Max Weber Flashcards
Sociologie (weber)
Richt zich op het begrijpen (verstehen) van zin- of betekenisvolle sociale handelen van individuele actoren en daaruit voortvloeiende sociale betrekkingen (Weber)
Methodologisch individualisme
Bij het bestuderen van het sociale moeten de verklaringen op het niveau van individuele, betekenis-geladen handelingen worden gevonden (Weber)
Ideaaltype
Selectief postuleren van een eenduidige betekenisgeving (beweegreden, intentie, motivering) en haar uitvergroting tot het basismotief van een handeling (Weber)
Max Weber: (1864-1920)
- Interactionisme: Interactionistische visie op het sociale
- Sociologie niet als natuurwetenschap (sociale feiten), zoals Durkheim
- Maar begrijpend / interpreteren / verklaren
- Zin of betekenis van gedrag verklaren
- Geen sociocentrisme, maar nominalisme en actorcentrisme
- Sociocentrimse: Sociale centraal
- Nominalisme: Een optelsom van individuen. Namen, zoals samenleving is gewoon een naam.
“Onderwijs” naam voor geheel van banden tussen leerlingen, leraren, … - Actorcentrisme: De individu (en beweegredenen) staan centraal
- Begrijpen door typologieën (ideaaltypen)
Individu maken de samenleving –> - Tegenstelling Marx & Durkheim (samenleving maakt individu)
Soorten Begrijpen: (2)
Weber
1) Actuele begrijpen
- Algemene of ingeburgerde betekenis van een feitelijk geobserveerde handeling - Iemand die we met een bijl bij bomen zien is aan het houthakken
2) Verklarend begrijpen
- ‘Verstehen’ sociologie
- Formuleren van ‘te begrijpen zinsamenhangen’, van beweegredenen of intenties die het geobserveerde handelen verklaren
- Waarom doet iemand een activiteit
- Interpreteren; begrijpen/uitleggen
- Aspecten verklarend begrijpen
1) Dimensie van begrijpen
* Achterliggende motivering of intentie begrijpen
* Zin- of betekenisadequaat
2) Dimensie van verklaren
*Hard maken dat de interpretatie van de achterliggende betekenisgeving ook causaal adequaat is
Verklarend begrijpen (3)
Weber
1) In strijd met die tijd
* Methodologisch individualisme
2) Breekt met de reïficerende en sociocentrische denktrant zoals van Marx of Durkheim
* Sociale verbanden als bedrijven of staten en netwerken als de economie of de politiek bestaan niet op zichzelf en oefenen ze als anonieme sociale feiten een externe of dwingende invloed op individuen uit
3) Actorcentrisme
* Liberale verlichtingsidee dat mensen over zelfbewustzijn en vrije wil beschikken en daarom in de regel vanuit zelfgekozen beweegredenen of intenties handelen
* Individueel, niet collectief
Aspecten verklarend begrijpen
Weber
1) Dimensie van begrijpen
* Achterliggende motivering of intentie begrijpen
* Zin- of betekenisadequaat
2) Dimensie van verklaren
*Hard maken dat de interpretatie van de achterliggende betekenisgeving ook causaal adequaat is
Basismotieven/ideaaltypen bij sociaal handelen: (4)
Weber
1) Doelrationeel handelen
* Weloverwogen of berekenende omgang met middelen in functie van een geïntendeerd doel
* Doel zo efficiënt mogelijk bereiken
* Strategisch handelen: Het berekenend gebruiken van anderen
* Doel –> middel
* Moderniteit
2) Waarderationeel handelen
* Niet nadenken over gevolgen
* Doel zo waardevol, geen prijs te hoog
* Middel doet er niet toe
3) Affectief handelen
* Geen sprake van doel- of waarderationaliteit
* Door impulsen en gemoedstoestand op dat moment
4) Traditioneel handelen
Handelen uit traditie of gewoonte
Bij handeling die afwijkt van ideaaltype (2)
Weber
-Nieuw ideaaltype formuleren
-Een momentane afwijking