Jurisprudentie Flashcards

1
Q

Waar het het Veearts arrest over? Wat is de rechtsregel?

A

Een veearts brengt een aantal koeien opzettelijk in contact met koeien die besmet zijn met het mond-en-klauwzeer virus. Dit is strafbaar volgens art. 82 Veewet. De veearts stelde dat hij dit deed om gezonde koeien lichtelijk besmet te laten maken, zodat deze koeien antistoffen tegen een eventueel zwaardere besmetting van het virus zouden aanmaken. De veearts deed beroep op een ongeschreven rechtvaardigingsgrond, namelijk het ontbreken van materiële wederrechtelijkheid. Het hof stelde dat de veearts wel schuldig was. Het was namelijk niet de taak van de veearts om de algemene gezondheidstoestand te bevorderen. De HR oordeelde echter dat de veearts wel degelijk de taak mocht hehbben om de algemene gezondheidstoestand te bevorderen. De veearts was dus niet strafbaar.

Rechtsregel: De HR introduceerde hiermee het ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid. Dit betekent dat het handelen formeel wel in strijd is met de wet, maar dat strafbaarheid ontbreek, omdat dit handelen feitelijk niet in strijd is met het recht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar gaat het Dreigbrief arrest over? Wat is de rechtsregel?

A

Dit arrest gaat over wederrechtelijkheid als bestanddeel van de delictsomschrijving van afpersing, art. 317 Sr.
Een man stuurt een dreigbrief naar een vrouw in België en een man in Duitsland. In de brieven stelt hij dat zij hem geld verschuldigd zijn; de vrouw was de verdachte 2200 gulden schuldig en de maar was de verdachte 600 Duitse Mark schuldig, omdat hij zijn zoon had beroofd. In beide brieven staan dreigementen indien het geld niet wordt betaald. De verdachte wordt vervolgd wegens afpersing, maar volgens hem is er geen sprake van afpersing, omdat niet kan worden voldaan aan het bestanddeel wederrechtelijk. Hij had namelijk recht op het geld. Er is dus geen sprake van afpersing volgens hem. De aanklagers waren het hier niet mee eens en voerden aan dat er wel degelijk sprake was van afpersing, gezien de onbehoorlijkheid van het dreigen met geweld. Het hof veroordeelde de verdachte voor afpersing. De Hoge Raad sluit zich daarbij aan.

Rechtsregel: Indien men een behoorlijk middel gebruikt om een voordeel na te streven kan er sprake zijn van wederrechtelijke bevoordeling, ook al is de bevoordeling op zichzelf niet wederrechtelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar gaat arrest Onbehoorlijk Gedrag over? Wat is de rechtsregel?

A

Het gaat om het legaliteitsbeginsel, art. 1 Sr, art. 7 EVRM.

Verdachte wordt aangehouden op perron 1 van Rotterdam Centraal toen ze haar geschoeide voeten op een stoel in restauratie legde. Vervolgens schold ze een agent van de spoorwegpolitie uit voor onder andere ‘gorilla’s, klootzakken, hufters en straatpooiers’. Daarbij komt dat ze een verzoek van de spoorwegpolitie om de plek te verlaten negeerde. De verdachte werd aangehouden en onder meer ‘onbehoorlijk gedrag’ werd ten laste gelegd, wat verboden is onder art. 4 van het ARV. De verdachte stelt dat de term ‘onbehoorlijk gedrag’ te vaag is en dus het legaliteitsbeginsel schendt.
De HR oordeelt dat er geen sprake is van schending van het legaliteitsbeginsel en verwerpt het cassatieberoep van de verdachte.

Rechtsregel: Het legaliteitsbeginsel houdt in dat een gedraging alleen strafbaar is als het voldoet aan een duidelijke delictsomschrijving. Volgens de HR is het echter onvermijdelijk dat zich soms ‘vage’ termen voordoen. Dit zorgt ervoor dat open formulering mogelijk is, opdat er meerdere interpretaties mogelijk zijn. Anders worden delictsomschrijvingen te concreet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar gaat legaliteit in Straatsburg over? Wat is de rechtsregel?

A

De rechtszaak gaat over een verkrachting binnen het huwelijk. Het paar was in 1984 in het huwelijk getreden, maar het huwelijk bleek al snel niet erg stabiel. Na 3 jaar ging het echtpaar korte tijd uit elkaar, waarna zij zich weer verzoenden. Twee jaar daarna ontstonden opnieuw problemen, waarna de vrouw besloot om een echtscheiding te vragen. Zij vertelde dit aan haar man en ging bij haar ouders logeren. De echtgenoot drong het huis van zijn schoonouders binnen en trachtte tegen haar wil seksuele gemeenschap met zijn toen nog echtgenote te hebben. Hij gebruikte geweld, door haar keel dicht te knijpen. De vrouw deed aangifte en haar man werd vervolgd wegens poging tot verkrachting en mishandeling. De verzoeker komt uiteindelijk bij het Europees Hof terecht. Hij beroept zich erop dat de aanklacht wegens verkrachting niet in overeenstemming is met het recht aangezien hij gehuwd was met het slachtoffer. Hij deed daarbij een beroep op een eerdere uitspraak. Uit het sluiten van een huwelijk zou impliciet toestemming volgen tot het hebben van geslachtsgemeenschap.

