Lesson 62 Flashcards
WEGGAAN of THUISBLIJVEN.
LEAVE or HOME STAY.
Zomer, eindelijk een paar weken vrij.
Summer, finally a couple weeks free.
De scholen zijn ANDERHALVE maand dicht VANWEGE de vakantie.
The schools are ONE AND A HALVE month closed BECAUSE the vacation.
Wie een baan heeft, neemt een paar weken vrij.
Who a job have, takes a couple weeks free.
In Europa gaan MILJOENEN mensen OP REIS.
In Europe goes MILLIONS people ON TRIP/TRAVEL.
De MEESTEN trekken naar het ZUIDEN.
The MOST move/pull to the SOUTH.
Ze ZOEKEN de zon OP.
They SEEK the sun UP.
Veel Nederlanders gaan per auto naar Frankrijk.
Many Dutch go per car to France.
Of zelfs verder, naar Spanje of Italië.
Or even further, to Spain or Italy.
Op de radio hoor je ALDOOR BERICHTEN over VOLLE wegen.
On the radio hear you CONTINUALLY MESSAGES about FULL roads.
BUITENLANDERS die in Nederland wonen, GAAN in deze PERIODE ook WEG, vaak naar hun eigen land.
FOREIGNERS that in Holland live, GO in this PERIOD also AWAY, often to their own country.
Er komen DAARNAAST TOERISTEN naar Nederland.
There come BESIDE (that) TOERISTS to Holland.
Ze gaan naar zee.
They go to sea.
Of naar Friesland, een GEBIED met veel water.
Or to Friesland, an AREA/REGION with lot water.
ANDEREN komen hier voor de CULTUUR.
Others come here for the CULTURE.