Kennisclip 3: cognitieve processen Flashcards
1
Q
wat is vooral van belang bij het cognitieve emotiemodel van Arnolds en Lazarus?
A
- de appraisal vanuit jou op de gebeurtenis
2
Q
cognitieve emotiemodel (Arnolds en Lazarus) in de klinische praktijk?
A
- appraisal van belang
- situatie zelf is vaak niet te veranderen, maar hoe je ertegen aankijkt wel
= mogelijkheden voor behandeling
3
Q
welke soorten appraisal zijn er?
A
- primaire apppraisal
- secundaire appraisal
4
Q
primaire appraisal
A
- onmiddelijke, automatische, (deels) onbewuste beoordeling of iets goed/slecht is of relevant/niet relevant is –> vermijden of benaderen?
5
Q
secundaire apprasial
A
- veel specifieker
- gaat over specifieke doelen, waarden, opvattingen
6
Q
bij secundaire appraisal kan je onderscheidt maken tussen:
A
A. discrete benaderingen
B. dimensionele benaderingen
7
Q
discrete benaderingen
A
- onderdeel van secundaire appraisal
- appraisal bepaalt welke specifieke emotie optreedt
- verschillende theorieën
8
Q
wat voor soort benadering is Core relational theme?
A
discrete benadering
9
Q
van wie is Core relational theme?
A
Lazarus
10
Q
wat hield Core relational theme in?
A
- Het is een samenvatting van soorten situaties die een bepaalde emotie oproepen
11
Q
voorbeeld van core relational theme
A
emotie boosheid door core relational theme belediging tegenover mij en het mijne
12
Q
dimensionele benadering
A
- onderdeel van secundaire appraisal
- focus op bepaalde componenten van appraisal die eventueel met meerdere emoties kan samenhangen
- flexibeler
13
Q
2 voorbeelden van dimensionele benaderingen
A
- Smith en Ellsworth
- Scherer et al.
14
Q
Smith en Ellsworth
A
- bedachten 8 dimensies in appraisalproces
- onderdeel van dimensionele benaderingen
15
Q
Scherer et al.
A
- bedachten 8 verschillende evaluatiechecks die in vaste volgorde gebeurd, om situaties te beoordelen en te kunnen voorspellen welke emotie iemand heeft
- onderdeel van dimensionele benadreingen
