Lichaam Flashcards
de ademhaling
Zijn ademhaling was snel na het rennen.
a respiração
A respiração dele estava acelerada depois de correr.
de ader
De dokter zag een dikke ader in zijn arm.
a veia
O médico viu uma veia grossa no braço dele.
de adrenaline
Tijdens het parachutespringen voelde ik veel adrenaline.
a adrenalina
Durante o paraquedismo, senti muita adrenalina.
de antistoffen
Zijn lichaam maakt antistoffen aan tegen het virus.
os anticorpos
O corpo dele produz anticorpos contra o vírus.
de arm
Hij brak zijn arm bij het sporten.
o braço
Ele quebrou o braço jogando.
de baarmoeder
De baarmoeder bereidt zich voor op de zwangerschap.
o útero
O útero se prepara para a gravidez.
de bil
Hij viel hard op zijn billen.
a nádega
Ele caiu com força nas nádegas.
de blaas
Een volle blaas kan pijnlijk zijn.
a bexiga
Bexiga cheia pode ser dolorosa.
de bloedsomloop
Roken schaadt de bloedsomloop.
a circulação sanguínea
Fumar prejudica a circulação sanguínea.
de borst
Borstvoeding is belangrijk voor baby’s.
o peito
Amamentação no peito é importante para bebês.
de buik
Ik heb buikpijn na het eten.
a barriga
Estou com dor na barriga depois de comer.
de calorie
Deze maaltijd bevat veel calorieën.
a caloria
Esta refeição tem muitas calorias.
de darmen
Gezonde darmen zijn essentieel.
os intestinos
Intestinos saudáveis são essenciais.
de dij
Haar dijbeen is gebroken.
a coxa
O fêmur dela está quebrado.
de duim
Hij verwondde zijn duim.
o polegar
Ele machucou o polegar.
de eicel
De eicel wordt bevrucht.
o óvulo
O óvulo é fertilizado.
de eierstokken
Haar eierstokken produceren hormonen.
os ovários
Os ovários dela produzem hormônios.
de elleboog
Mijn elleboog doet pijn.
o cotovelo
Meu cotovelo está doendo.
de enkel
Ze verstuikte haar enkel.
o tornozelo
Ela torceu o tornozelo.
de geur
Deze bloem heeft een aangename geur.
o cheiro
Esta flor tem um cheiro agradável.
de gewrichten
Ouderen hebben vaak last van gewrichten.
as articulações
Idosos frequentemente têm problemas nas articulações.
de groei
Kinderen hebben calcium nodig voor de groei.
o crescimento
Crianças precisam de cálcio para o crescimento.
de hand
Was je handen voor het eten.
a mão
Lave as mãos antes de comer.
de hersenen
De hersenen controleren het lichaam.
o cérebro
O cérebro controla o corpo.
de heup
Heupproblemen komen veel voor.
o quadril
Problemas no quadril são comuns.
de hiel
Hielspoor is pijnlijk.
o calcanhar
Esporão no calcanhar é doloroso.
de huid
De huid is het grootste orgaan.
a pele
A pele é o maior órgão.
de hypofyse
De hypofyse reguleert hormonen.
a hipófise
A hipófise regula os hormônios.
de insuline
Diabetici hebben insuline nodig.
a insulina
Diabéticos precisam de insulina.
de keel
Ik heb keelpijn.
a garganta
Estou com dor de garganta.
de kiezen
De tandarts controleerde mijn kiezen.
os molares
O dentista verificou meus molares.
de knie
Zijn knie is gezwollen.
o joelho
O joelho dele está inchado.
de lever
De lever filtert gifstoffen.
o fígado
O fígado filtra toxinas.
de lippen
Haar lippen zijn droog.
os lábios
Os lábios dela estão secos.
de longen
Roken beschadigt de longen.
os pulmões
Fumar danifica os pulmões.
de lymfeklieren
Gezwollen lymfeklieren kunnen wijzen op infectie.
os gânglios linfáticos
Gânglios linfáticos inchados podem indicar infecção.
de maag
Mijn maag rommelt.
o estômago
Meu estômago está roncando.
de mond
Open je mond wijd.
a boca
Abra bem a boca.
de nagels
Bijt niet op je nagels.
as unhas
Não roa as unhas.
de navel
De navelstreng wordt doorgeknipt na de geboorte.
o umbigo
O cordão umbilical é cortado após o nascimento.
de nek
Ik heb een stijve nek.
o pescoço
Estou com torcicolo.
de neus
Haar neus bloedt.
o nariz
O nariz dela está sangrando.
de nieren
De nieren filteren het bloed.
os rins
Os rins filtram o sangue.
de ogen
Mijn ogen zijn moe.
os olhos
Meus olhos estão cansados.
de pees
Een gescheurde pees geneest langzaam.
o tendão
Um tendão rompido cura lentamente.
de placenta
De placenta voedt de foetus.
a placenta
A placenta nutre o feto.
de pols
Voel mijn polsslag.
o pulso
Sinta meu pulso.
de poriën
Grote poriën kunnen vervelend zijn.
os poros
Poros grandes podem ser incômodos.
de reflex
De knie-reflex wordt getest.
o reflexo
O reflexo patelar é testado.
de reukzin
Haar reukzin is uitstekend.
o olfato
O olfato dela é excelente.
de rug
Ik heb rugpijn.
as costas
Estou com dor nas costas.