Rechtsvraag: Is het opzij zetten van deze eerdere uitspraak in strijd met art. 7 EVRM, dat bescherming biedt tegen willekeurige vervolging, veroordeling en bestraffing.

Rechtsregel: Het Europees Hof besluit dat de voortschrijdende ontwikkeling van het strafrecht door middel van rechterlijke interpretatie, uitmondend in aanpassing aan veranderende omstandigheden, niet in strijd is met art. 7, mits de uitleg die in de jurisprudentie wordt gegeven: aansluit bij de essentie van het delict, en redelijkerwijs voorzienbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar gaat HR Letale Longembolie over? Wat is de rechtsregel?

A

Dit is een belangrijk arrest met betrekking tot de leer van causaliteit. Dit was het eerste arrest waar gebruik werd gemaakt van de leer van de redelijke toerekening. De rechtsvraag die centraal staat in dit arrest is of er een causaal verband bestaat tussen de aanrijding veroorzaakt door de verdachte en het overlijden van het slachtoffer in het ziekenhuis door letale longembolie.

De verdachte nadert een voorrangsweg. Hij ziet geen verkeer en rijdt met snelheid de kruising over. Hij ziet plotseling een auto naderen en rijdt met zijn busje tegen de auto die voorrang had. De inzittende wordt opgenomen in het ziekenhuis en overlijdt twaalf dagen na het ongeluk in het ziekenhuis, aan het gevolg van een letale longembolie. De letale longembolie ontstond uit trombose die het gevolg was van bedrust die noodzakelijk was na de aanrijding. Er bestond dus geen duidelijk causaal verband tussen de aanrijding en het overlijden.
De rechtbank en het Hof veroordelen de verdachte op grond van het feit dat de dood van de ander aan zijn schuld te wijten is. De Hoge Raad was het hier mee eens. De verdachte voerde aan dat uit deskundigenrapport blijkt dat het letsel op zich niet noodzakelijk tot het intreden van de dood had behoeven te leiden. De Hoge Raad oordeelde als volgt: … Dat dit betoog niet opgaat omdat het optreden van letale longembolie na als gevolg van een botsing bekomen letsel als voormeld niet van zodanige aard is dat het overlijden van het slachtoffer redelijkerwijze niet meer als gevolg van de botsing aan de dader zou kunnen worden toegerekend.
De verdachte was schuldig en het cassatieberoep werd verworpen.

Rechtsregel:
Dit arrest zorgde voor een verschuiving in de leer van causaliteit in het strafrecht. De Hoge Raad besliste in dit arrest op grond van redelijke toerekening en niet op grond van de voorzienbaarheid of de zeldzaamheid van het gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar gaat HR Aortaperforatie over? Wat is de rechtsregel?

A

Dit arrest gaat over het causale verband tussen een messteek en de dood van het slachtoffer. De redelijke toerekening speelde hier ook een grote rol.
Het slachtoffer wordt gestoken in de maagwand en de aorta. Aangekomen in het ziekenhuis wordt de maagwand gehecht en enige tijd later overlijdt het slachtoffer. Uit een medisch rapport volgt dat de chirurg twee hele kleine aortaperforaties was vergeten. De doodsoorzaak was een inwendige bloeding. Medische misser. Ten laste werd gelegd zwaar lichamelijk letsel met de dood ten gevolge hebbende. Het Hof veroordeelde voor 4 jaar voor zware mishandeling met de dood tot gevolg.

Rechtsregel:
De Hoge Raad moest oordelen over de vraag of er een causaal verband was tussen de messteek en de dood van het slachtoffer. De advocaat van de verdachte voerde namelijk aan dat het slachtoffer niet was overleden als gevolg van de messteek, maar doordat de arts in het ziekenhuis de aortaperforatie over het hoofd heeft gezien. Dit verweer gaat niet op, want als iemand een ander met een mes in de buik steekt, dan heeft diegene de aanmerkelijke kans aanvaard dat die persoon zou komen te overlijden. Een medische misser staat hiervoor niet in de weg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar gaat HR Niet behandelde longinfectie/Dwarslaesie over? Wat is de rechtsregel?

A

De verdachte heeft, na een woordenwisseling met zijn vriendin, een wapen gepakt en op haar geschoten. De kogel heeft het ruggenmerg in de hals van het slachtoffer geraakt. Daardoor kreeg ze een hoge dwarslaesie met het gevolg dat ze vrijwel totaal verlamd was. Ze kon zelfs niet meer zelfstandig ademhalen. Als gevolg van haar letsel krijg zij bovendien een longinfectie. Die longinfectie kon medisch gezien wel behandeld worden, maar zij heeft dat niet toegestaan. Zelfs met maximale medische ondersteuning zou zij een verkorte levensprognose hebben gehad en zou de kwaliteit van haar leven niet zijn aan te merken als een menswaardig bestaan. Zij heeft de bewuste keuze gemaakt niet te laten behandelen en is na enkele dagen overleden. Aan de verdachte is doodslag ten laste gelegd. De vraag was of geoordeeld kan worden dat de verdachte opzettelijk zijn vrienden van het leven heeft beroofd. De vraag is of de keuze van het slachtoffer om geen behandeling te nemen in de weg staat van causaliteit. Het Hof geeft aan de de verdachte de omstandigheden in het leven heeft geroepen die het slachtoffer ertoe hebben gebracht de beslissing te nemen af te zien van medische behandeling en dat die beslissing in de keten der gebeurtenissen niet een zodanige invloed heeft gebracht, dat de dood van het slachtoffer redelijkerwijs niet meer als gevolg van het handelen van de verdachte aan deze zou kunnen worden toegerekend. De Hoge Raad is het hiermee eens.

