Marktsegmentatie, doelgroepbepaling en positionering Flashcards

1
Q

Wat is marktsegmentatie?

A

De criteria vastleggen voor de segmentatie. Het profiel opstellen dat daaruit voortkomt. Belangrijk te bekijken wat een relevante variabele is om markt in te delen (leeftijd, geslacht, ..)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is doelgroep bepalen?

A

Op basis van de marktsegmentatie adhv maatstaven bepalen welk segemtn het aantrekkelijkst is om te bedienen = meeste potentieële winst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is positioneren?

A

Hoe ga je je als bedrijf opstellen voor een doelgroep? Hoe wil je gezien worden? Hoe ga je je opstellen tov je concurrenten? Marketingmix ontwikkelen voor elke doelgroep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is er een verschuiving gebeurd van massamarketing naar doelgroepmarketing?

A
  1. Veel mature markten = veel concurrentie => vereist goede positionering tov concurrentie op veeleisende klanten aan te kunnen trekken
  2. Klanten veeleisender door toegang tot meer informatie
  3. Technologie maakt mogelijk om product makkelijker/goedkoper af te stemmen op klant
  4. Gepaste communicatiemiddelen => gericht communiceren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn voorbeelden van segmentatiecriteria B2C?

A
  1. Geografisch (regio, klimaat, dichtheid, stadsgrootte)
  2. Demografisch => veel gebruikt aangezien veel data over beschikbaar is
  3. Psychografisch
  4. Gedragssegmentatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn voorbeelden van demografische segmentatie B2C?

A

Leeftijd
Levensfase
Geslacht
Seksuele geaardheid
Gezinsgrootte
Gezinslevenscyclus
Inkomen
Beroep
Opleiding
Religie
Ras
Nationaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn voorbeelden van psychografische segmentatie B2C?

A

Sociale klasse
Levensstijl (lifestyle brands)
Persoonlijkheid (influencers)
Waarden (bio, duurzaam, ..)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn voorbeelden van gedragssegmentatie B2C?

A
  1. Gelegenheid: regelmatig, speciaal
  2. Gezocht voordeel: kwaliteit, prijs, funtie
  3. Gebruikerstype: niet-gebruiker, ex-gebruiker, potentieële gebruiker, regelmatige gebruiker
  4. Gebruiksfrequentie: licht, gematigd, zwaar
  5. Loyaliteit: Switcher, verschuivend trouw, hard-core trouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Op welke gebruikers qua loyaliteit leg je best de focus indien je overschot aan voorraad kwijt wilt?

A

Switchers => promoties om overige stock te kunnen verkopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn voorbeelden van segmentatiecriteria B2B?

A

Grotendeels zelfde B2C
1. Geografisch
2. Demografisch: bedrijfstak, grootte
3. Gezocht voordeel: kwaliteit, service, prijs, snelheid, imago
4. Gebruiker type: niet, ex, nieuwe, frequent
5. Gebruiksfrequentie: licht, matig, zwaar
6. Loyaliteit: geen, gemiddeld, hoog, volledig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn segementatiecriteria specifiek voor B2B?

A
  1. Operationele kenmerken: technologie, service
  2. Inkoopmethode: organisatie inkoop, inkoopcriteria
  3. Situationele factoren: dringendheid, ordergrootte
  4. Persoonlijke kenmerken: koper-verkoper gelijkenissen, houding tov risisco, loyaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is intermarktsegmentatie?

A

Clusters consumenten met internationaal dezelfde kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waneer is segmentatie pas zinvol?

A
  1. Meetbaar: Wie zit in het segment?
  2. Toegankelijk: Hoe bereikbaar is dit segment? Veel verbeterd door internet/social media … tov vroeger Hoe kan je ze bereiken?
  3. Omvang: Genoeg potentiële klanten nodig om rendabel te zijn
  4. Onderscheidbaarheid: Anders reageren op uw aanbod, andere behoefte hebben
  5. Bewerkbaar: Contact kunnen opnemen, andere boodschappen formuleren waarop ze positiever reageren dan andere segmenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op basis van welke factoren kan je een segment beoordelen?

