7. autism spectrum disorder Flashcards
3 eigeinschappen van autisme spectrum stoornis
sociaal isolement, verminderd taalgebruik en communicatie en stereotype gedrag
social cognition
de manier hoe mensen over zichzelf en hun sociale werelden denken.
- onderscheid tussen wat belangrijk is en wat minder + wat sociaal is en wat niet
joint attention
waar je je aandacht op focust wat de sociale interactie versoepelt.
theory of mind
het vermogen om mentale toestanden toe te schrijven aan anderen.
affective social competence
de capaciteiten om emoties te ervaren, emotionele boodschappen naar anderen te sturen en de emotionele signalen van anderen te lezen
ASD: verslechtering in twee domeinen
- sociale en communicatieve tekorten
2. repetitief gedrag en gefixeerde interesses
social and communication deficits:
welke 3 soorten sociale en communicatieve tekorten moet iemand vertonen voor de diagnose voor autisme?
- sociaal-emotionele wederkerigheid
- non-verbale communicatie tijdens sociale interacties
- ontwikkelen en onderhouden van relaties
restricted, repetitive behaviors
gedrag van belang voor de diagnose van autisme. stereotype lichaamsbewegingen; schommelen, wapperen met de hand en twirlen.
wanneer vertoont een kind met autisme restricted repetitive behaviors en fixated interests
bij directe ervaring van angst en pogingen om angst te beheren of minimaliseren
fixated interests
ongewoon hechten aan bepaalde voorwerpen
wat is het ratio met de diagnose van autisme bij jongens en meiden
jongens 3 tot 4 x meer dan meiden
wat zijn prenatale risicofactoren voor autisme
- prenatale giftige stoffen
- infecties bij de moeder
- laag geboortegewicht
- ademhalingsmoeilijkheden tijdens de bevalling
assesments voor autisme
- autism diagnostic observation schedule (ADOS)
- autism diagnostic interview revised (ADI-R)
wat zijn de behandelingsmethodes voor autisme
- sociale en gedragstechnieken.
- applied behavior analysis
applied behavior analysis
intensieve gedragsaanpak met bijna constante controle en sturing van het kind en zijn omgeving.
- eerst verminderen van negatief gedrag, dan vergroten van de taal en de interactie met andere mensen