Rechtsregel:
Is de dood van het slachtoffer, die door de verdachte is beschoten en aan een medische complicatie van de schotwond is overleden, veroorzaakt door de verdacht, ook als de dood het onmiddellijke gevolg is van de beslissing van het slachtoffer om geen medische behandeling van de complicatie toe te laten?
Volgens het medisch rapport dat voor bewijs is gebruikt was de complicatie van de longinfectie aan te merken als een rechtstreeks gevolg van het letsel dat door de verdachte aan het slachtoffer is toegebracht. Daaraan doet niet af dat het slachtoffer zelf heeft besloten om een op zichzelf technisch mogelijke behandeling van die infectie niet meer toe te staan, aangezien die behandeling, als die al tot enige levensverlenging zou hebben geleid, naar verwachting geen menswaardig bestaan had opgeleverd. De beslissing om de door de schotwond veroorzaakte longinfectie niet te behandelen staat er daarom niet aan in de weg, dat de als gevolg van die infectie ingetreden dood aan de handelswijze van verdachte wordt toegerekend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar gaat HR Shaken baby over? Wat is de rechtsregel?

A

Twee jonge ouders hadden een baby gekregen. Die huilde heel veel. Die ouders konden er niet mee omgaan. Ze hebben de baby vaak laten vallen etc. Hoe de baby precies is overleden, is vaag. De ouders hebben geen hulp ingeroepen. Het kind was geschut of gevallen en daardoor overleden en de ouders hadden nagelaten hulp in te roepen. Medisch gezien kon niet worden vastgesteld of het kind nog had geleefd als de ouders wel hulp hadden ingeroepen. Kan je dan nog spreken van een causaal verband? De vraag werd gesteld: Heeft de gedraging/het nalaten de kans op het intreden van het gevolg verhoogd? Het antwoord was ja.

In deze zaak rustte op de verdachte, die naar uit de inhoud van de bewijsmiddelen kan worden afgeleid, op de hoogte moet zijn geweest van de noodzaak van medisch ingrijpen ten aanzien van zijn zoontje, de plicht te doen wat in zijn vermogen lag om ervoor te zorgen dat zijn zoontje tijdig de noodzakelijke medische hulp zou worden verschaft. Onder r.o. 4.4 staan de gang van zaken, waaruit kan worden afgeleid dat de verdachte, hoewel zijn zoontje in de bewezenverklaarde periode in toenemende mate ernstige ziekteverschijnselen vertoonde nadat hij met zijn hoofd op een betonnen vloer was gevallen. Er is toen nagelaten hulp in te roepen. Het Hof heeft op grond daarvan geoordeeld dat de verdachte het gevaar dat zijn zoontje zou komen te overlijden in zodanige mate heeft verhoogd dat dat overlijden redelijkerwijs aan de verdachte kan worden toegereden als gevolg van diens nalaten tijdig adequate medische hulp in te roepen. Dat oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is gelet op de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen niet onbegrijpelijk.

Rechtsregel: Er moet antwoord worden gegeven op de vraag of de gedraging de kans op het intreden van het gevolg heeft verhoogd en of er sprake is van een zorgplicht. Deze voorwaarden zijn cumulatief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar gaat Groninger HIV over? Wat is de rechtsregel?

A

Er waren seksfeesten in Groningen, waarbij mannen onbeschermde seks met elkaar hadden. Slachtoffers hadden met HIV-geïnfecteerd bloed geïnjecteerd gekregen. Slachtoffers hebben HIV opgelopen. Verdachten werden vervolgd wegens het toebrengen daarvan. Kunnen we vaststellen dat het HIV-bloed de oorzaak was van het letsel.
Het verweer: Nee, dat hoeft niet noodzakelijkerwijs het gevolg te zijn van het injecteren van bloed, want er waren heel veel mensen die onbeschermde seks hadden, dus het had ook daarmee kunnen zijn ontstaan. Verdachten niet veroordeeld. Geen sprake van causaliteit. Het kon niet redelijkerwijs aan de verdachte worden toegerekend, omdat het alternatieve scenario, dus dat het op een andere manier is opgelopen niet hoogstonwaarschijnlijk is.

Rechtsregel:
Het gevolg kan redelijkerwijs toegekend worden aan de verdachte wanneer ten minste wordt vastgesteld dat dit gedrag een onmisbare schakel kan hebben gevormd in de gebeurtenissen die tot het gevolg hebben geleid, alsmede dat ook aannemelijk is dat het gevolg met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door de gedraging van de verdachte is veroorzaakt.
Dus de vragen zijn:
- Kan de gedraging een onmisbare schakel hebben gevormd in de causale keten?
- Is het gevolg met aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door die gedraging veroorzaakt?
Om antwoord te geven op de tweede vraag, wordt gekeken naar:
- De aard van de gedraging: hierbij kan als hulpmiddel dienen of de gedraging van de verdachte naar haar aard geschikt is om dat gevolg teweeg te brengen
- Ervaringsregels: Hoe groot is de kans dat als je iemand daarmee injecteert, dat diegene ook besmet wordt?
- Afweging scenario’s: deskundigen oproepen die vertellen over de kans. Je moet kunnen concluderen dat het alternatieve scenario hoogstonwaarschijnlijk is. Als dat niet zo is, dan kan er geen sprake zijn van causaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar gaat HR Porsche over? Wat is de rechtsregel?

