HC10 Flashcards
Functioneel daderschap is een deelnemingsvorm. Bij functioneel daderschap ga je de fysieke handeling van de werknemer toerekenen aan de functionele handeling van een leidinggevende/baas. Hoe toets je aan functioneel daderschap?
- Daderschap: Kan de fysieke gedraging van de medewerker worden aangemerkt als daderschap?
Vereisten:
- Beschikken –> HR IJzerdraad. Er is sprake van beschikken als sprake is van feitelijk zeggenschap. Je kon het bewerkstelligen of tegenhouden dat de handeling zou gebeuren. Je zou feitelijk kunnen ingrijpen.
- Aanvaarden –> HR Ijzerdraad. Dat je de handeling goedkeurt of door de vingers ziet. Dat is plachten te aanvaarden, het gewoon laten gebeuren.
Aanvulling door Drijfmest-arrest: Het niet betrachten van de in redelijkheid te vergen zorg –> zorgplicht.
Tussenconclusie: Je hebt te maken met functioneel daderschap als van beschikken en aanvaarden sprake is.
- Aansprakelijkheid:
Als het gaat om een misdrijf, moet je kijken of er sprake is van opzet/culpa bij de feitelijke dader zelf. Het gaat hier om opzet op de gedraging. Hierbij is voorwaardelijk opzet genoeg.
Bij een overtreding gaan daderschap en aansprakelijkheid samen. Aansprakelijkheid kan worden verondersteld als sprake is van daderschap.
Met welke stappen toets je de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen?
- Is er sprake van een rechtspersoon?
- Normadressaat
- Daderschap
- Aansprakelijkheid
Waar vind je of er sprake is van een rechtspersoon?
art. 51 lid 3 Sr of art. 2:3 BW
Wat houdt normadressaat in?
Kan de rechtspersoon het tenlastegelegde feit begaan? Bij veel commune delicten wel, maar bv. bij zedendelicten niet.
Wat houdt daderschap in?
Kan de rechtspersoon als dader worden aangemerkt? Kan de gedraging van een natuurlijk persoon worden toegerekend aan een rechtspersoon?
Hoe toets je daderschap?
Geen cumulatieve vereisten.
Uit HR Drijfmest volgt het criterium van redelijke toerekening. Een rechtspersoon kan worden aangemerkt als dader van een strafbaar feit indien de desbetreffende gedraging redelijkerwijs aan die rechtspersoon kan worden toegerekend. Dit is afhankelijk van:
- De concrete omstandigheden van het geval. Hieronder valt de aard van de verboden gedraging.
- Er moet getoetst worden of het in de sfeer van de rechtspersoon is verricht. Daar is sprake van wanneer:
1. Het gaat om een handelen of nalaten van iemand die uit hoofde van een dienstbetrekking of uit anderen hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon (kan contractueel zijn vastgelegd of als zzp’er of invalkracht)
2. De gedraging past in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon
3. De gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf in diens taakuitvoering. Heeft de persoon er baat bij gehad, denk aan winst. Wanneer er baat is, is dit de grootste aanleider voor de sfeer van de rechtspersoon.
4. De rechtspersoon vermocht erover te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en zodanig of vergelijkbaar gedrag werd blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of placht te worden aanvaard (Ijzerdraad-criteria): beschikken en aanvaarden. Onder bedoeld aanvaarden mede begrepen het niet betrachten van de zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden gevergd met het oog op de voorkoming van de gedraging (Drijfmest)
Tussenconclusie: de rechtspersoon kan als dader worden aangemerkt
Hoe toets je de aansprakelijkheid van de rechtspersoon: Is er een misdrijf of overtreding ten laste gelegd?
Als er sprake is van een misdrijf, dient er getoetst te worden aan een opzet of culpa. Bij opzet toets je met willens en wetens. Je kijkt naar:
- Is er een bepaald klimaat, beleid of feitelijke gang van zaken bij de rechtspersoon waar strafbaar gedrag wordt getolereerd?
- Kan het opzet van de natuurlijke persoon worden toegerekend aan een rechtspersoon. Hierbij zal met name de positie van de natuurlijke persoon binnen de organisatie van belang zijn, vaak bij een natuurlijk persoon met een hoge functie.
