Lecture 11 Behandeling en reflecties Flashcards

1
Q

Gechiedenis behandeling

A

Tot 1970: Martinson zei niks werkt dus langere gevangenisstraf.
1990: behandeling kan zinvol zijn als het RNR model wordt gebruikt.
2023: behandeling is zinvol vooral mer RNR principes (McGuire)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Behandelingen voor gewelddadige delinquenten

A

Veel verschillende behandelingen, maar veel overlap. Niet alleen welke focus maar ook hoe de behandeling wordt gegeven is belangrijk (bv. groepsvorm vs individueel).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Behandelopties gewelddadige delinquenten

A

Cognitieve gedrags therapie (CGT), anger management programma’s, multi-modale programma’s, schema modale therapie (vorm CGT) en dialectische gedragstherapie (vorm CGT)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cognitieve gedragstherapie

A

Veelal individueel, relatief kort (15-32 uur), effectief? in setting wel, maar recidive niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Anger management programma’s

A

Groepsformat, relatief kort (20-50 uur), effectief? in setting niet, maar recidive wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Multi-modale programma’s

A

Op criminogene behoeften, zowel groep als individueel, relatief lang (200 uur), effectief? in forensische setting wel, maar ambulant misschien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Schema modale therapie

A

2e/3e generatie CGT, individueel, gemiddelde duur (96uur) en niet effectief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dialectische gedragstherapie

A

2e/3e generatie CGT, zowel groep als individueel, relatief kort (32 uur) en niet effectief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer is behandeling effectief voor het verminderen van gewelddadig recidive?

A

Langere, intensievere behandelingen die focussen op cognitieve skills, interpersoonlijke skills en regulatie van boosheid die gebruik maken van rollespel, terugval preventie en huiswerk tussen sessies. Dus lijkt voor Multi-modale behandelingen te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Behandeling seksuele delinquenten

A

Relatief lage niveaus van recidivisme vergeleken met andere daders. Behandeling lijkt effectief maar de soort behandeling lijkt belangrijk en sommige soorten behandeling kunnen averechts werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behandelopties delinquenten

A

Anti-libidinale medicatie in combinatie met CGT: meest effectief, erg invasief en agency-ondermijdend.
Combinatie groeps- en individuele therapie gefocust op criminogene behoeften (basis CGT): effectief voor medium tot hoge-risico daders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de werkzame componenten bij behandeling voor seksuele delinquenten?

A
  1. Duidelijk model van verandering
  2. Focus op het criminele gedrag
  3. Gebruik effectieve risico management strategieën
  4. Flexibiliteit rondom verschillende leerstijlen van daders
  5. Behoud van integriteit en kwaliteit van de toediening van behandeling doorheen de behandeling
    Sluit aan bij RNR-principes, maar ook aanvullen met GLM
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Comorbiditeit middelenmisbruik en stoornissen

A

Persoonlijkheidsstoornissen:
ASPS (60-90%) BPS (75%)
Affectieve stoornissen:
Bipolair (65%) Depressie (40%)
Schizofrenie (55%)
PTSD (35%) ADHD (50%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Middelenmisbruik met schizofrenie

A

55% –> zorgt voor gewelddadig gedrag, slechter ziekteverloop en minder trouwe medicatie inname.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Middelenmisbruik met persoonlijkheidsstoornissen

A

Meer symptomen, meer dropout tijdens behandeling, meer comorbiditeit met andere stoornissen. Voor ASPS (60-90%): meer agressie, impulsiviteit, psychopatische trekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Middelenmisbruik met affectieve stoornissen

A

Bipolair (65%): ernstigere symptomen, slechtere behandelingsuitkomsten en grote suicide-risico
Depressie (40%): meer symptomen, meer suïcidale ideatie en meer comorbide stoornissen.

17
Q

Middelenmisbruik met PTSD

A

Hogere dropout tijdens behandeling en slechtere behandelingsuitkomsten.

18
Q

Middelenmisbruik ADHD

A

Meer comorbide stoornissen, minder lange-termijn focus in behandeling.

19
Q

Soorten comorbiditeit middelenmisbruik

A

Verschillende manieren waarop middelengebruik en stoornissen gelinkt zijn, maar weten vaak niet wat van toepassing is door retrospectief evalueren. Mogelijkheden:
1. Stoornis als primair probleem –> middelenmisbruik als soort oplossing.
2. Middelenmisbruik als primair probleem –> stoornis als gevolg.
3. Wisselwerking tussen middelenmisbruik en stoornis.

20
Q

Beoordeling middelenmisbruik

A

Gebruik van meerdere bronnen: zelf-rapportage, tests, levensgeschiedenis data, observaties (mensen verslaving vervangen door bv kauwgom).
Evalueer risicofactoren en criminogene behoeften en rol van middelen.
Probeer tijdlijn van middelenmisbruik en comorbide stoornissen te verduidelijken.

21
Q

Welke behandeling werkt het beste bij comorbiditeit van middelenmisbruik en stoornis?

A

Dual disorder treatment ipv sequentiële of parallele behandeling.

22
Q

Kernaspecten behandeling

A

Keuze rehabiliteit (volledige terugkeer) vs habiliteit (leren leven met).
Expliciete focus op motivatie
Goede werkrelatie met behandelaar en ander personeel
Focus op aanleren sociale skills, zelf-bewustzijn, technieken voor ontspanning, probleem oplossing, anger management en omgaan met stress.

23
Q

Beschikbare behandelingsprogramma’s

A

Reasoning & rehabilitation, relapse prevention, integrated dual disorder treatment, forensic assertive community treatment, substance use en mental illness program.

24
Q

Probleem met middelmisbruik in onderzoek

A

Groep middelenmisbruik is hetereogeen en middelenmisbruik als mogelijke confounder.