A

Dit arrest gaat over de grens tussen voorwaardelijk opzet en bewuste culpa. De verdachte zat met te veel alcohol op achter het stuur en reed met onverantwoorde snelheid. Hij begaat een aantal gevaarlijke verkeersovertredingen. Hij rijdt 50 km/h te hard en rijdt door rood. Op een tweebaansweg wil de verdachte een ander voertuig inhalen. Omdat er steeds tegenliggers zijn, breekt hij zijn inhaalmanoeuvres keer op keer af. Op een gegeven moment zet hij door, met fatale gevolgen. De Porsche komt frontaal in botsing met een tegemoetkomende auto. 5 mensen komen om het leven, exclusief de verdachte. Was hier sprake van voorwaardelijk opzet of bewuste culpa. Heeft de bestuurder willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat door zijn gedrag mensen om het leven zouden kunnen komen (doodslag)? Of is de man onvoorzichtig of roekeloos geweest, zodat er sprake is van culpa (dood door schuld)?

Rechtsregel: De vraag die in dit arrest centraal stond, was: is er sprake van voorwaardelijk opzet? De Hoge Raad vond van niet. In hoger beroep werd de verdachte veroordeeld wegens doodslag, waarbij het Hof voorwaardelijk opzet bewezen achtte. In cassatie werd de uitspraak van het hof vernietigd. De Hoge Raad was van mening, omdat de verdachte de eerste paar inhaalpogingen had afgebroken, dat hij zich bewust was van het risico op een aanrijding en dat hij het risico kennelijk niet heeft aanvaard. Hij bleef volgens de Hoge Raad geloven in een goede afloop. Dus geen doodslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar gaat Enkhuizer doodslag over? Wat is de rechtsregel?

A

Enkhuizer Doodslag gaat over doodslag in het verkeer op basis van de kwalificatie voorwaardelijk opzet. Doodslag wordt in deze zaak vergeleken met dood door schuld. Er wordt gekeken of er sprake is van voorwaardelijk opzet op de dood.

Inhoud: De verdachte, een automobilist, had te veel gedronken. Hij kwam tijdens het rijden een politiecontrole tegen en probeerde hieraan te ontkomen. Hij probeerde te vluchten en reed met hoge snelheid en gedoofde lichten door de bebouwde kom. Daarbij reed hij drie fietsers aan, waarvan twee kwamen te overlijden. Verdachte verklaarde dat hij zich koste wat het kost aan de politie wilde onttrekken. Zijn opzet was dus niet gericht op het doden van de fietsers, maar door zijn gedrag aanvaardde hij wel de aanmerkelijke kans dat het zo zou aflopen.
Het Hof oordeelde dat er voorwaardelijk opzet was op de dood van de fietsers en de Hoge Raad was het daarmee eens. Het gaat hier dus om doodslag.

Rechtsregel: Er is sprake van (voorwaardelijk) opzet als er iets gebeurt waarvan je wist dat er een grote kans op was en je deze kans bewust hebt aanvaard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar gaat HIV I over?

A

De vraag was hier of sprake was van voorwaardelijk opzet. Dit voorwaardelijk opzet is volgens het Cicero-arrest aanwezig indien de verdachte zich willens en wetens aan de aanmerkelijke kans heeft blootgesteld dat een bepaald gevolg zal intreden. De Hoge Raad zei hierover: ‘De beantwoording van de vraag of de gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het zal in alle gevallen moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te trachten.

Inhoud: Verdachte heeft onbeschermde seks gehad met het slachtoffer, terwijl hij wist dat hij besmet was met HIV en ook de gevaren die daarmee verbonden zijn.

In tegenstelling tot het Hof, die een poging tot doodslag aannam, achtte de Hoge Raad de aanmerkelijke kans op de dood hier niet zonder meer aanwezig, gezien de lange incubatietijd na besmetting (zes tot tien jaar) voordat de dodelijke ziekte AIDS optreedt en daarnaast de onzekerheid of de al bestaande HIV-behandelingen het optreden van AIDS blijvend konden voorkomen. Daarnaast kwam hier de kans op besmetting aan bod. Wanneer is de kans immers groot genoeg? Deskundige prof. dr. Danner zegt: ‘De kans op besmetting is 1 op 200 tot 300 per seksuele handeling. In de medische wereld wordt een dergelijke kans groot geacht.’

Naast deze vraag kwam aan bod om welk delict het hier nu ging: poging tot doodslag, poging tot zware mishandeling of schuld aan zware mishandeling. Aangezien besmetting volgens de HR niet per se de dood tot gevolg zou hoeven te hebben, zou het hebben van onveilig seksueel contact allen (poging tot) zware mishandeling kunnen opleveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar gaat Voorbedachten Raad II over? Wat is de rechtsregel?

