communicatie 2 Flashcards

1
Q

hoe verloopt de onthaalfase

A

Je stelt je kort voor:
Duidelijk en ondubbelzinnig
Articuleer
Enthousiast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe stel je je kort voor

A
  • begroeting
    naam van werkplaats
    eigen naam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe gaat de luisterfase in zijn werk

A

korte signalen (“hmmhmm”, ‘jaja’)
noteer gegevens
reden achterhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de redenen die je in de uisterfase kunt achterhalen

A

advies
vraag
informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de twee versies van de afhandelingsfase

A

zelf beantwoorden
doorverbinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de opties als je de beller zelf beantwoord

A

meteen antwoorden
in wacht zetten na akkoord
terugbellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de opties als je doorverbindt

A

zeg dat men doorverbonden zal worden
geef aan met wie
volg het doorverbinden op en koppel terug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarop moet je letten bij de afhandelingsfase

A

vertel beller altijd wat je van plan bent te doen en wacht af of dat deze akkoord gaat

geen/onduidelijke info over de vervolgstappen zorgt voor irritaties bij de beller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe gaat de aflsuiting in zijn werk

A

herhaal kort de gemaakte afspraken
verwijs naar de aangeboden hulp
bedank de gesprekspartner voor het contact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de communicatieaxioma’s

A

Wijze waarop mensen communiceren

basisregels van communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wie heeft de communicatieaxiomas onderzocht

A

Paul Watzlawick

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de eerste Communicatieaxioma

A

je kan niet niet communiceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

axioma 2

A

elke communicatie omvat een inhouds- en een betrekkingsniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is inhoudsniveau en wat is betrekkingsniveau

A

Inhoudsniveau: wat uw boodschap is
betrekkingsniveau; relatie die je met de ander hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Axioma 3

A

uit een boodschap haalt ieder zijn eigen waarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Axioma 4

A

men beïnvloedt elkaar verbaal én non-verbaal

17
Q

Axioma 5

A

communicatie verloopt symmetrisch of complementair

18
Q

wat is symetrisch of complementair

A

Symetrisch: gelijktijdig
Complementair: achtereenvolgend