A
  1. Juiste grootte en groei => ook concurrentie in acht nemen
  2. Structurele aantrekkelijkheid ifv 5 krachtenmodel van Porter
  3. Doelstellingen bedrijf overeenkomstig met doelgroep
  4. Vaardigheden en middelen: Hoe onderscheiden om dat segment te kunnen bedienen
  5. Etische keuze: bv alcohol richten op jongeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke strategieën kan je toepassen om een doelgroep te kiezen?

A
  1. Ongedifferentieerd = massamarketing, iedereen is doelgroep => richten op het gemeenschappelijke, enkel succes wanneer concurrenten geen doelgerichte marketing doen
  2. Geconcentreerd = focus op 1 segment, niche
  3. Gedifferentieerd = aanbod aanpassen per segment, duurder maar effectiever
  4. Micro = op individuele behoeftes richten, 1-op-1, customization door technologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Op welke manieren kan je gedifferentieerde marketing doen?

A
  1. Concentratie op 1 segment => risico indien markt veranderd van behoefte
  2. Selectieve specialisatie => minder risico aangezien markt kan verschuiven naar ander product (verlies bij het een is winst bij het ander)
  3. Productspecialisatie = 1 product zodanig aanpassen dat verschillende markten bediend kunnen worden => risico dat product achterhaald wordt, wel verschillende markten
  4. Marktspecialisatie = gevarieerd aanbod om een segment volledig te kunnen bedienen => risico dat segment wijzigt
  5. Volledige dekking => veel middelen nodig, grote investering, afweging omzet/kosten (heel ruim aanbod)
17
Q

Wat zij voor en nadelen van geconcentreerde marketing?

A
  1. Vaak minder concurrenten door beperkte marktgrootte
  2. Voordeel expertise en specifiek reputatie mbt dit segment
  3. Vaak als beginpunt van nieuwe bedrijven
  4. Kan zeer rendabel zijn, maar risicovol door focus op 1 segment (segment kan wijzigen doorheen de tijd)
18
Q

Wat is een nadeel van lokale marketing?

A

Hogere kosten door gebrek aan schaalvoordeel. Maar lokale aanpak is wel effectiever

19
Q

Op basis van welke factoren hangt de keuze van een strategie af?

A
  1. Bedrijfsmiddelen beperkt => concentratie meest zinvol
  2. Productvariabiliteit: uniforme producten (staal) => ongedifferentieerd
  3. Productlevensfase: introductie = concentratie, later differentiëren
  4. Variatie binnen de markt: homogene voorkeur of niet
  5. Strategie van concurrenten
20
Q

Hoe kunnen positioneringsdiagrammen gebruikt worden?

A

Diagram vertelt positie tov concurrenten
Toont waar er nog plaats in de markt is
Hoe ze gezien worden als bedrijf
=> op basis hiervan kan je je richten op segmenten

21
Q

Welke waardestrategieën zijn er (Treacy & Wiersema) om je te kunnen differentiëren?

A
  1. Product leadership => best product (innovation, creativity)
  2. Operational excellence => leading industry in price and convenience, focus on reducing costs and creating efficient value-delivering systen
  3. Customer intimacy (CRM) => oplossing gefocust op klant
22
Q

Wat zijn voorbeelden van USP’s?

A

Unique selling propositions
1. Price value
2. Performance value
3. Relational value (service)
4. Emotional value (mind)

23
Q

Wat wordt bedoeld met The new minimum?

A

The new minimum => hogere eisen => mensen zien andere voorbeelden die steeds beter worden en gaan deze als maatstaf gebruiken voor andere bedrijven
Bv. Amazon kan snel leveren => klanten verwachten hetzelfde van andere leverdiensten/webshops