A

Dit arrest gaat over poging tot moord. De verdachte heeft zijn vrouw, die lag te slapen, met een hamer een paar klappen op het hoofd gegeven. Toen zij wakker werd, heeft hij haar met zijn handen in een wurggreep om haar hals gepakt. Toen zij zich had bevrijd, heeft de verdachte nogmaals geprobeerd haar te wurgen. De verdachte heeft toen 112 gebeld en aangegeven dat zijn vrouw gewond was. Vervolgens is zij naar de buren gevlucht. Verdachte kwam achter haar aan en heeft haar met een paraplu geslagen. Vervolgens heeft de verdachte met het scherpe deel van de paraplu op haar ingestoken, waarbij hij onder meer probeerde in haar buik te steken. Gelet op hetgeen in HR 15 oktober 2013 ECLI:NL:HR:2013:963 is vooropgesteld met betrekking tot mogelijke contra-indicaties, is het oordeel dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld ontoereikend gemotiveerd.
Hof heeft geoordeeld dat sprake is van voorbedachte raad, maar er is niet gekeken naar contra-indicaties. Hoge Raad is van mening dat er geen sprake was van voorbedachte raad.

Rechtsregel: Voor een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘voorbedacht raad’ moet komen vast te staan dat de verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Bij de vraag of sprake is van voorbedachte raad gaat het bij uitstek om een weging en waardering van de omstandigheden van het concrete geval door de rechter, waarbij deze het gewicht moet bepalen van de aanwijzingen die voor of tegen het bewezen verklaren van voorbedachte raad pleiten.
Er kunnen ook contra-indicaties zijn, die erop duiden dat de verdachte niet met voorbedachte raad heeft gehandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar gaat Aanmerkelijke kans II over? Wat is de rechtsregel?

A

Een man wordt verdacht voor het onvoldoende zorg dragen voor het onschadelijk houden van zijn drie gevaarlijke dieren, zijn 3 American Staffordshire honden. Hij heeft ze onaangelijnd los laten lopen in een honduitlaatgebied, zodat hij weinig controle over de honden had. De drie honden sprongen daarna over de omheining van het uitlaatgebied en hebben andermans Hazewindhond vervolgens meerdere keren over het hele lichaam gebeten. De Hazewindhond moest ten gevolge van zijn verwondingen worden geëuthanaseerd. Volgens de verdediging blijkt uit de bewijsmiddelen niet dat er sprake is van een gevaarlijk dier in de de zin van art. 425 aanhef en onder 2° Sr. Met gevaarlijk dier heeft de wetgever volgens de verdediging bedoeld dat het gaat om gevaarlijke dieren die een gevaar voor mensen kunnen opleveren. de verdachte moet worden vrijgesproken. Volgens het Hof moeten dieren die gevaarlijk zijn voor andere dieren ook worden gekwalificeerd als gevaarlijk dier in de zien van art. 425.

Rechtsvraag: Kan er enkel sprake zijn van een gevaarlijk dier in de zin van art. 425 onder 2° Sr indien het dier gevaar oplevert voor mensen? Kan voorwaardelijk opzet worden aangenomen op de schade aan de hond?

HR: In de eerste plaats is het onjuist om aan te nemen dat er enkel sprake kan zijn van een gevaarlijk dier indien het dier gevaar oplevert voor mensen. Gevaarlijk is elk dier, waarvan schade voor lijf of goed te duchten is. Zo blijkt uit de wetsgeschiedenis. De HR gaat vervolgens in op de vraag of er voorwaardelijk opzet kan worden aangenomen op het toebrengen van schade aan de Hazewindhond. De verdachte wist dat de honden een jaar voor het incident betrokken waren geweest bij een bijtincident. De kans op bijtincidenten was dan ook reëel. Hij wist, dat hij de honden niet samen moest uitlaten en al helemaal niet onaangelijnd moest laten rondlopen als er andere honden in de buurt waren. Het HOf heeft daaruit geconcludeerd dat er een reële niet onwaarschijnlijke mogelijkheid bestond dat de honden de andere hond zouden bijten en zouden beschadigen. Dat is ook gebeurd. Dat het Hof daarom aanneemt dat de verdachte deze aanmerkelijke kans bewust heeft aanvaard door zijn honden toch onaangelijnd uit te laten in een uitlaatgebied, is juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar gaat HR Thijs H over? Wat is de rechtsregel?

A

Thijs H. heeft op 4 mei 2019 een eerste slachtoffer door middel van messteken gedood in de Scheveningse Bosjes in Den Haag. op 7 mei 2019 heeft hij nog twee slachtoffers door middel van messteken om het leven gebracht op de Brunssummerheide te Heerlen. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat Thijs H. volgens een daartoe vooraf bedacht plan de drie slachtoffers met meerdere messteken opzettelijk heeft gedood en dat zijn handelen daarmee in alle drie de gevallen valt te kwalificeren als moord. In deze zaak is vooral de vraag relevant of Thijs H. ontoerekeningsvatbaar moet worden geacht. Volgens zijn advocaat pleegde hij de moorden onder invloed van een psychose. Thijs H. zou codes moeten hebben ontcijferd en uiteindelijk opdrachten moeten hebben vervullen ter voorkoming van ernstige consequenties voor zijn familie. De deskundigen van het Pieter Baan Centrum vonden hem volledig ontoerekeningsvatbaar. Volgens het onderzoek leed Thijs ten tijde van de tenlastegelegde feiten aan wanen en was sprake van een ernstige psychotische ontregeling, met lange aanloop en meerdere ernstige decompensaties in het beloop. Dit gedecompenseerd psychotisch toestandsbeeld kenmerkte zich door realiteitstoetsingsproblematiek in de vorm van een waansysteem, leidend tot paranoïde angsten en daarnaast verhoogde associativiteit en hallucinaties.

