10. oppositional defiant disorder and conduct disorder Flashcards

1
Q

Oppositional defiant disorder (ODD)

A

een aanhoudend patroon van boosheid, prikkelbaarheid en uitdagend (defiant) of wraakzuchtig gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

7 dimensies ODD

A
  1. irritability
  2. being headstrng
  3. being hurtfull
  4. aggression
  5. noncompliance: verzetten tegen richtlijnen
  6. temper loss: woede regulatie problemen
  7. low concern for others: gebrek aan empathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

conduct disorder

A

een ernstiger patroon van negatief, vijandig en uitdagend gedrag dat de schending van sociale normen en regels en de rechten van anderen met zich meebrengt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Callous-unemotional characteristics

A

gebrek aan empathie, bezorgdheid, schuldgevoelens of wroeging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

typen CD

A
  1. child-onset subtype: wordt meestal vroeg gediagnosticeerd en heeft een lange geschiedenis van negatief persoonlijk en interpersoonlijk gedrag; dit gedrag verslechtert in de loop van de tijd.
  2. adolescent- onset sybtype: begin van de adolescentie komt het probleemgedrag abrupter naar voren dan bij het begin van de kindertijd, en is vaker beperkt in de tijd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Life-course persistent (CP) trajectory

A

meer kans op een geschiedenis van oppositionele tekortstoring en een familiegeschiedenis van antisociaal gedrag, hebben meer kans om agressie te vertonen en hebben slechtere resultaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Adolescence-limited (AL) trajectory

A

de adolescentie beperkte vorm van CD is iets minder problematisch in de tijd dan de child-onset vorm, maar nogsteeds beperking in het dagelijks functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

instrumental aggression

A

aggressie met voorbedachte rade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

reactive aggression

A

aggressieve reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

overt aggression

A

directe agressie: schadelijk of lichamelijk gedrag.

  • laag prosociaal gedrag, emotionele dysregulatie, externaliserende problemen en slechte peer relaties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

covert aggression

A

indirecte agressie: Afwijzing of uitsluiting. Wordt geassocieerd met hoger prosociaal gedrag en internaliserende problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Driedelige, ontwikkelingsgerichte conceptualisering van de CD:

A
  1. Inhibitie /disinhibitie
  2. boldness
  3. meanness
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3 pathways comorbide ODD en ADHD

A

Overt pathway: kleine agressie leidt tot meer ernstige agressie die de neiging heeft om te worden verzwegen en schaamteloos te zijn.

covert pathway: kleine misdragingen die leiden tot ernstigere delinquente handelingen die meer verborgen of geheimzinnig zijn.

authority conflict pathway: met koppig relatiegericht gedrag dat leidt tot ernstiger ongehoorzaamheid en vijandigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Coercion model

A

ouders en kinderen worstelen met de controle over een aantal dagelijkse taken en activiteiten, en dat maladaptief ouderschap leidt tot uitwendig gedrag van kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Disagreeable youth

A

vertonen een onvermogen om met anderen om te gaan, omdat ze hoog staan in negatieve emoties, koppig, egocentrisch en argumentatief zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Multisystemic therapy

A

aanhankelijkheid aan het behandelingsmodel → verbeterde familierelaties → verminderde delinquente associaties → verminderd delinquent gedrag.