BoekHS 12, 13 & 14 Flashcards

1
Q

twee benaderingen om stoornissen te beoordelen en classificeren:

A
  1. categorische diagnose
  2. dimensies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

categorische diagnose

A

getrainde clinicus evalueert het gedrag van het kind, kijkt naar DSM-5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dimensies:

A

Informatie wordt verzameld via psychometrische metingen, bijvoorbeeld vragenlijsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hostile attribution bias

A

neiging om neutrale incidenten als vijandig te beschouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

incidentie

A

aantal nieuwe gevallen over een bepaalde tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

transactionele processen

A

kinderen beïnvloeden hun omgeving en hun omgeving vormt hun gedrag en emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

maladaptieve persoon-context

A

de omgeving is moeilijk voor het kind en het kind is moeilijk voor de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat voorspellen systemmodels?

A

dat veerkracht het product is van veel systemen die continu interacteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

life-course models

A

modellen van gezondheid en ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Differentiële susceptibility/gevoeligheid

A

suggereert dat het ene kind gevoeliger is voor ervaringen dan andere kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

diathesis-stress perspectief

A

genen e.d. brengen kinderen alleen in gevaar als óók de omgeving niet goed is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

PMT

A

parent management training

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

MST

A

multisystemic treatment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

stress sensitisatie/kindling

A

met opeenvolgende episodes van depressie word je kwetsbaarder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hersendelen bij depressie

A
  1. frontaalkwabben
  2. hippocampus
  3. amygdala
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

2 kerneigenschappen van een psychopaat

A
  1. ongevoeligheid en gebrek aan emotionele verbinding met anderen
  2. neiging tot antisociaal gedrag