De rechtbank is het eens met de ernstige psychotische ontregeling. De rechtbank en het OM kunnen zich niet vinden in de stelligheid waarmee vervolgens het advies wordt onderbouwd om de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar te achten. Samengevat overweegt de rechtbank in dit verband dat Thijs H. voorafgaand aan de door hem gepleegde moorden, veel informatie over psychopathie en sociopathie op internet heeft opgezocht. Niet alleen over het diagnosticeren ervan, maar ook over de combinatie met het gebruik van verdovende middelen. Zelfs ruim voor de ten laste gelegde feiten én voordat hij op doktersvoorschrift dexamfetamine begint te slikken, zoekt hij al naar informatie over de gevaren van misbruik van dexamfetamine en het verband tussen dexamfetamine en agressief gedrag. Hij was zich daar dus kennelijk al bewust van. Ook heeft hij verdovende middelen en niet-voorgeschreven medicijnen gebruikt en hield hij zich niet aan behandeladviezen die hij kreeg, waardoor zijn eigen handelen een bijdrage heeft geleverd aan het toenemen van de ernst van zijn psychisch toestandsbeeld. Tevens blijkt uit het testonderzoek dat hij symptomen heeft aangedikt in het kader van een bepaalde hulpvraag, het aanwezige gevaar voor inkleuring van zijn belevingen door informatie over psychoses die hij zelf heeft opgezocht of van anderen heeft gekregen en het niet doorleefd lijken van zijn emoties bij wat hij presenteert als zijn verhaal, en daarbij de grote wens om volledig ontoerekeningsvatbaar te worden verklaard. Dit doet de rechtbank twijfelen of de wanen wel bestonden in de mate waarin Thijs H. hierover heeft verklaard. Ten slotte is relevant de bij Thijs H. reeds lang levende neiging om een façade op te houden, om niet open te zijn over hetgeen er in hem omgaat, om te dissimuleren, om mooi weer te spelen. Al deze omstandigheden maken dat de rechtbank het advies om de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar te achten, niet volgt. De rechtbank oordeelt Thijs H. gedeeltelijk ontoerekeningsvatbaar. Hierdoor kan de rechtbank niet alleen TBS, maar ook gevangenisstraf opleggen.

Rechtsregel:
De rechtbank oordeelt Thijs H., anders dan door de deskundigen van het Pieter Baan Centrum wordt geadviseerd, gedeeltelijk en niet volledig ontoerekeningsvatbaar. Dit rechtbank is tot dit oordeel gekomen, omdat Thijs H. – onder meer – voorafgaand aan de door hem gepleegde moorden, veel informatie over psychopathie en sociopathie en de combinatie met het gebruik van verdovende middelen op internet heeft opgezocht, hij verdovende middelen en niet-voorgeschreven medicijnen heeft gebruikt, zich niet aan behandeladviezen heeft gehouden, hij symptomen heeft aangedikt en daarbij de grote wens om volledig ontoerekeningsvatbaar te worden verklaard.
Dit doet de rechtbank twijfelen of de wanen wel bestonden in de mate waarin Thijs H. hierover heeft verklaard.

Met betrekking tot voorbedachte raad:
e verdachte is volgens het hof planmatig te werk gegaan, hij heeft de keuze gemaakt welke slachtoffers hij zou doden, hij heeft voldoende tijd genomen om zich te beraden op de door hem genomen besluiten om mensen om het leven te brengen en hij heeft ook allerlei afwegingen en keuzes gemaakt waaruit blijkt dat hij zich een voorstelling heeft gemaakt van hoe en waar hij zijn daden het beste kon volbrengen. De daarop gebaseerde conclusie van het hof dat de verdachte niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling en dat ook geen andere omstandigheden aannemelijk zijn geworden die aan het aannemen van voorbedachte raad in de weg staan, vindt de Hoge Raad niet onbegrijpelijk.

17
Q

Waar gaat het Verpleegster arrest over? Wat is de rechtsregel?