de ruggengraat
De ruggengraat beschermt het ruggenmerg.
a coluna vertebral
A coluna vertebral protege a medula espinhal.
de scheen
Hij schopte tegen mijn scheen.
a canela
Ele chutou minha canela.
de schildklier
De schildklier produceert hormonen.
a tireoide
A tireoide produz hormônios.
de schouder
Mijn schouder is uit de kom.
o ombro
Meu ombro está deslocado.
de slagader
Een verstopte slagader is gevaarlijk.
a artéria
Artéria entupida é perigosa.
de smaakpapillen
Smaakpapillen detecteren vijf smaken.
as papilas gustativas
Papilas gustativas detectam cinco sabores.
de speekselklieren
De speekselklieren produceren speeksel.
as glândulas salivares
Glândulas salivares produzem saliva.
de spieren
Na het sporten doen mijn spieren pijn.
os músculos
Após malhar, meus músculos doem.
de spijsvertering
Een goede spijsvertering is belangrijk.
a digestão
Boa digestão é importante.
de stofwisseling
Een snelle stofwisseling helpt bij afvallen.
o metabolismo
Metabolismo rápido ajuda a emagrecer.
de tanden
Poets je tanden tweemaal daags.
os dentes
Escove os dentes duas vezes ao dia.
de tastzin
Blinden hebben een scherpe tastzin.
o tato
Cegos têm tato aguçado.
de teen
Ik stootte mijn teen.
o dedo do pé
Bati o dedo do pé.
de testikels
De testikels produceren testosteron.
os testículos
Os testículos produzem testosterona.
de tong
Steek je tong uit.
a língua
Mostre a língua.
de tranen
Haar tranen rolden over haar wangen.
as lágrimas
Lágrimas rolaram em suas faces.
de uitscheiding
Uitscheiding verwijdert afvalstoffen.
a excreção
Excreção remove resíduos.
de vingers
Ik heb tien vingers.
os dedos
Tenho dez dedos.
de voet
Mijn voeten zijn moe.
o pé
Meus pés estão cansados.
de wenkbrauwen
Ze fronste haar wenkbrauwen.
as sobrancelhas
Ela franziu as sobrancelhas.
de wimpers
Lange wimpers zijn mooi.
os cílios
Cílios longos são bonitos.
de zenuw
Een beknelde zenuw veroorzaakt pijn.
o nervo
Nervo comprimido causa dor.
de zenuwuiteinden
Zenuwuiteinden detecteren pijn.
as terminações nervosas
Terminações nervosas detectam dor.
de zweetklieren
Zweetklieren reguleren de temperatuur.
as glândulas sudoríparas
Glândulas sudoríparas regulam a temperatura.
het been
Hij brak zijn been.
a perna
Ele quebrou a perna.
het beenmerg
Beenmergtransplantaties redden levens.
a medula óssea
Transplantes de medula óssea salvam vidas.
het bekken
Het bekken beschermt de voortplantingsorganen.
a bacia
A bacia protege os órgãos reprodutivos.
het bloed
Bloed doneren is nobel.
o sangue
Doar sangue é nobre.
het bot
Calcium versterkt de botten.
o osso
Cálcio fortalece os ossos.
het evenwicht
Het binnenoor regelt het evenwicht.
o equilíbrio
O ouvido interno controla o equilíbrio.
het gehoor
Ouderdom kan het gehoor aantasten.
a audição
Envelhecimento pode afetar a audição.
het gezicht
Was je gezicht ‘s ochtends.
o rosto
Lave o rosto pela manhã.
het gezichtsvermogen
Scherp gezichtsvermogen is een zegen.
a visão
Visão afiada é uma bênção.
het haar
Mijn haar wordt grijs.
o cabelo
Meu cabelo está ficando grisalho.
het hart
Het hart klopt ongeveer 100.000 keer per dag.
o coração
O coração bate cerca de 100 mil vezes por dia.
het hoofd
Ik heb hoofdpijn.
a cabeça
Estou com dor de cabeça.
het hormoon
Hormonen reguleren veel lichaamsfuncties.
o hormônio
Hormônios regulam muitas funções corporais.
het immuunsysteem
Vitamine C versterkt het immuunsysteem.
o sistema imunológico
Vitamina C fortalece o sistema imunológico.
het kraakbeen
Kraakbeen is flexibel weefsel.
a cartilagem
Cartilagem é tecido flexível.
het lymfestelsel
Het lymfestelsel bestrijdt infecties.
o sistema linfático
Sistema linfático combate infecções.
het oor
Mijn oren zijn gevoelig.
a orelha
Minhas orelhas são sensíveis.
het skelet
Het skelet geeft het lichaam steun.
o esqueleto
O esqueleto dá suporte ao corpo.
het slijm
Slijm beschermt de luchtwegen.
o muco
Muco protege as vias respiratórias.
het speeksel
Speeksel helpt bij de spijsvertering.
a saliva
Saliva ajuda na digestão.
het sperma
Sperma bevat zaadcellen.
o esperma
Esperma contém espermatozoides.
het tandvlees
Ontstoken tandvlees bloedt snel.
a gengiva
Gengiva inflamada sangra facilmente.
het vet
Te veel vet is ongezond.
a gordura
Gordura em excesso é prejudicial.
het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel is complex.
o sistema nervoso
O sistema nervoso é complexo.
het zweet
Zweet koelt het lichaam af.
o suor
Suor resfria o corpo.
