HC 6: MBT Flashcards
MBT
mentalization-based therapy
voor wie is vooral MBT?
mensen met borderline (persoonlijkheidsstoornissen)
mentaliseren
het doen en laten van zichzelf en van anderen impliciet en expliciet waarnemen en begrijpen in termen van intentionele mentale toestanden
centraal uitganspunt van mentaliseren/MBT =
nieuwsgierige en nietwetende houding innemen
tijd van ontwikkeling: teleologisch denken
0-6 maanden & 6-12 maanden
teleologisch denken, wat is het?
lichamelijke toestanden kenbaar maken
beetje oorzaak-gevolg zien: ik huil en ik krijg de fles
wanneer psychische equivalentie?
2-3 jaar
wat is psychische equivalentie?
- acties aan mentale toestand koppelen
- huilen dus verdrietig
- nog geen idee dat de ander zich anders kan voelen
wanneer pretend modus?
3-4 jaar en 6-11 jaar
pretend modus
- 3-4 jaar: spelletjes voelen heel echt aan
- 6-11 jaar: modi samenvoegen, obv normen en waarden
in welke modus is er objectconstatie?
teleologiche modus
in welke methode geldt: interne werkelijkheid = externe werkelijkheid?
psychische equivalentie
gehechtheid en mentaliseren?
het vermogen om te mentaliseren ontwikkelt een kind in relatie tot hechtingsfiguren
onveilig-vermijdend gehecht:
- vermijdend en wantrouwend
onveilig-afwerend/ambivalent gehecht:
- onvoorspelbare ouders
- wisseling van emotie e.d.
- verlatingstangst
gedesorganiseerd gehecht:
- pijn, trauma of angst als basis
- hechtingsfiguur is veilig en gevaarlijk tegelijkertijd
welke gehechtheid leidt tot psychopathologie op latere leeftijd?
gedesorienteerde gehechtheid
gemarkeerd spiegelen
affect van kind herkennen, om aan kind te laten merken dat het eigen gedachten heeft + kan reflecteren hierop, gaat eigen gevoel snappen
ongemarkeerd spiegelen
geen onderscheid tussen eigen beleving en die van een ander –> psychisch equivalente modus
- gevoel blijft heftig en beangstigend
incongruent spiegelen
(stel je niet aan)
gespiegelde gevoelens komen niet overeen met interne gevoelens –> false self –> alsof modus
vermijdende hechtingsstijl leidt tot:
overreguleren van affect, naar binnen keren, weinig laten zien
Afwerend/ambivalente hechtingsstijl leidt tot
onderreguleren van affect, coregulatie nodig, kan het niet alleen, afhankelijk van contact
gedesorganiseerde hechtingsstijl leidt tot:
wisseling tussen onder- en overreguleren van affect
in het kort: Psychische equivalentie
modus
- interne werklijkheid = externe werkelijkheid
- A = A
in het kort: Teleologische modus:
- wat ik zie, is waar
- Het begrijpen van de acties van anderen is gebaseerd op fysieke effecten
- struikelen over been –> je wilt me pijn doen
in het kort: Alsof modus/pretend mode
- betekenisloosheid
- in de sessie eindeloos en inconsequent gepraat over gedachten en gevoelens. Betekenisloos
interventie is gericht op
- onderzoeken
- mentale toestand (niet gedrag)
voorbeeld van een interventie
uitdagen
wat doe je bij de interventie uitdagen?
- niet-mentaliseren laten stoppen
3 technieken in MBT
- bevriezen
- vertragen
- terugspoelen
techniek: bevriezen
stop en sta stil
techniek: vertragen
stop, luister en kijk
techniek: terugspoelen
stop, ga terug en exploreer
wanneer stop en sta stil?
als mentaliserend vermogen weg is
wanneer stop, luister en kijk?
als spanning oploopt
wanneer stop, ga terug en exploreer?
als het al misgegaan is
wat doe je bij de equivalente modus:
affect te hoog dus die moet omlaag
wat doe je bij de pretend modus:
affect te laag dus die moet omhoog