Economie Flashcards
Jagers en verzamelaars
- Oogsten niet verbouwen
- Geen surplus (feast or famish)
- Arbeidsindeling: man 30-40 vrouw 60-70
- (Semi) Nomadisch afhankelijk van seizoenen
- Sociale organisatie: Verwantschap/afstamming
- Politieke organisatie: Band (horde) en egalitair(weinig verschil in status)
- Distributie en consumptie: Reciprociteit
Tuinbouwers (horticulturalists)
- Verbouwen van planten/ domesticatie van planten: Slash and burn/shifting cultivation
- Klein surplus.
- Arbeidsindeling: 50/50
- (Semi) Nomadisch
- Sociale organisatie: Verwantschap/Afstamming
- Politieke organisatie: Band (horde) en egalitair(weinig verschil in status) en Big Man (niet erfelijk)
- Distributie en consumptie: Reciprociteit en soms redistributie
Landbouwers
- Tuinbouwers met ploeg en mest. Domesticatie van dieren en communaal landbezit
- Surplus
- Arbeidsindeling: Wisselend, door specialisatie hoeft niet iedereen in de landbouw te werken
- Sedentair
- Sociale organisatie: Verwantschap
- Politieke organisatie: Chiefdom, hiërarchisch en erfelijk leiderschap
- Distributie en consumptie: Reciprociteit en redistributie
Pastoralisten
- Dedomesticeerde dieren
- Onzeker surplus
- Arbeidsindeling: 50/50
- Nomadisch
- Sociale organisatie: Verwantschap
- Politieke organisatie: Chiefdom, hiërarchisch en erfelijk leiderschap. ‘Symbiose’ met sedentaire bevolking, warrior cultuur en moeizame verhouding met de staat
- Distributie en consumptie: Intern via reciprociteit en redistributie, exter via markt of geweld
Peasants (Keuterboertjes)
- Landbouw, soms eigen grond. Land is schaars en vaak in bezit van grote grondbezitters die met behulp van de staat het land toe-eigenen. Een vorm van moderne slavernij?
- Plicht tot productie van surplus, deel afstaan als pacht of belasting
- Arbeidsindeling: Mannen en vrouwen werken beiden heel hard
- Sedentair (soms onder dwang extreem sedentair)
- Sociale organisatie: Feodaal (standen)
- Politieke organisatie: Staat
- Distributie en consumptie: Intern via reciprociteit en redistributie, extern via markt.
Industriële samenleving
- Industriële productie, ook in de landbouw.
- Groot surplus (boterberg, melkplas etc)
- Arbeidsindeling: Duidelijke verschillen tussen man en vrouw door specialisaties
- Sedentair met urbanisering als resultaat
- Sociale organisatie: Klasse
- Politieke organisatie: Staat
- Distributie en consumptie: Markt
Postindustriële samenleving
- Vooral kennis, informatie en diensten. Klein deel van de bevolking is actief in productie en consumptie is de drijfende kracht
- Enorm surplus : ‘waste’
- Arbeidsindeling: opleiding en specialisatie
- Sedentair maar ook mobiel (serieel sedentair)
- Sociale organisatie: Individualisering, netwerk
- Politieke organisatie: Supra-nationale staat
- Distributie en consumptie: Markt en virtuele markt
Adam Smith
Moraal filosoof, Grondlegger van het moderne denken over economie.
Mensen handelen uit eigenbelang, en daardoor onbedoeld in het belang van de samenleving.
Distributie via markt is een win-win situatie.
Belang van regulering om fraude en machtsverschillen tegen te gaan.
Invisible hand of the market
Idee van Adam Smith dat er een invisible hand is die zorgt voor het optimale evenwicht tussen productie, distributie en consumptie.
Problemen van waarde
Idee van Adam Smith
1) Nut: Intrinsieke waarde van een product door het nut
Diamant-water paradox: Water is heel nuttig en heel goedkoop, diamant is veel minder nuttig maar extreem duur.
2) Schaarste en arbeid
Diamant-smaragd paradox: Een smaragd is veel schaarste en er is meer arbeid bij gemoeid dan bij een diamand, toch is een diamand duurder.
Marcel Mauss- Drie vormen van uitwisseling
1) Reciprociteit: De kern van een menselijke samenleving en de sleutel tot een ‘goede’ samenleving
2) Redistributie: Goederen verzamelen en herverdelen
3) Markt: Onpersoonlijke transacties
De principes van distributie worden aangepast om bij iedere vorm van een samenleving te passen
Reciprociteit
Plicht tot geven, plicht tot ontvangen en plicht tot teruggeven. Een egalitaire vorm van distributie en het is de ‘lijm’ van de samenleving. Het creëert een web van verplichtingen naar veel andere mensen in de samenleving
The gift
Een karakteristieke vorm van reciprociteit, waar de verplichting om te geven een verplichting om te krijgen creëert.
Prestation totales (Mauss)
Dit zijn de giften die de totaliteit van sociale relaties en culturele waardes omvat door symbolische associatie. Trouwringen zijn de ultieme presentation totales in de moderne samenleving
Potlatch
Een fenomeen in de kwakuitl groepen waarbij de ene groep de andere steeds moest overtreffen met giften. Dit deden ze door hun eigendommen te vernietigen, dit accelereerde door reciprociteit en de groep die zich het kon veroorloven het meeste te vernietigen kreeg de hoogste stand in de regionale hiërarchie. Volgens Mauss is dit een ‘perverted’ form of reciprocity.