HC 2 Flashcards
1
Q
welke 2 termen kan je relateren aan Frijda?
A
action readiness en ur-emotion
2
Q
atributies
A
verklaringen van de oorzaken van gebeurtenissen die mensen geven
3
Q
Component process model
A
model van Scherer
4
Q
3 niveaus van emotiekennis
A
- superordinate
- basic
- subordinate
5
Q
superordinate niveau
A
positieve en negatieve emoties
6
Q
basic niveau
A
6 emoties: liefde, vreugde, verassing, woede, verdriet en angst
7
Q
subordinate niveau
A
iedere basisemotie heeft meerdere specifieke toestanden
8
Q
Prototypes
A
een voorbeeld van een object in een categorie dat typische kenmerken van die categorie laat zien.
9
Q
3 manieren van emoties meten
A
- zelfrapportage (adjective checklists)
- statements geven
- een schaal