kanker 2 Flashcards

1
Q

wat is de taak van een verpleegkundige

A

toedienen van behandelingen + geneesmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de taak van een oncologisch zorgcoordinator

A

voert de behandeling uit zoals voorgeschreven door het team van verschillende specialisten

patiënt hele duur van zijn zorgtraject in ziekenhuis begeleiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de taak van een psycholoog

A

geeft psychologische ondersteuning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat doet een kinesist

A

helpt om spieren fit te houden + zorgt voor lichamelijke revalidatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat doet een maatschappelijk werker

A

helpt mensen bv weg vinden in wat te maken heeft met administratie, financiële hulp, thuishulp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een oncocoach

A

oncologisch verpleegkundige gespecialiseerd in bepaald type kanker/bepaalde aspecten van kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat doet een oncocoach

A

= vast aanspreekpunt gedurende het hele behandeltraject

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de verschillende kankerbehandelingen

A

chirurgie
radiotherapie
chemotherapie
immunotherapie
doelgerichte therapie
hormoontherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is radiotherapie

A

hoogenergetische golven

kankercellen vernietigen en zo weinig mogelijk gezonde cellen beschadigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is chemo

A

behandeling met medicijnen
kankercellen dood, celdeling remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is immunotherapie

A

versterken/veranderen afweersysteem om kanker te herkennen en doden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is verschil met chemo en doelgerichte therapie

A

doelgericht kan kankercellen en gewone cellen onderscheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is hormoontherapie

A

blokeerd werking van hormonen, lichaam maakt minder hormonen (voor hormoongevoelige kankers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is er belarngijk als zorgverlener

A

dat je aandacht hebt voor het mentale welbevinden van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn de stappen van het slecht nieuwsgesprek

A
  1. bereid je voor
  2. duidelijk, snel en begrijpelijk
  3. bespreek gedachten en gevoelens
  4. vat samen, vervolg afspraak, rond af
  5. het vervolggesprek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat gebeurt er tijdens het voorbereiden van een slechtnieuwsgesprek

A

wie is de patient
waar gaat het slechte nieuws over (oorzaak, redenen, gevolg)
waar gaat het gesprek plaatsvinden

17
Q

wat gebeurt er in stap 2 van het slechtnieuwsgesprek: duidelijk, snel en begrijpelijk

A

geef op voorhand geen info enkel dat het serieus is en het persoonlijk wilt bespreken

vertel essentie in begrijpbare simpele taal

weest direct

18
Q

wat gebeurt er in stap 3 van het slechtnieuwsgesprek: bespreek gevoelens gedachten

A

laat persoon gevoelens uitten

luister actief, geef ruimte

kleineer niet

19
Q

wat is stap 4 van het slechtnieuwsgesprek: vat samen, vervolg afspraak, rond af

A

zet belangrijke info op papier

geef aan waar ze terecht kunnen

nodig uit voor vervolggesprek

20
Q

wat is stap 5 van het slechtnieuwsgesprek: het vervolggesprek

A

herhaal kernboodschap vorige gesprek

ga na of boodschap begrepen is

verhelder onduidelijkheden, beantwoord vragen

21
Q

wat is een mantelzorger

A

niet profesionele persoon die voor een ander zorgt omdat ze hier persoonlijke band mee hebben

kunnen hiervoor statuten en premies krijgen

22
Q

welke emoties ervaren mantelzorgers

A

Machteloosheid
Angst
Verdriet
Schuldgevoel
frustratie

23
Q

wat zijn problemen bij mantelzorgers

A
  • complexe zorgwetten en regels
  • eenzaamheid
  • overbelasting
  • tekort aan begrip en waardering
  • onbewust van status mantelzorger
24
Q

wat zijn noden en behoeften van mantelzorgers

A
  • praktische ondersteuning
  • informatie
  • erkenning en waardering
  • financiële steun
  • ademruimte
25
Q

wat kan er beter aan het mantelzorgbeleid

A
  • globaal en geïntegreerd mantelzorgbeleid
  • voorbereiding op rol
  • betere beschikbaarheid info
  • lotgenotencontact