A

De verdachte was werkzaam in het ziekenhuis. Zij had tot taak de chirurg bij operaties te assisteren. De verdachte heeft als omloopzuster geassisteerd bij de operatie van een patiënt. Tot haar taak behoorde onder meer het voorhouden van flesjes aan de mede assisterende verpleegester. De verdachte kreeg de opdracht om een fles inhoudende de vloeistof procaine aan te reiken aan haar mede assisterende verpleegster. De verdachte heeft in plaats van een flesje procaine een flesje met de vloeistof adrenaline gepakt en aan de andere verpleegster overhandigd, die op haar beurt twee injectiespuiten met deze vloeistof vult en aan de chirurg geeft. Chirurg geeft dit aan de patiënt en die patiënt overlijdt kort daarna. De verdachte wist dat ze procaine moest geven. Het was haar bedoeling geweest om de juiste vloeistof aan te reiken. De verdachte geeft aan dat zij wel voldoende oplettend was toen zij het flesje uit de kast nam, zij naar het etiket had gekeken, maar dat het niet tot haar is doorgedrongen wat er stond. Daardoor heeft ze het verkeerde flesje gegeven. Verdachte voert aan dat deze tekortkoming haar niet als grove onoplettendheid kan worden verweten, daar deze fout menselijk is en in de hand is gewerkt door allerlie niet aan de verdachte te wijten omstandigheden, zoals overwerktheid, werken in minder vertrouwde omgeving en het ontbreken in die operatiekamer van de normaal gebruikelijke orde. Verdachte weet dat op een goede omloopzuster vertrouwd moet kunnen worden en dat de andere zuster haar niet zouden controleren. Aan de verdachte wordt dood door schuld ten laste gelegd. Kan haar het aanreiken van een verkeerd flesje verweten worden?

Rechtsregel: De Hoge Raad heeft uit de gebezigde bewijsmiddelen, gelet met name op de opleiding van de verdachte (de Garantenstellung), de aard van de werkzaamheden die door haar werden verricht met het oog op verdoving ter gelegenheid van een operatieve ingreep, alsmede haar wetenschap omtrent het vertrouwen dat in haar moest worden gesteld en omtrent het ontbreken van controle door de andere zuster en door de chirurg, kunnen afleiden dat de verdachte aanmerkelijk is te kort geschoten voor wat betreft de op haar rustende verplichting om de nodige oplettendheid te betrachten en dat de handelswijze van de verdachte mitsdien getuigt van een min of meer grove mate van onoplettendheid, welke schuld oplevert in de zin van art. 307 Sr.

18
Q

Wat houdt het Blackout arrest in? Wat is de rechtsregel?

A

Verdachte reed in een personenauto over een openbare weg. In een bocht kwam ze op het voor het tegemoetkomende verkeer bestemde weggedeelte terecht. Ze kwam daar frontaal in botsing met een op die andere weghelft rijdende tegenligger. De bestuurder van die auto heeft zwaar lichamelijk letsel opgelopen.

Het Hof heeft vastgesteld dat het hierboven geschetste verkeersgedrag in beginsel de gevolgtrekking kan dragen dat de verdachte zich aanmerkelijk onoplettend en/of onachtzaam heeft gedragen en dat het verkeersongeval aan de schuld van de verdachte is te wijten. Dat kan in concreto echter anders zijn wanneer omstandigheden zijn aangevoerd en aannemelijk zijn geworden, bv. dat de verdachte tijdens het ongeval in verontschuldigbare onmacht verkeerde, waaruit volgt dat van schuld niet kan worden gesproken.
Het cassatiemiddel klaagt over de motivering van de bewezenverklaarde schuld aan het verkeersongeval. In cassatie kan alleen worden onderzocht of de schuld aan het verkeersongeval in dit geval de bewezenverklaarde aanmerkelijke onoplettendheid en/of onachtzaamheid, uit de door het hof gebruikte bewijsmiddelen kan worden afgeleid. Het komt daarbij aan op het geheel van gedragingen van de verdachte, de aard en ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. De HR merkt daarbij op dat niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag, dat in strijd is met een of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer kan worden afgeleid dat sprake is van schuld. HR vindt het onbegrijpelijk dat het hof zonder nader motivering de verklaring van de verdachte terzijde heeft gelegd dat zij ten tijde van het ongeval een soort black out zou hebben gehad en daardoor geen schuld heeft aan het ongeval. Juist uit deze verklaring blijkt dat het de verdachte tengevolge van die plotseling opgekomen en voor haar onvoorziene black out niet te verwijten is dat zij haar voertuig korte tijd niet onder controle had en gedurende die tijdsspanne op de andere weghelft is terechtgekomen. De HR oordeelt derhalve dat nu het hof daaromtrent niets heeft overwogen en de bewijsmiddelen ook niet inhouden waaruit zou kunnen volgen dat die door de verdachte gestelde en door het hof aangenomen blackout wel voor rekening van de verdachte komt en haar kan worden verweten, de bewezenverklaring niet naar de eis der wet met redenen is omkleed.

Rechtsregel: één enkele verkeersovertreding kan voldoende zijn voor het aannemen van schuld aan de gevolgen van een ongeval. In het algemeen kan niet worden aangegeven of een enkele overtreding voldoende kan zijn. Het is namelijk afhankelijk van het geval, maar het kan wel. De aard en de concrete ernst van de verkeersovertreding en de omstandigheden waaronder die overtreding is begaan is hierbij belangrijk.

19
Q

Wat houdt Snelheidswedstrijd in? Wat is de rechtsregel?

A

In dit arrest gaat het om een automobilist die verdacht wordt van roekeloos rijden op grond van art. 6 en art. 175 lid 2 WvW 1994. Verdachte heeft met een andere automobilist een snelheidswedstrijd gehouden te midden van andere weggebruikers. Door de zeer hoge snelheid van de verdachte is hij de controle over zijn auto verloren en ingereden op de auto van de twee slachtoffers.

