Emile Durkheim Flashcards

1
Q

Sociologisme

A

De neiging om al het persoonlijk handelen (weg) te verklaren vanuit het sociale. Komt in de buurt van sociologie (sociale feiten) (Durkheim)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sociocentrisme

A

Het sociale als een zelfstandige realiteit beschouwt en van daaruit richting individu redeneert (sociale centraal) (Durkheim)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mechanische solidariteit

A

Sociale cohesie of integratie die quasi automatisch voortvloeit uit de overeenkomst in opvattingen en levenscondities (Durkheim)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Organische solidariteit

A

Wederzijdse afhankelijkheden door een hoge graad van taakdifferentiatie (Durkheim)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Emile Durkheim (1858-1917)

A
  • Grondlegger functionalisme
  • Verschillende instituties hebben een bijdrage aan de samenleving en dit stimuleren
  • Tegenstelling Marx: niet in dingen verhelpen, maar tegen samenleving
  • Hervormingsgezind
  • Sociale klassen ligt vast
  • De samenleving kan slechts bestaan wanneer er tussen haar leden een voldoende mate van homogeniteit is
  • Visie: Men moet economische, historische of sociale verschijnselen vanuit een positief-wetenschappelijk standpunt bestuderen
  • Sociologie naar model van exacte wetenschappen
  • Met feiten, statistiek
  • Sociale als een zelfstandige realiteit
  • Zie zelfdoding vs. zelfdodingscijfer
  • Sociologie niet door individuele motieven, maar door maatschappij
  • Richten op sociale feiten
  • Sociale fenomenen kunnen niet verklaard door biologische-/psychologische fenomenen, maar door andere sociale fenomenen
  • Sociocentrisme en sociologisme
  • Alleen kijken naar sociologisme (sociale feiten)
  • Niet naar individuele factoren (sociocentrisme)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kenmerken sociale feiten/morele feiten –> Sociologie bestudeert sociale feiten (3)

A

Durkheim
1) Bovenindividueel
* Collectief karakter
* Organisaties, groepen

2) Extern of voorgegeven aan individuen
* Taken volbrengen als persoon in samenleving
* Gaan vooraf
* Hoe gedragen in een groep is al ‘vastgelegd’; bestond al voor jij deelnam

3) Gebiedend of dwingend
Sancties bij schenden rechtsregels/normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sociale orde onderdelen: (3)

A

Durkheim

Bestaan van sociale solidariteit, -cohesie of -integratie
* Solidariteit: wij-gevoelens of gevoelens van onderlinge verbondenheid en saamhorigheid

  • Cohesie: sociale samenhang
  • Integratie: het 1 maken of integreren tot een hogere sociale eenheid van afzonderlijke eenheden

–> Geen sociale orden zonder orde of consensus
–> Collectief bewustzijn van belang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Durkheim Visie sociale ordening/cohesie (2)

A

1) Primitieve/eenvoudige samenleving
* Collectief/gemeenschappelijk bewustzijn (sociaal feit)
* Collectief bewustzijn zo krachtig dat individueel bewustzijn beïnvloedt
* Sterke samenhang collectief en persoonlijk bewustzijn
* Geringe taakdifferentiatie, geen arbeidsdeling
* Religie
* Rem individuele ontplooiing
* Sterk saamhorigheidsgevoel
* Mechanische solidariteit + moraliteit
* Sociale cohesie en samenhang niet in gevaar

2) Moderne samenleving
* Brede taakdifferentiatie, arbeidsdeling
* Secularisering: verschillende religies
* Individuen kans om capaciteiten te ontplooien
* Uitgesproken individualisme
* Mist krachtige mechanische solidariteit
* Organische solidariteit: Geen verbondenheid, maar wel afhankelijkheid
- Niet sterk genoeg voor sociale cohesie
- Nieuwe moraliteit nodig via onderwijsstelsel (anders desintegratie) (burgerschapsvorming)
- Anders valt samenleving uit elkaar
–> Oprichting sectorale corporaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Methodologische socialisatie

A

Durkheim

Onderwijs essentiële maatschappelijke functie
○ Scholen niet het recht hebben om tegen maatschappij in te gaan
○ Overheid moet toezien dat curriculum maatschappelijke oriëntatie heeft
○ Curriculum essentieel instrument maatschappelijke integratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken educatie Durkheim (2)

A

1) Niet universeel, maar historisch
- Gewoonten/opvattingen niet gemaakt/ontwikkeld maar resultaat van leven in gemeenschap
- Weerspiegelen van behoeften
- Historische achtergrond
- Afhankelijk van samenleving

2) Educatie gaat van volwassen generatie op generatie jongeren
- Volwassene bepaalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Functie educatie Durkheim (2)

A

1) Burgerschap: Kinderen geestelijk en lichamelijk bijbrengen wat samenleving belangrijk vindt
- Voor iedereen gelijk voor cohesie en homogeniteit
- Ter vervanging van religie

2) Kinderen voorbereiden op deelname aan het leven in specifieke sociale groep in de samenleving
- Geestelijke en lichamelijke eigenschappen die noodzakelijk zijn om deel uit te maken van de groep
- Verscheidenheid

–> Educatie is de invloed die uitgeoefend wordt door de volwassen generaties op die generaties die nog niet rijp voor het maatschappelijk leven. Zij heeft als doel het kind bepaalde lichamelijke, intellectuele en zedelijke eigenschappen bij te brengen die de politieke maatschappij in haar geheel en het speciale milieu waarvoor het in het bijzonder voorbestemd is, van hem eisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Educatie Durkheim (3)

A
  • Methodologische socialisatie: onderwijs essentiële maatschappelijke functie
    ○ Scholen niet het recht hebben om tegen maatschappij in te gaan
    ○ Overheid moet toezien dat curriculum maatschappelijke oriëntatie heeft
    ○ Curriculum essentieel instrument maatschappelijke integratie
  • Is meervoudig
    ○ Verschilt per klassen/woonplaats
    ○ Differentiatie voor toekomstige rol
  • Durkheim als hoogleraar pedagogiek
    ○ Door Franse staat opgericht om invloed religie op onderwijs verminderen
    - Religieuze scholen -> seculiere scholen
    ○ Maar Durkheim: religie heeft ook een functie
    - Moraliteit ander ook weg
    - Ter vervanging: methodische socialisatie (socialisatie met bepaald doel via onderwijsvisie) nodig
    -> socialisatie met een bepaalde doel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wezens Durkheim (2)

A

1) Individueel wezen
○ Geestelijke eigenschappen
○ Alleen invloed op individu
○ Hiermee geboren

2) Sociaal wezen
○ Systeem van ideeën, gevoelens en gewoonten vanuit de groep
○ Bijvoorbeeld geloof, gewoonten
○ Onvolmaakt en onvolledig in primitieve consitutie
○ Gecreëerd door kracht van maatschappij, van buitenaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly