen - De samenhang mat niet 'spurious' zijn
Correlatie
In de statistiek spreekt men van correlatie als er een min of meer samenhang blijkt te zijn tussen twee reeksen metingen of de mogelijke waarden van twee toevalsvariabelen.
Concept
- Een abstract begrip dat een fenomeen beschrijft
bijv. Geluk, religie, sociale cohesie - Categorieën voor het organiseren van ideeën en observaties
- Comprimeren sociale fenomenen in een begrip
- Gebruik in onderzoek om verklarende en verklaarde fenomenen aan te wijzen
- Onderdeel van een theorie.
Wet
Regelmatigheid van feiten
bijv. Gelovige mensen zijn een tikje gelukkiger dan ongelovigen
Postulaat
Fundamentele (niet bewezen) aanname/bewering in een theorie
bijv. Religieuze organisatie zorgt voor wederzijds steun, sociale cohesie en collectieve efferscence.
Propositie
Verklarende relatie tussen concepten:
bijv. Mensen worden gelukkiger als ze gesteund worden door anderen, c.e. meemaken en er sprake is van sociale cohesie. Religie verhoogt de cohesie en c.e en daarmee dus het geluk.
Inductieprobleem
De centrale vraag + twee oplossingen
Van Hume: Hoeveel waarnemingen zijn er nodig om te komen tot een geldige algemene uitspraak?
Oplossing 1: Gebruik falsificatie (deductie)
Oplossing 2: Gebruik kansen en waarschijnlijkheid
Criteria om sociaal wetenschappelijk onderzoek te beoordelen
1) Validity:
Validiteit/geldigheid: Zijn de resultaten accuraat?
2) Reliability:
Betrouwbaarheid: zijn de metingen consistent?
3) Replicability: Repliceerbaarheid/herhaalbaarheid: zijn de procedures helder uitgelegd?
Ecologische validiteit
Wat betekenen de resultaten in het echte leven?
Mogelijke problemen die de ecologische validiteit aantasten:
Verstoring door enorme intrusion (bijv. wijk wordt opgesplitst en er komt een muur tussen, enorme privacy schending etc.)
Experimenteel ontwerp
Doel: Causale relaties tussen onafhankelijke en afhankelijke variabele aantonen
Door: Manipulatie van de onafhankelijke variabelen; andere variabelen constant houden
Door: Aselecte toewijzing van subjecten aan experimentele controlegroepen -> randomiseren
Cross-sectional onderzoeksdesign
- Collectie van data van meer dan 1 casus op hetzelfde punt in tijd
- Laat variatie zien tussen individuen, families, groepen of naties
- Patronen van samenhang tussen variabelen
- Gebruik van bijv. enquêtes.
- Ongemanipuleerde variabelen
- Kantitatief & kwalitatief
kwaliteitscriteria bij cross-sectionial onderzoeksdesign:
Interne validiteit is problematisch (logisch beredeneerde factoren uitgezonderd)
kwaliteitscriteria bij case studies
Interne validiteit kan problematisch (beschrijvend) maar ook superieur (volgend door de tijd) zijn.