Karaktertrekken Flashcards
être attristé
bedroefd zijn
être triste
triestig zijn
être dépressif
depressief zijn
être découragé
ontmoedigd zijn
être critique
kritisch zijn
pessimiste
pessimistisch
optimiste
optimistisch
enthousiaste
enthousiast
je vois l’avenir en rose
ik ga de toekmost rooskleurig tegemoet
avoir une attitude très positive
een zeer positieve houding hebben
avoir de fortes exigences
hoge eisen hebben
je sais ce que je veux
ik weet wat ik wil
je suis très exigeant dans mes activités
ik ben veeleisend in mijn werkzaamheden
je continue jusqu’à ce que ce soit parfait
ik ga door tot alles perfect is
calme
rustig
calme
kalm
dynamique
dynamisch
toujours occcupé
altijd druk bezig zijn
très actif
zeer actief / bedrijvig
je m’engage toujours à fond
ik vlieg er altijd in
volontaire
wilskrachtig
je suis un battant
ik ben een strijdlustig type
je suis un jusqu’au-boutiste
ik ben een doordrijver
je n’abandonne pas rapidement
ik geef niet snel op
insouciant
zorgeloos
j’ai peur d’échouer
ik heb last van faalangst
je peux relativiser facilement
ik kan goed relativeren
à l’aise
op zijn gemak
je n’ai pas vite peur
ik ben niet snel bang
jovial
joviaal
social
sociaal
je pense aux autres
ik denk aan anderen
prendre le temps pour les autres
tijd vrijmaken voor anderen
être très serviable
zeer behulpzaam zijn
être serviable
zich dienstbaar opstellen
égoïste
egoïstisch
j’aime bavarder avec les gens
ik klets graag met mensen
spontané
spontaan
extravagant
uitbundig
j’ai un caractère impulsif
ik ben impulsief van aard
un caractère extraverti
een extravert karakter
un caractère introverti
een introvert karakter
fermé
gesloten
replié sur soi
teruggetrokken
conservateur
behoudend
je n’exprime pas mes émotions
ik houd mijn gevoelens voor mezelf
je n’exprime pas mes émotions
ik houd mijn emoties onder controle
j’ai du mal à aborder les autres
ik vind het lastig om anderen te benaderen
timide
verlegen / bedeesd
de bonne / mauvaise humeur
goed / slecht gezind
de bonne / mauvaise humeur
goed / slecht geluimd
heureux / malheureux
gelukkig / ongelukkig
sûr de soi
zelfverzekerd
sûr de soi
zelfzeker
méfiant
wantrouwig
tendu
gespannen
je me fais vite du souci
ik maak me zorgen over dingen
je suis détendu
ik ben ontspannen
indépendant
zelfstandig
dominant
dominant
généreux
mild
tolérant / intolérant
verdraagzaam / onverdraagzaam
courageux
moedig / dapper
j’aime les défis
ik houd van uitdadingen
j’aime la compétition
ik geniet van competitie
maîtrisé
beheerst
équilibré
evenwichtig
plein de tact et de délicatesse
tactvol
agressif
agressief
nerveux
nerveus / zenuwachtig
avoir le sens de l’humour
zin voor humor hebben
cynique
cynisch
modeste / être un vantard
bescheiden / een dikke nek hebben
orgueilleux / hauntain
hoogmoedig
gai et joyeux
vrolijk en opgewekt
heureux de vivre
levenslustig
je me fâche rarement
ik word zelden kwaad
impatient
ongeduldig
méprisant
minachtend
sérieux
serieus
rationnel
zakelijk
poli
beleefd
vulgaire
vulgair
fier
trots
vif et actif
Levendig
hésitant
aarzelend
rationnel
rationeel
incertain
onzeker
un caractère froid / chaleureux
een warm / koud karakter
honnête
eerlijk
j’aime être au centre des débats
ik sta graag in het middelpunt van de belangstelling
je n’aime pas être au centre des débats
ik vind het erg in de belangstelling te staan
être d’humeur changeante
een wisselend humeur hebben
réfléchi
bedachtzaam
sensible
gevoelig
affable / courtois
hoffelijk
soigneux
verzorgd
désordonné
rommelig
j’aime l’ordre
ik houd van orde
compatissant
medelijdend