maltreatment and trauma and stressor related disorders Flashcards

1
Q

allostatis

A

het handhaven vn stabiliteit met actieve middelen, door stressoren te blussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

allostatic load

A

slijtage aan het lichaam door het gebruik van allostase. Vooral wanneer mediatoren ontregeld zijn. Niet uitgeschakeld wanneer de stress voorbij is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 soorten responses bij jonge kinderen

A
  1. positive stress responses (kort tot matige reacties)
  2. tolerable stress responses (wijdverspreid en langere duur)
  3. toxic stress responses (sterke frequente en langdurig en zonder bescherming)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

neglect:

A

minimale zorg voor een kind wat leidt tot schade of gevaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

acute stress disorder

A

een stoornis waarbij meerdere psychologische symptomen (intrusion, dissociation, avoidance, and arousal) ontstaan die tot een maand na blootstelling aan een traumatische gebeurtenis aanhouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

posttraumatic stress disorder

A

een ernstig en voortdurend patroon van angst en vermijding, dat langer dan een maand duurt, na blootstelling aan een traumatische gebeurtenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

soorten symptomen PTSD

A
  • avoidance symptoms
  • dissociative symptoms
  • negatieve zelfovertuiging
  • aanhoudende negatieve stemming
  • hypervigliance
  • prikkelbaarheid
  • extreme reacties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

development trauma disorder

A

stoornis waarbij sprake is van zowel blootstelling als aanpassing aan een chronisch trauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

poly-victimization

A

ervaring van hoge niveaus van vele soorten slachtofferschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pathways poly-victimization

A
  1. living in a dangerous community
  2. living in a dangerous family
  3. having a chaotic, multiproblem family environment
  4. having emotional problems that increase risky behaviors and compromise adaptation
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

pathways sort term outcomes trauma related disorders

A
  1. resilient pathway
  2. response and recovery pathway
  3. delayed breakdown pathway
  4. chronic dysfunction pathway
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

posttraumatic growth

A

adaptieve reactie op trauma;s die gekenmerkt wordt door positieve veranderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

beinvloeding van ouders op PTSD

A
  • shotgun effect: angstklachten bij andere familieleden door hoe heftig het trauma is
  • lack of protective field effect: niet het comfort kunnen bieden die nodig is voor herstel
  • toxic family effect: opwekken van angstsymptomen bij kinderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

modellen socialisatie van coping

A
  1. amplificaiton-effects model: sterkere risico-effecten voor maladaptieve copingsuggesties en sterkere beschermende effecten voor adaptieve copingsuggesties
  2. differential effects model: socialisatie van coping verschillende, maar even significante, risico-effecten heeft voor psychopathologie in de context van hoge versus milde stress
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De centrale onderdelen van de PTSD-behandeling

A

herstellen van een gevoel van veiligheid voor het kind,
het verwerken en uiteindelijk verminderen van de intensiteit van emotionele ervaringen,
het helpen van het kind om de impact van de traumatische gebeurtenis te begrijpen,
het aanpakken van secundaire stress en het geven van steun en begeleiding aan de verzorgers van het kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly