6: intellectual developmental disorder & learning disorders Flashcards
intellectual functioning
een weerspiegeling van het cognitieve vermogen van een individu, met inbegrip van alledaagse en academische probleemoplossende vaardigheden
adaptive behavior
een weerspiegeling van het vermogen van een individu om de dagelijkse taken van het leven te beheren, met inbegrip van zelfzorg en huishoudelijke taken
Intellectual development disorder:
aanzienlijke tekorten in het intellectueel functioneren en het aanpassingsvermogen.
Behavioral phenotypes:
: waarneembare gedragingen die samenhangen met een onderliggende genetische aandoening
down syndrome
een ontwikkelingsstoornis veroorzaakt door een extra chromosoom 21. Opvallende gelaatskenmerken, hartproblemen en slechte spiertonus. Intellectuele uitdagingen, taal problemen, positieve en extraversie sociaal emotioneel functioneren
Williams syndrome
Tekorten in de algemene cognitieve functie en visueel-ruimtelijke vaardigheden. Relatieve sterktes in de taal en muziek.
Vertonen “sprankelende disposities” en “een opmerkelijke en aanstekelijke levenslust”. Ze hunkeren naar aandacht en interactie met vaak overdreven vriendelijke een spraakzaam gedrag. Staan bekend om hun vertoning van empathie.
fragile X syndrome
Cognitieve en taalproblemen, evenals gedragsproblemen
Learning disorders
moeilijkheden bij de verwerving en toepassing van academische vaardigheden. Deze moeilijkheden houden verband met aanzienlijke beperkingen op school, op het werk en/of in het dagelijks leven.
Specific learning disorder
wordt gekenmerkt door onverwachte ondermaatse prestaties op het gebied van lezen, schrijven en wiskunde. Moeilijkheden met woordherkenning, leesvaardigheid en begrijpend lezen.
Individualized education plans:
(IEP) een educatief plan voor studenten met leermoeilijkheden om specifieke academische vaardigheden en cognitieve tekorten te verbeteren.