Bij culpa toets je of een zorgplicht of veiligheidsvoorschriften zijn geschonden.
Feitelijk leidinggeven is een deelnemingsvorm. Opdracht geven wordt gezien als een speciale les van feitelijk leidinggeven, die veel weg heeft van uitlokken en doen plegen. Voor feitelijk leidinggeven is zeggenschap nodig en zeker invloed die ingrepen en/of sturen mogelijk maakt. Is het feit dat iemand de bestuurder of directeur is van een rechtspersoon genoeg om hem aan te merken als feitelijk leidinggevende?
Nee. Juridische positie is geen vereiste. Iemand die geen dienstverband heeft met de rechtspersoon, kan ook feitelijk leiddinggeven aan een door de rechtspersoon begaan strafbaar feit
Wat zijn de vereisten van feitelijk leidinggeven?
- Accessoriteit
- Feitelijk leidinggeven
- Dubbel opzet
Hoe toets je accessoriteit bij feitelijk leidinggeven?
Je moet vast hebben gesteld dat er daderschap van de rechtspersoon is. De rechtspersoon moet een strafbaar feit hebben begaan, alvorens je een feitelijk leidinggevende strafrechtelijk aansprakelijk kan stellen.
(Als het een a/b vraag is, dan staat het soms in vraag a al de rechtspersoon strafbaar is. Als dat niet zo is, moet je in de casus kijken of ergens staat dat de rechtspersoon dader is)
Hoe toets je feitelijk leidinggeven bij feitelijk leidinggeven?
HR Feitelijk leidinggeven. Dit kan op verschillende manieren:
1. Actief –> actief en effectief gedrag dat onmiskenbaar is binnen de gewone betekenis van het begrip:
- Gevoerd beleid –> Verboden gedraging is onvermijdelijk gevolg van gevoerd beleid.
- Leveren van een zodanige bijdrage aan een complex van gedragingen dat heeft geleid tot verboden gedraging
- Het daarbij nemen van een zodanig initiatief dat de verdachte als feitelijk leidinggevende wordt gezien
2. Passief –> Dit moet goed kunnen worden gemotiveerd
- Bevoegd –> zorgplicht
- Gehouden maatregelen te treffen ter voorkoming of beëindiging van verboden gedragingen –> kennis van de verboden gedraging
- Maatregelen achterwege lachten
Hoe toets je dubbel opzet bij feitelijk leidinggeven?
Dit moet je altijd toetsen, ongeacht of het een misdrijf of overtreding is en ongeacht of het doleus of culpoos is!
1. Opzet op feitelijk leidinggeven –> als er een beleid is gevoerd, dan zit je daar meteen aan
2. Opzet op de door de rechtspersoon begane grondfeit –> Voorwaardelijk opzet is genoeg. Bij culpoze delicten is dit moeilijk te bereiken.
Je mag de twee opzetten samen nemen bij de toepassing: Is er opzet op het begaan van de verboden gedraging door de rechtspersoon? Je moet wel beide vragen neerzetten.
Kan een rechtspersoon worden vervolgd en bestraft voor het gedrag van zijn voorgangers?
Ja, dat kan. Als de rechtbank kan vaststellen dat de tweede rechtspersoon in de context van de strafrechtstoepassing dezelfde rechtspersoon is als de eerste rechtspersoon
Hoe wordt de rechtspersoon in Nederland gezien?
Kunstmatig, door de mens gecreëerd verschijnsel, maar wel eentje door een reëel bestaan inde sociale werkelijkheid. Een rechtspersoon kan net als een natuurlijk persoon schulden en bezittingen hebben, contracten sluiten, rechtszaken aanspannen en aangeklaagd worden
Is de staat strafrechtelijk immuun?
In beginsel wel. De staat kan niet strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld. We gaan ervan uit dat de centrale overheid in het algemeen belang handelt. Als die centrale overheid handelt in strijd met de wet, dan wordt de centrale overheid daar op democratische wijze gecontroleerd, namelijk door het parlement. Er bestaat een algemene vervolgingsuitsluitingsgrond voor de staat. Voor ministers is dit anders, dus kunnen vervolgd worden voor ambtsfeiten.