De HR verwerp het beroep. Volgens de HR kan uit de bewijsvoering van het Hof worden afgeleid dat er sprake is geweest van roekeloos gedrag. Het Hof heeft hierbij gelet op het samenstel van de gedragingen van de verdachte. De verdachte heeft immers de maximumsnelheid van 50 km/h zeer ernstig overschreden door met een andere automobilist een snelheidswedstrijd te houden te midden van andere weggebruikers. Toen hij bij nadering van een bocht geen snelheid minderde, heeft hij de controle over zijn auto verloren en is hij ingereden op de auto van de betreffende slachtoffers. Het voorgaande levert dan ook een uitzonderlijk geval op zoals bedoeld in WvW 1994.

Rechtsregel: Het gaat over de beoordeling of er in een concreet geval sprake is van roekeloosheid. Gekeken moet worden naar de specifieke omstandigheden van het geval. De rechter zal in een concreet geval nader moeten motiveren of er sprake is van roekeloosheid, gelet op het bijzondere karakter hiervan. Van roekeloosheid als zwaarste, aan opzet grenzende schuldvorm zal immers slechts in uitzonderlijke gevallen sprake zijn. Om tot het oordeel te kunnen komen dat in een concreet geval sprake is van roekeloosheid, zal de rechter zodanige feiten en omstandigheden moeten vaststellen dat daaruit is af te leiden dat door de buitengewoon onvoorzichtige gedraging van de verdachte een zeer ernstig gevaar in het leven is geroepen, alsmede dat de verachte zich daarvan bewust was, althans had moeten zijn.

20
Q

Waar gaat HR Ne bis in idem over? Wat is de rechtsregel?

A

Aan een man is tenlastegelegd een strafbare voorbereiding van illegale drugshandel. Bij doorzoeking is in zijn woning ook een hoop geld aangetroffen. Er werd een verzoek gedaan om aan de tenlastelegging toe te voegen: opzettelijk witwassen. Het Hof zei: tussen de tenlastegelegde gedragingen (voorbereiding van illegale drugshandel en opzettelijk witwassen) bestaat zo’n grote overlap dat witwassen wel mag worden toegevoegd. Hier werd een feitelijk perspectief gehanteerd. De Hoge Raad casseert, want het gaat om een aanzienlijk verschil als wordt gekeken naar de juridische delictsomschrijving. Er is sprake van een heel ander rechtsbelang. Dit pakt goed uit voor de verdachte, want de tenlastelegging mag niet worden toegevoegd. Het normatieve perspectief is hier in het voordeel van de verdachte.

Rechtsregel: Deze uitspraak gaat over de verduidelijking van het begrip ‘hetzelfde feit’. De Hoge Raad kijkt voor verduidelijking naar het begrip van de Europese rechtspraak. Daarin wordt gesteld dat onlosmakelijk met elkaar verbonden en facts which are substantially the same niet als louter feitelijk kunnen worden aangemerkt. Bij de bepaling van hetzelfde feit kan dus niet langer alleen op het feitelijk criterium vertrouwd worden. Dit zou leiden tot onaanvaardbare uitkomsten. Bij wijziging van de tenlastelegging dienen de tenlasteleggingen vergeleken te worden. De relevante vergelijkingsfactoren zijn: juridische aard van de feiten, de rechtsgoederen die worden beschermd, de strafmaxima en de gedraging van de verdachte. Zowel het verschil in juridische aard van de aan de verdachte verweten feiten als het verschil tussen de omschreven gedragingen moet dermate groot zijn dat er geen sprake kan zijn van hetzelfde feit in de zin van art. 68 Sr

21
Q

Waar gaat HR Overzichtsarrest samenloop over? Wat is de rechtsregel?

A

De verdachte wordt vervolgd voor poging tot doodslag door het slachtoffer meermalen in het lichaam te steken met een mes. Daarnaast wordt zware mishandeling ten laste gelegd door het gedeeltelijk afbijten van het oor van het slachtoffer. De vraag is of er sprake is van een voortgezette handeling of een meerdaadse samenloop. Het Hof oordeelt dat er geen sprake is van een voortgezette handeling, maar van een meerdaadse samenloop. Het Hof was van mening het meerdere feiten betrof, omdat het meerdere rechtsgoederen beoogt en de strekking uiteenliep. De Hoge Raad casseerde, omdat de strekking enigszins uiteen liep, dus volstaat de voortgezette handeling. De uiteenloping van de strekking was niet genoeg om te komen tot meerdaadse samenloop.

Rechtsregel: Het enigszins uiteenlopen van de strekking van de desbetreffende strafbepalingen staat niet in de weg aan het aannemen van eendaadse samenloop indien het in essentie om hetzelfde feitencomplex gaat. Een dergelijk uiteenlopen is evenmin een blokkade voor het aannemen van een voortgezette handeling.
Voor de eendaadse samenloop komt het aan op de vraag of de bewezenverklaarde gedragingen in die mate een samenhangend, zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex opeleveren dat de verdachte daarvan ( in wezen) één verwijt wordt gemaakt.
Voor de voortgezette handeling komt het erop aan of de verschillende bewezenverklaarde, elkaar in de tijd opvolgende gedragingen zo nauw met elkaar samenhangen dat de verdachte daarvan (in wezen) één verwijt wordt gemaakt.

22
Q
A