2. models Flashcards
dimential models of psychopathology
mentale problemen ontstaan geleidelijk. Er is geen scherp onderscheid tussen adjustement en majustment
categorical model of psychopathology
discrete en kwalitatieve verschillen in individuele patronen van emotie cognitie en gedrag. Duidelijk verschil tussen normaal en abnormaal.
- discontinu en kwalitatief
psysiological model
fysiologische (genetisch, structureel, biologisch of chemische) basis is voor alle psychologische processen en gebeurtenissen.
connectome
schema van de neurale verbindingen van de hersenen
hubs
knooppunten met uitgebreide verbindingen naar andere knooppunten
modules
groepen knooppunten met sterke verbindingen
neural plasticity
positieve en negatieve ervaringen kunnen de neurale verbintenis beïnvloeden
gene-by-environment corelation: (3)
In hoeverre de omgeving ervoor zorgt dat bepaalde genetische eigenschappen tot uiting komen.
- passive correlations: blootstelling aan omgeving die door hun ouders wordt aangeboden
- active correlation: eigen omgeving creeëren gebaseerd op hun genetische achtergrond
- evocative correlations: ervaren van reacties gebaseerd op hun genetisch beïnvloede emoties of gedrag
gene-by-environment interactions:
op een bepaalde manier reageren op een bepaalde omgeving wat genetisch is bepaald
polygenic models
leggen de nadruk op waarschijnlijkheid dat veel genen kleine effecten hebben.
Het model houdt rekening met de verschillende soorten genetische variaties en processen die de ontwikkeling van aandoeningen beïnvloeden.
diathesis-stress model
neurologische schade in combinatie met extra stress leidt tot eht ontstaan van een stoornis.
4 psychodynamische modellen
- de impact van onbewuste processen op de typische en atypische persoonlijkheidsontwikkeling
- conflicten tussen processen en structuren van de geest
- ontwikkelingsfasen. Hoe verschillende leeftijden gepaard gaan met kenmerkende emotionele, intellectuele en sociale uitdagingen
- het blijvende effect van sucesvolle oplossingen van fase-gerelateerde uitdagingen op latere resultaten
fixation-regression model
Stoornissen die ontstaan door ‘vast te zitten in het verleden.’ Door trauma’s in de kindertijd
behavior and cognitive models
leggen de nadruk op het waarneembare gedrag van het individu binnen een specifieke omgeving (operante/ klassieke conditionering)
humanistic model
leggen de nadruk op persoonlijke betekenisvolle ervaringen, aangeboren motivaties voor een gezonde groei en doelgerichte creatie van de zelf
positive psychology
positieve ervaringen, eigenschappen en instellingen die het welzijn van het individu, gezin en maatschappij bevorderen
family model
Het begrijpen van de dynamiek van een gezin om de persoonlijkheid en psychopathologie van bepaalde kinderen te begrijpen
social cultural model
het belang van de sociale context benadrukken. (geslacht, etniciteit en SES) om te kijken naar waar de psychopathologie vandaan komt
ecological model
nadruk op de directe omgeving van waar kinderen opgroeien. De ‘behavior settings’ (huizen, klaslocalen, buurten, gemeenschappen)
model van Elder
nadruk op een breder perspectief. Invloed van tijd en geschiedenis op de ontwikkeling van kinderen
- binnen de sociale voorzieningen van een bepaald moment
- Dit heeft invloed op wat er gebeurt
- de ontwikkeling van individuen verandert de toekomst
- cultuur van belang van hoe ze ontwikkelen