leiderschap Flashcards
Wat doen effectieve leiders?
proces uitdagen en in vraag stellen
gedeelde visie
Anderen de kans geven te handelen
Voorbeeld geven
Mensen motiveren door hen te waarderen,
belonen en verantwoordelijkheid te geven (=
empowerment)
DUS:
o ‘collective wins’ boven persoonlijke ‘quick wins’
o communicator
Waarom visies mislukken of ongeschikt zijn
- Ze weerspiegelen enkel
de persoonlijke noden
van de leider. - Ze miskennen de noden
en signalen van de
stakeholders. - Ze zijn verouderd.
Hoe visie ontwikkelen?
- Openstaan voor opportuniteiten
- Status quo vermijden
- Netwerken met interessante,
inspirerende mensen - Toeval, trial-&-error
Macht
het vermogen om anderen te beïnvloeden
Soorten macht:
- Legitiem / gezaghebbend
- Belonend
- Sanctionerend
- Referent: persoonlijke kenmerken als voorbeeld voor
anderen - Expertise- en kennisgerich
Traditionele theorieën over leiderschap
eerste helft 20ste eeuw: je wordt geboren als leider
vanaf mid 1970 : je wordt niet meer geboren als leider => Kenmerken zijn geen
garantie op succes
Twee dimensies van leiderschapsgedrag:
Taakgericht = productiegericht (snelheid,
kwaliteit, kwantiteit output), directief, nadruk op structuur van
het werk, procedures
Werknemersgericht = = ondersteunend,
relatiegericht, nadruk op welzijn, consideratie
(luisterbereidheid, waardering, open voor input)
Autocratisch leiderschap (opleggen)
- Leider neemt beslissingen en legt ze op aan werknemers/groep
- Centrale besluitvorming
- Participatie beperk
Democratisch leiderschap (betrekken)
- Leider betrekt ondergeschikten bij beslissing
- Delegeren van gezag
- Stimuleren van participatie
Laissez-faire (geven van vrijheid)
- Vrijheid aan ondergeschikten om beslissingen te nemen en taken uit
te oefenen
De leiderschapsmatrix (Blake & Mouton)
“training model”
aan een as aandacht voor werknemers = werknemersgericht
andere as is aandacht voor productie = taakgericht
CHARISMATISCH LEIDERSCHAP
- Emotionele impact: bewondering,
vertrouwen
Dominant, zelfverzekerd, welbespraakt,
visionair
- Combinatie van persoonlijkheid en
acties - Bereid tot innovatie en nemen van risico
Situationeel-leiderschapstheorieën
“Universele persoonskenmerken en
universeel leiderschapsgedrag
bestaan niet.”
“Leiderschap hangt af van de
situatie.”
=>Theorieën die:
- kijken naar invloed van
omgevingsfactoren op
leiderschapsgedrag en -stijl - nagaan welke stijl meest geschikt in
bepaalde situaties
= contingency theories
Maturiteit werknemers bepaalt het type leiderschap
Jobmaturiteit
Vaardigheden en technische
kennis om bepaalde taak uit te
oefenen
Competence (kunnen)
Pseudo-leiderschap
- Mooiprater
- Stelt eigenbelang boven belang van volgers
- Vertoont onethisch gedrag
- Risico machtsmisbruik bij charismatisch leiderschap